Foutmelding
16,84:03, 16,85:03
21:13
21,2:10
21,5:03
25.n:10 (waarbij n = het
nummer van de inktpatroon)
27,1:00
27.n:01 (waarbij n = het
nummer van de sleuf in de
printkop)
29:00
29:01
29,1:01
29,2:00
32:01
174 Hoofdstuk 10 Overige problemen oplossen
Aanbeveling
Luchtgordijnweerstand buiten bereik. Controleer of alle luchtgordijnventilatoren (aan de voorkant
van de hardingsmodule) werken en niet verstopt zijn.
Kan de onderhoudscartridge niet over het gehele pad bewegen.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Wanneer de printer is uitgeschakeld, verwijdert u handmatig de onderhoudscartridge van de
printkop.
3.
Zorg ervoor dat het pad van de onderhoudscartridge van de printkop vrij is. Verwijder alle
zichtbare obstakels (papier, kunststof delen, enzovoort) die de beweging beperken.
4.
Installeer de onderhoudscartridge van de printkop opnieuw.
5.
Zet de printer aan.
6.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de onderhoudscartridge.
Fout onderhoudscartridge.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Verwijder de onderhoudscartridge en plaats deze opnieuw.
3.
Zet de printer aan.
4.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de onderhoudscartridge.
Het onderdeel dat de reinigingsrol van de onderhoudscartridge laat doorvoeren, is geblokkeerd.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Verwijder de onderhoudscartridge en plaats deze opnieuw.
3.
Zet de printer aan.
4.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de onderhoudscartridge.
Er is een mogelijke fout in de druksensor van de inktcartridge gedetecteerd. Het aangegeven
inktniveau is mogelijk niet nauwkeurig. Neem indien mogelijk contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Verschillende verstopte spuitmondjes zijn in de optimalisatieprintkop gedetecteerd. Als de
afdrukkwaliteit niet aanvaardbaar is, reinigt of vervangt u de printkop.
Er zijn een groot aantal verstopte spuitmondjes in een of meer printkoppen gedetecteerd. Het
kalibreren kan zijn mislukt als gevolg van lage printkopprestaties. Reinig alle printkoppen en
controleer hun status.
De onderhoudscartridge (onderdeelnummer CZ681A) is bijna vol. Hij moet binnenkort worden
vervangen.
De onderhoudscartridge is niet juist geplaatst.
1.
Open de onderhoudscartridgeklep aan de rechterzijde van de printer.
2.
Zorg ervoor dat de onderhoudscartridge goed op zijn plaats zit en sluit dan de klep.
3.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de onderhoudscartridge.
Kan de status van de onderhoudscartridge niet volgen. Controleer visueel of de
onderhoudscartridge het juiste statuspatroon heeft.
Kan de reinigingsrol van de printkop niet doorvoeren. Vervang de onderhoudscartridge.
De opvangspoel is losgekoppeld. Als u de opvangspoel wilt gebruiken, zet u de printer uit en
controleert u of alle opvangspoelkabels verbonden zijn (sensorkabels, printerkabel). Als u hem niet
wilt gebruiken, moet u mogelijk het substraat handmatig van de opvangspoel halen. Denk eraan dat
u het substraat eerst snijdt.
NLWW