Download Print deze pagina

HP Latex 300 Series Gebruiksaanwijzing pagina 111

Verberg thumbnails Zie ook voor Latex 300 Series:

Advertenties

OPMERKING:
Er zijn gevallen waarin een substraat niet kan worden gekalibreerd. In deze gevallen zijn de opties Calibrate
en Reset (Kalibreren en herstellen) niet beschikbaar:
Het geladen substraat heeft een generieke voorinstelling.
Het geladen substraat heeft een voorstelling die niet bewerkbaar is.
Het geladen substraat is niet geschikt voor kleurkalibratie.
Kleurkalibratie kan worden uitgevoerd vanaf het frontpaneel nadat u op Voorinstelling wijzigen hebt
gedrukt of wanneer u een nieuw substraat toevoegt.
In grote lijnen bestaat het proces uit de volgende stappen.
1.
Er wordt een kalibratiemodel afgedrukt.
2.
De kleuren op het kalibratiemodel worden automatisch gemeten.
3.
De metingen van het kalibratiemodel worden vergeleken met een interne referentie om de benodigde
kalibratietabellen te berekenen voor consistente kleurafdrukken op het substraat in gebruik.
De standaard kalibratietabellen worden gebruikt wanneer kleurkalibratie nog nooit is uitgevoerd. De eerste
keer dat kleurkalibratie wordt uitgevoerd, wordt de huidige afdrukkleur als referentie genomen en de
standaard kalibratietabellen kunnen gebruikt blijven worden. Dit betekent dat na de eerste kleurkalibratie de
afgedrukte kleuren niet veranderen, maar geregistreerd worden als referentie voor toekomstige kalibraties.
Latere kleurkalibraties vergelijken kalibratiemodelkleuren met de geregistreerde referentie om nieuwe
kalibratietabellen te berekenen voor consistente kleurafdrukken van dit bepaald substraattype.
Vanaf het frontpaneel kunt u de huidige kalibratietabel verwijderen terwijl u de standaard kalibratietabel
actief laat alsof dit bepaald substraat nooit was gekalibreerd. Druk op
maintenance > Color calibration > Reset to factory (Instellingen > Onderhoud beeldkwaliteit >
Kleurkalibratie > Naar fabrieksinstellingen terugzetten).
Kleurkalibratie zoals hierboven beschreven wordt niet aanbevolen voor de volgende substraattypen.
Sommige van deze substraten kunnen waarschijnlijk worden gekalibreerd met behulp van een extern
kleurmetingsapparaat dat bestuurd wordt door een externe RIP.
Niet-dekkende substraten, zoals heldere film en substraat voor achtergr.-verl.
Substraten met een oneffen oppervlak zoals geperforeerd vinyl en geponste venstersubstraten.
Poreuze substraten die een inktcollector vereisen:
Tot substraten die geschikt zijn voor kleurkalibratie behoren vinyls met een effen, hechtend oppervlak (niet
geponst of geperforeerd), PVC-banners en papier.
Voor sommige substraten is de opwikkelspoel nodig voor geslaagde afdrukken. Maar de opwikkelspoel kan
wel problemen hebben met de terugwaartse beweging van het substraat tussen de afdruk- en scanfasen van
de kleurkalibratie. Om kleurkalibratie uitvoeren wanneer de opwikkelspoel in gebruik is, gaat u als volgt te
werk:
1.
Zorg ervoor dat de opwikkelspoel is ingeschakeld. Op het frontpaneel drukt u op
Enable take-up reel (Substraat > Opwikkelspoel activeren).
2.
Zet de wikkelrichting van de opwikkelspoel op uit. Zie
3.
Wikkel de opwikkelspoel handmatig terug met de knoppen op de opwikkelspoelmotor om het substraat
op te halen en om het draagijzer op te tillen totdat deze bijna de opwikkelspoel raakt.
NLWW
Kleurkalibratie werkt mogelijk niet correct met inkten die niet van HP afkomstig zijn.
, daarna op Image quality
De opwikkelspoel verwijderen op pagina
, daarna op
80.
Kleurkalibratie 105

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Latex 310Latex 330Latex 360