Bordenstapelaar verrijdbaar
Uitgiftehoogte instellen
14
BEDIENINGSHANDLEIDING
Plaats 11 borden op het stapelplatform.
Wanneer het bovenste bord niet boven de bovenzijde van het apparaat uitsteekt of wanneer
meerdere borden boven de bovenzijde van het apparaat uitsteken, moeten alle borden wor-
den verwijderd en de veerinstelling worden aangepast.
ª
Paragraaf „Uitgiftehoogte instellen" op pagina 14
Test de uitgiftehoogte opnieuw na wijziging van de veerinstelling.
Herhaal zo nodig het wijzigen en testen van de uitgiftehoogte tot de correcte instelling is
bereikt.
L
Om de uitgiftehoogte aan te passen moeten afzonderlijke veren worden in- of losgehaakt.
L
Het apparaat wordt standaard geleverd met alle veren ingehaakt.
)
Voor de instelling van de stapelgoed-uitgiftehoogte geldt:
– De veren moeten symmetrisch worden los- of ingehaakt
– De veren moeten van binnen naar buiten worden losgehaakt, d.w.z. bij het loshaken van de
veren moet altijd met de middelste veren worden begonnen.
– Het aantal ingehaakte veren aan beide instelzijden mag maximaal 1 veer verschillen.
Voorzichtig!
Scherp uiteinde van de veer
Het scherpe uiteinde van de veer kan, bij onjuiste montage, letsel aan armen, handen en vingers
veroorzaken.
Let er bij het inhaken van de veren op, dat aan beide zijden het uiteinde van de veer niet naar
het midden van de koker wijst.
)
Wanneer later ander stapelgoed in het stapelapparaat wordt geladen en de uitgiftehoogte
moet worden gewijzigd, moeten losgehaakte veren weer worden ingehaakt of moeten nog
meer veren worden losgehaakt.
Verwijder al het stapelgoed.
Haak aan twee tegenover elkaar liggende instelzijden telkens een van de middelste veren los
of in van de onderste ophanging.
Test de uitgiftehoogte en haak zo nodig meer veren in of los.