Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Jumpmaster - Garmin Foretrex 601 Ballistic Edition Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Foretrex 601 Ballistic Edition:
Inhoudsopgave

Advertenties

TIJD: Hiermee stelt u in dat op het toestel de 12-uurs, 24-uurs of
militaire tijdnotatie wordt weergegeven en stelt u de tijdzone
voor het toestel in. Met de optie AUTOMATISCH stelt de
tijdzone van het toestel automatisch in op basis van uw GPS-
positie.
TIMER: Hiermee schakelt u de timerpagina in en kunt u de
timervoorkeuren instellen
DISPLAY: Hiermee past u de time-out van de schermverlichting
en het schermcontrast in.
EENHEDEN: Hiermee kunt u de positienotatie, kaartdatum en
maateenheden voor het toestel instellen.
VOORL KOERS: Hiermee stelt u de kompasweergave en
noordreferentie in, en kunt u het kompas handmatig
kalibreren
(Het kompas kalibreren, pagina
AUTO kunt u het kompas van het toestel automatisch
kalibreren. Met de optie UIT schakelt u het kompas uit.
SYSTEEM: Hiermee stelt u de systeemvoorkeuren in
(Systeeminstellingen, pagina
TRACKS: Hiermee stelt u de spoorvoorkeuren in
(Spoorinstellingen, pagina
ROUTES: Hiermee stelt u de overgang van het ene punt naar
het volgende punt op de route in. Met de optie AFSTAND
wordt u naar het volgende punt van de route geleid als u zich
op een opgegeven afstand bevindt.
KAART: Hiermee stelt u de kaartvoorkeuren in
(Kaartinstellingen, pagina
HOOGTEMETER: Hiermee schakelt u automatische kalibratie in
en kunt u de hoogtemeter handmatig kalibreren
barometrische hoogtemeter kalibreren, pagina
HERSTELLEN: Hiermee kunt u de tripgegevens opnieuw
instellen
(De tripcomputer opnieuw instellen, pagina
via-punten verwijderen
(Alle via-punten verwijderen,
pagina
3) en het toestel terugzetten op de
standaardfabrieksinstellingen
herstellen, pagina
10).
INFO FORETREX: Hiermee kunt u toestelinformatie weergeven,
zoals de toestel-id, softwareversie, informatie over wet- en
regelgeving en de licentieovereenkomst
weergeven, pagina
8).
Timerinstellingen
Selecteer INSTELLEN > TIMER op de menupagina.
TOON TIMERPAGINA?: Hiermee schakelt u de timerpagina in.
TEL AF VANAF:: Hiermee stelt u de tijdstappen voor de
afteltimer in. Met de optie TEL OP kunt u de timer gebruiken
als stopwatch.
NA AFLOPEN:: Hiermee stelt u in dat de timer stopt, omhoog
telt of opnieuw begint wanneer de tijd is verstreken.
TOON BIJ AFLOPEN:: Hiermee stel u het geluidssignaal in dat
klinkt wanneer de tijd is verstreken.
INTERVALTOON:: Hiermee stel u het geluidssignaal in dat
klinkt wanneer de intervaltijd is verstreken.
Systeeminstellingen
Selecteer INSTELLEN > SYSTEEM op de menupagina.
GPS-MODUS: Hiermee wordt het satellietsysteem ingesteld op
GPS, GPS + GLONASS, GPS + GALILEO, ULTRATRAC of
DEMO (GPS uit). Met de optie ULTRATRAC worden er
minder vaak spoorpunten en sensorgegevens vastgelegd.
WAAS: Hiermee kan het systeem gebruikmaken van WAAS/
EGNOS-gegevens (Wide Area Augmentation System/
European Geostationary Navigation Overlay Service).
PIEPER: Hiermee stelt u in dat de zoemer alleen klinkt voor
geluiden van belangrijke knoppen en voor berichten, of alleen
voor berichten.
BATTERIJ: Hiermee kunt u wijzigen welk type AAA-batterijen u
gebruikt.
Uw toestel aanpassen
(Timerinstellingen, pagina
7).
4). Met de optie
7).
7).
7).
(De
5).
5), alle
(Alle standaardinstellingen
(Toestelgegevens
TAAL: Hiermee kunt u de taal selecteren voor de tekst die op
het toestel wordt weergegeven.
INTERFACE: Hiermee kunt u de USB-poort van het toestel
gebruiken voor de meeste NMEA
kaartprogramma's door een virtuele seriële poort te maken.
EIGENAAR: Hiermee kunt u informatie over de eigenaar
opgeven, zoals uw naam, en deze laten weergeven als u het
toestel inschakelt.
Spoorinstellingen
Selecteer INSTELLEN > TRACKS op de menupagina.
OPNEMEN: Hiermee schakelt u het vastleggen van het spoor
in.
OPNAME-INTERVAL: Hiermee stelt u de methode en snelheid
van het vastleggen van het spoorlog in. Met de optie
AFSTAND kunt u de afstand tussen vastgelegde
spoorpunten invoeren. Met de optie TIJD kunt u de tijd
tussen vastgelegde spoorpunten invoeren. Met de optie
AUTO kunt u automatisch spoorpunten vastleggen op basis
van het geselecteerde resolutieniveau.
RESOLUTIE: Hiermee kunt u instellen hoe vaak spoorpunten
worden vastgelegd. Bij een hogere resolutie worden
spoorpunten vaker vastgelegd en ontstaat er een
gedetailleerder spoor, maar raakt het spoorlog ook sneller
vol.
NIEUWE REGEL INDIEN VOL: Hiermee wordt aangegeven of
spoorpunten worden overschreven wanneer het geheugen
van het toestel vol is.
Kaartinstellingen
Selecteer INSTELLEN > KAART op de menupagina.
KAARTORIËNTATIE: Hiermee stelt u in hoe de kaart wordt
weergegeven op de pagina. Selecteer NOORD BOVEN om
het noorden boven aan de pagina weer te geven. Selecteer
ROUTE NAAR BOVEN om uw huidige reisrichting boven aan
de pagina weer te geven.
AUTOZOOM: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau
ingesteld voor optimaal gebruik van de kaart. Als deze
instelling is uitgeschakeld, moet u handmatig in- en
uitzoomen.
NAAR LIJN: Hiermee stelt u het gedrag van de wijzer op de
kaart in. PEILING wijst in de richting van uw bestemming.
KOERS toont uw relatie tot de koerslijn die naar de
bestemming leidt.

Jumpmaster

WAARSCHUWING
De functie jumpmaster dient alleen door ervaren skydivers te
worden gebruikt. De functie jumpmaster dient niet te worden
gebruikt als primaire hoogtemeter tijdens het skydiven. Als u niet
de juiste spronginformatie invoert, kan dat leiden tot ernstige
verwondingen of overlijden.
De functie jumpmaster volgt militaire richtlijnen voor het
berekenen van het "high altitude release point" (HARP). Het
toestel detecteert automatisch wanneer u gesprongen bent en
begint de navigatie naar het "desired impact point" (DIP) met
behulp van de barometer en het elektronische kompas.
Sprongtypen
Met de functie jumpmaster kunt u kiezen uit een van de
volgende drie sprongtypen: HAHO, HALO of Statisch. Het
sprongtype is bepalend voor welke aanvullende
instellingsgegevens vereist zijn. Alle sprongtypen,
spronghoogten en hoogten waarop de parachute wordt
geopend, worden gemeten in voet boven de grond (AGL).
HAHO: High Altitude High Opening. De jumpmaster springt van
een zeer grote hoogte en opent de parachute op grote
hoogte. U moet een DIP en spronghoogte instellen van ten
minste 1000 voet. De spronghoogte wordt verondersteld
NMEA 0183-compatibele
®
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Foretrex 701 ballistic edition

Inhoudsopgave