P P R R O O F F I I E E L L D D I I E E P P T T E E B B A A N N D D
Vervang elke band met een profieldiepte van minder dan 1,6 mm.
De slijtage-indicatoren van het loopvlak bevinden zich op ten
minste zes plaatsen op de loopvlakomtrek en worden zichtbaar bij
een profieldiepte van ongeveer 1,6 mm. De slijtage-indicatoren
verschijnen als een ononderbroken band over het loopvlak.
U kunt ook een profieldieptemeter of een nauwkeurige liniaal
gebruiken om de diepte van het profiel in het midden van het
loopvlak van zowel de voor- als de achterbanden te meten.
INSPECTIES VÓÓR HET RIJDEN
R R E E M M V V L L O O E E I I S S T T O O F F P P E E I I L L V V O O O O R R R R E E M M
1. Zet de motorfiets helemaal rechtop. Plaats het stuur zo dat het
vloeistofreservoir horizontaal staat.
2. Bekijk het vloeistofpeil door het peilglas
helder zijn. Vervang troebele of vervuilde vloeistof.
3. Het vloeistofpeil moet boven de minimumindicatormarkering
w
in het peilglas staan.
q
. De vloeistof moet
83