17 Verhelpen van storingen
De zender reageert niet:
Controleer de batterijen in de zender en vervang deze eventueel door nieuwe.
Controleer of de batterijen met de juiste polariteit zijn geplaatst.
Servo's en/of snelheidsregelaar reageren niet:
Controleer de stroomvoorziening van de ontvanger.
Test de BEC-functie van de snelheidsregelaars.
Controleer de polarisatie van de stekker van de servo.
Controleer de toewijzing van de ontvangerkanalen aan de bedieningselementen op de zender. Controleer of
servo's of snelheidsregelaars op het juiste kanaal van de ontvanger zijn aangesloten.
Programmeer de ontvanger opnieuw op de zender (koppelfunctie uitvoeren).
Controleer de dualrate-instelling op de zender.
Controleer de EPA-instelling op de zender.
De servo's trillen:
Controleer de stroomvoorziening van de ontvanger.
Een servo bromt:
Controleer de stroomvoorziening van de ontvanger.
Controleer het licht lopen van de stuurstang.
De servo draait tegen de aanslag; begrens de slag van de servo via de EPA-instelling.
Bedien de servo voor testdoeleinden zonder servohendel.
Het systeem heeft slechts een klein bereik:
Controleer de stroomvoorziening van de ontvanger.
Controleer de batterijen in de zender en vervang deze eventueel door nieuwe.
Verplaats anders de antenne van de ontvanger voor testdoeleinden. De antenne moet indien mogelijk loodrecht
uit het voertuig komen, om een groot bereik te behalen.
De zender schakelt onmiddellijk of na korte tijd vanzelf uit:
Controleer de batterijen in de zender en vervang deze eventueel door nieuwe.
Het voertuig stuurt niet of de stuurhoek is te klein:
Controleer het licht lopen van de stuurstang.
Controleer de stuurservo en de stuurstang. Deze wordt mogelijk door steentjes/bladeren e.d. geblokkeerd.
Controleer de aansluiting van de stuurservo (kanaal 1).
Controleer de tweevoudige instelling op de zender (bij te lage instelling van de tweevoudige instelling functioneren
de servo's niet meer).
Controleer de EPA-instelling op de zender.
Het voertuig beweegt niet of slechts langzaam:
Verhoog de dualrate-instelling van de aandrijffunctie met de draaiknop "TH-D/R" (afb. 1, pnt. 10), zie hoofdstuk
10.11. Beweeg de draaiknop met de klok mee naar rechts.
23