Pagina 1
Latex 300 printerserie Gebruikershandleiding...
Pagina 2
Company, L.P. voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De enige garanties voor HP-producten en - diensten worden vermeld in de specifieke garantieverklaring bij dergelijke producten en diensten. Geen enkele bepaling in dit document mag worden geïnterpreteerd als een aanvullende garantie.
Pagina 3
Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................... 1 Welkom bij uw printer ............................2 Printermodellen ..............................3 Documentatie ................................ 4 Veiligheidsmaatregelen ............................4 Belangrijkste printeronderdelen ........................... 9 Voorpaneel ................................11 Geïntegreerde webserver ............................ 21 Connectiviteit- en software-instructies ......................28 Geavanceerde netwerkconfiguratie ........................30 In- en uitschakelen van printer ...........................
Pagina 4
Opvangspoel draait niet ............................91 4 Substraatinstellingen ..........................93 Voorinstellingen substraat ..........................94 Online zoeken ..............................94 HP Medialocator ..............................96 Generieke voorinstellingen ..........................97 Een substraatvoorinstelling klonen ........................97 Een substraatvoorinstelling wijzigen ......................... 98 Een nieuw substraat toevoegen .......................... 99 Een substraatvoorinstelling verwijderen ......................
Pagina 5
Een printkop opnieuw installeren of vervangen op basis van frontpaneel ............. 139 Een printkop vervangen ............................ 139 Kan printkop niet plaatsen ..........................145 Elektrische contacten van een printkop reinigen ..................... 146 Vervang de onderhoudscartridge........................150 Kan onderhoudscartridge niet plaatsen ......................153 De wagenstang reinigen en smeren .........................
Pagina 6
Bijlage A Overzicht van vaak voorkomende afdrukproblemen ................182 Woordenlijst ..............................185 Index ................................188 NLWW...
Pagina 7
Inleiding ● Welkom bij uw printer ● Printermodellen ● Documentatie ● Veiligheidsmaatregelen ● Belangrijkste printeronderdelen ● Voorpaneel ● Geïntegreerde webserver ● Connectiviteit- en software-instructies ● Geavanceerde netwerkconfiguratie ● In- en uitschakelen van printer ● De printer opnieuw opstarten NLWW...
Pagina 8
Afdrukken op een breed scala aan substraten – inclusief de meeste goedkope, niet gecoate, solvent- compatibele substraten ● Er is een hele reeks HP herbruikbare substraten beschikbaar ● Overweeg ongelamineerd gebruik met een krasbestendigheid die vergelijkbaar is met die van hard solvent-inkt op sav- en pvc-banner3 ●...
Pagina 9
HP Latex 64, opwikkelspoel van HP Latex 64, opwikkelspoel van 64 inch 64 inch HP Latex, as van 2 inch voor HP Latex, as van 2 inch voor HP Latex, as van 3 inch voor printer van 54 inch (inclusief...
Pagina 10
Algemene veiligheidsrichtlijnen ● Er zijn geen door de bediener te onderhouden onderdelen in de printer behalve die aan de orde komen in het reparatieprogramma voor klanten van HP (zie http://www.hp.com/go/selfrepair/). Raadpleeg voor onderhoud aan andere onderdelen gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers. ● Schakel de printer uit en neem contact op met de servicevertegenwoordiger in de volgende gevallen: ◦...
Pagina 11
Handleiding voor plaatsing is beschreven. Gebruik geen verdeeldoos (verlengsnoer) om de netsnoeren aan te sluiten. ● Gebruik alleen netsnoeren die door HP met de printer zijn geleverd. Gebruik geen beschadigd netsnoer. Gebruik de netsnoeren niet met andere producten. ●...
Pagina 12
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, inclusief schoenen en handschoenen bij het hanteren van zware substraatrollen. Omgaan met inkt HP beveelt het dragen van handschoenen aan bij het hanteren van inktsysteemcomponenten. Waarschuwingen De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om een correct gebruik van de printer te waarborgen en om te voorkomen dat de printer wordt beschadigd.
Pagina 13
Waarschuwingslabels Label Toelichting Printerlabel. Voor de identificatie van het netsnoer van de printer. Hardingslabel. Voor de identificatie van het netsnoer van de droging. Gevaar van elektrische schok. Verwarmingsmodules werken met gevaarlijke spanningen. Ontkoppel alle stroombronnen alvorens onderhoud uit te voeren. VOORZICHTIG: Tweepolig.
Pagina 14
Label Toelichting U wordt aangeraden om handschoenen te dragen bij het hanteren van de onderhoudscartridge, de platen of de inktverzamelaar. Dit label bevindt zich op de onderhoudscartridge. Gevaar van elektrische schok. Verwarmingsmodules werken met gevaarlijke spanningen. Ontkoppel alle voedingsbronnen alvorens onderhoud uit te voeren. Dit label bevindt zich op de PCA-behuizing van de hardingsbesturing.
Pagina 15
Belangrijkste printeronderdelen De bovenstaande afbeelding is een QR-code met een koppeling naar een video; zie Documentatie op pagina De basisonderdelen van de printer worden op de volgende afbeeldingen weergegeven. Vooraanzicht Inktcartridge Plaat Printkop Printkopwagen Voorpaneel Onderhoudscartridge Substraatdrukhendel Asvergrendelingshendel Opwikkelspoelmotor Draagijzer NLWW Belangrijkste printeronderdelen...
Pagina 16
Opwikkelspoel Asstop Laadtafel Hardingsmodule Achteraanzicht Stroomschakelaar en stroomaansluiting Aansluitingen voor communicatiekabels en optionele accessoires Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW...
Pagina 17
Opwikkelspoelmotor Wikkelrichtingschakelaar Knoppen handmatig wikkelen Opwikkelspoelhendel Laadaccessoire Met het laadaccessoire kunt u sommige substraatsoorten laden die moeilijk te laden zijn. Zie laadaccessoire (alleen 360) op pagina Voorpaneel Inleiding tot het voorpaneel Het voorpaneel is een aanraakgevoelig scherm met een grafische gebruikersinterface; het bevindt zich rechts op de voorzijde van de printer.
Pagina 18
Er is een alternatief beginscherm dat u kunt zien door uw vinger over het scherm naar links te bewegen. Het geeft de status van de inktcartridges, het substraat en de huidige afdruktaak weer. Het voorpaneel heeft een groot centraal gedeelte om dynamische informatie en pictogrammen te tonen. Aan de linkerkant kunt u tot zes vaste pictogrammen zien op verschillende momenten.
Pagina 19
Dynamische pictogrammen beginscherm De volgende items worden alleen op het beginscherm weergegeven. ● In de linkerbovenhoek van het scherm staat het bericht met de status van de printer of de belangrijkste huidige waarschuwing. Druk op dit bericht om een lijst met alle huidige waarschuwingen te zien, met een pictogram dat de ernst van elke waarschuwing aanduidt.
Pagina 20
● Als u de huidige taal op het frontpaneel begrijpt, gaat u naar het frontpaneel en drukt u op daarna Setup > Front panel options > Language (Instellingen > Installatie > Frontpaneelopties > Taal). ● Als u de huidige taal op het frontpaneel niet begrijpt, schakelt u de printer uit. Schakel deze in. Zodra het pictogram (Start) verschijnt, houdt u deze enkele seconden ingedrukt.
Pagina 21
voor het activeren van de slaapstand wilt wijzigen, gaat u naar het frontpaneel en drukt u op , daarna op Setup > Front panel options > Sleep mode wait time (Instellingen > Installatie > Frontpaneelopties > Wachttijd slaapmodus). Voer de gewenste wachttijd in minuten in en druk op OK. Het luidsprekervolume instellen Als u het volume van de luidspreker van de printer wilt wijzigen, gaat u naar het frontpaneel en drukt u op , daarna op Setup >...
Pagina 22
Incorrect (Niet geschikt): De patroon is niet geschikt voor deze printer. Het bericht bevat een lijst met compatibele patronen. ● Non-HP (Niet-HP): De patroon is gebruikt, bijgevuld of illegaal. U kunt de status van de inktpatronen ook weergeven in de geïntegreerde webserver. Zie Toegang tot de geïntegreerde webserver op pagina...
Pagina 23
Remove (Verwijderen): Het type printkop is niet geschikt voor gebruik met uw printer. ● Non-HP inkt (Niet-HP inkt): Inkt van een gebruikte, bijgevulde of illegaal inktpatroon is door de printkop gegaan. Zie het beperkte garantiedocument dat wordt geleverd met uw printer voor details over de implicaties van de garantie.
Pagina 24
U kunt de printkopstatus en de garantiestatus ook raadplegen in de geïntegreerde webserver. Zie Toegang tot de geïntegreerde webserver op pagina Het bestandssysteem controleren Het is mogelijk om de integriteit van het bestandssysteem op de harde schijf van de printer te controleren en eventuele fouten automatisch te herstellen.
Pagina 25
Als u op een waarschuwing klikt, wordt de applicatie geopend die het probleem kan verhelpen. Advies over de firmware-update wordt genegeerd wanneer u de printerapplicatie opent. Zodra het advies genegeerd is, wordt er later geen herinnering meer weergegeven over hetzelfde advies (in het geval van firmware-updates verschijnt er een nieuwe melding wanneer een nieuwe firmwareversie beschikbaar is).
Pagina 26
Zelfs als de snijder is ingeschakeld of als achtereenvolgende taken verschillende afdrukmodi gebruiken, is het beter om ze allemaal af te drukken zonder oponthoud om de tijd voor Preparing to print (Voorbereiden voor afdrukken) te minimaliseren. Marges wijzigen De printermarges bepalen de ruimte tussen de randen van de afbeelding en de randen van het substraat. De 360-printer met inktverzamelaar kan afdrukken zonder zijmarges (full-bleed).
Pagina 27
● In de geïntegreerde webserver gaat u naar het tabblad Main (Hoofd) en selecteert u History (Geschiedenis) > Usage (Gebruik). Zie Geïntegreerde webserver op pagina ● Vanuit het frontpaneel drukt u op , daarna op Setup > Internal prints > User information prints > Print usage report (Instellingen >...
Pagina 28
● Bladeren door nuttige informatie uit diverse bronnen ● Problemen oplossen ● HP Designjet-koppelingen voor technische ondersteuning voor uw printer en accessoires ● Toegang tot serviceondersteuningspagina's die actuele en historische gegevens van het gebruik van de printer tonen Tabblad Netwerken Via het tabblad Netwerken kunt u de netwerkconfiguratie van de printer wijzigen.
Pagina 29
Wanneer u de geïntegreerde webserver op een willekeurige computer wilt gebruiken, opent u de webbrowser en typt u het IP-adres van de printer in de adresbalk van de browser. Nadat u op het pictogram (Connectiviteit) hebt gedrukt, verschijnt het IP-adres van de printer op het frontpaneel. Als u deze instructies volgt maar de geïntegreerde webserver niet kunt openen, raadpleegt u Geen toegang tot geïntegreerde webserver op pagina...
Pagina 30
HP. Zodra het klantbetrokkenheidsprogramma wordt geactiveerd, zal uw printer eenmaal per week automatisch 'momentopnames van het gebruik' via het internet naar HP verzenden en dit zolang het klantbetrokkenheidsprogramma is geactiveerd. De momentopnamebestanden worden verzameld op een...
Pagina 31
(Klantbetrokkenheidsprogramma) kan worden gebruikt om de huidige status (geactiveerd of niet, anonieme gegevens of niet) te controleren en een connectiviteitstest uit te voeren om te controleren of de gegevens van het klantbetrokkenheidsprogramma met succes worden verzonden naar HP. Printerstatus controleren Het frontpaneel en de geïntegreerde webserver geven beide de status van de printer, het geladen substraat...
Pagina 32
Een toepassing van een andere leverancier gebruiken om via internet informatie op te vragen over de printerstatus, het printergebruik of de telgegevens voor taken van de printer. De printer levert gegevens in XML-indeling aan de toepassing wanneer daarom wordt gevraagd. HP levert een Software Development Kit om de ontwikkeling van dergelijke toepassingen mogelijk te maken.
Pagina 33
-formaat, de hoeveelheid inkt die voor elke kleur is gebruikt, en verschillende andere kenmerken van de taak. Telgegevens worden ook geleverd voor scan- en kopieertaken. U kunt een Excel-sjabloon downloaden van de website van HP (http://www.hp.com/go/designjet/ accounting/) waarmee u de XML-gegevens kunt weergeven in een werkblad zodat deze beter leesbaar zijn.
Pagina 34
● Elke klant factureren voor de totale hoeveelheid inkt en papier die die klant gedurende een bepaalde periode heeft gebruikt. ● Elke klant apart per taak factureren. ● Elke klant apart factureren voor elk project, uitgesplitst naar taak. Connectiviteit- en software-instructies Verbindingsmethode Uw printer kan op de volgende manier worden verbonden.
Pagina 35
Het is meestal makkelijker om IPv4 te gebruiken tenzij u de IPv6 specifiek nodig hebt. Microsoft Windows Vista, Microsoft Windows Server 2008, en latere versies van Windows en de nieuwe HP Printing en Imaging-apparaten hebben standaard IPv6 ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie over IPv6 http://h20000.www2.hp.com/bc/docs/support/SupportManual/c00840100/c00840100.pdf.
Pagina 36
Probleemoplossing op pagina 31 voor verbindingsconfiguratie en informatie over het oplossen van problemen. Zie de HP Jetdirect Print Servers Administrator's Guide (Beheerdershandleiding bij HP Jetdirect-printservers) om uw printservermodel te begrijpen en voor de problemenoplossing van andere berichten. Netwerkinstellingen vooraf configureren indien nodig Als het netwerk vereist dat u netwerkinstellingen configureert voordat u de printer op de netwerksystemen toevoegt, kunt u dit nu doen.
Pagina 37
● U kunt een geavanceerde configuratiemethode gebruiken, zoals BOOTP, DHCP, Telnet of de opdrachten arp en ping. Zie voor instructies de HP Jetdirect Print Servers Administrator’s Guide (Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers) voor uw printservermodel. Nadat de printer met netwerkinstellingen is geconfigureerd, worden de configuratiewaarden opgeslagen en onderhouden, ook nadat deze opnieuw wordt in- en uitgeschakeld.
Pagina 38
VOORZICHTIG: Een in de fabriek geïnstalleerd HP Jetdirect X. 509-certificaat blijft opgeslagen tijdens een harde reset naar fabrieksstandaardwaarden. Een certificaat van een Certificate Authority (CA) dat door de gebruiker is geïnstalleerd om een netwerkverificatieserver te valideren wordt niet opgeslagen.
Pagina 39
Waarden en beschrijving IPV4 Settings (IPv4- Configuratiemethode Specificeert de methode waarmee TCP/IPv4-parameters instellingen) worden geconfigureerd op de HP Jetdirect-printserver. Bootp: Gebruik BootP (Bootstrap Protocol) voor automatische configuratie van een BootP-server. DHCP (standaard): Gebruik DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) voor de automatische configuratie vanaf een DHCPv4-server.
Pagina 40
BOOTP of DHCP te gebruiken). Auto IP: Een koppeling lokaal IP-adres 169.254.x.x is ingesteld. Verouderde: Het adres 192.0.0.192 is ingesteld, dat consistent is met oudere HP Jetdirect-apparaten. Primaire DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een primaire DNS- server. OPMERKING:...
Pagina 41
0 en 65535. Informatie Sec-pagina afdrukken Ja: Drukt een pagina af met de huidige beveiligingsinstellingen van de HP Jetdirect-printserver. (standaard): Er wordt geen pagina met beveiliginginstellingen afgedrukt. Security (Beveiliging) Beveiligd web Geef voor het configuratiebeheer op of de geïntegreerde...
Pagina 42
Auto: Beperkt de automatische onderhandeling tot een maximale verbindingssnelheid van 100 Mbps. 1000TX Vol: 1000 Mbps, full-duplex-verbinding. Geïntegreerde services Sleutelnetwerkservices ingebouwd in de printer worden hieronder weergegeven. Ga naar http://www.hp.com/go/jetdirect voor de nieuwste functies en services. ● Configuratie en management ◦ BootP/DHCP (alleen voor IPv4) ◦...
Pagina 43
◦ HP geïntegreerde webserver, HTTP (TCP-poort 80) ◦ HP geïntegreerde webserver, HTTPS (TCP-poort 443) ● Printing ◦ Onbewerkte IP-afdrukken (eigendom van HP, TCP-poorten 9100, 9101, 9102) ● Security (Beveiliging) ◦ SNMP v3 ◦ SSL/TLS ◦ Firewall In- en uitschakelen van printer Om de printer in te schakelen, controleert u of de aan/uit-knop aan de achterkant van de printer is ingeschakeld.
Pagina 44
Wanneer de printer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 2 tot 3 minuten voordat deze is geïnitialiseerd. De printer opnieuw opstarten In bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn de printer opnieuw op te starten. Schakel de printer uit door op de aan/uit-knop te drukken en de aan/uit-knop aan de achterkant van de printer uit te schakelen.
Pagina 45
Als u hulp nodig hebt In de meeste landen wordt de ondersteuning door HP Ondersteuningspartners geleverd (gewoonlijk het bedrijf dat u de printer verkocht heeft). Indien dit in uw land niet het geval is, neemt u via internet contact op met HP Ondersteuning, zoals hierboven wordt weergegeven.
Pagina 46
Met dit programma kunt u onderdelen vervangen op het moment dat u daar tijd voor hebt. Eenvoudig, gemakkelijk te gebruiken ● Een Support Specialist van HP voert een diagnose uit en bepaalt of een vervangend onderdeel nodig is voor een defecte hardwarecomponent. ●...
Pagina 47
Het substraat hanteren en substraatproblemen oplossen ● Overzicht ● Poreuze substraten ● Een rol op de as plaatsen ● Rollen in de printer laden ● De inktverzamelaar (alleen 360) ● Het laadaccessoire (alleen 360) ● Ondersteund handmatig laden ● De randhouders ●...
Pagina 48
● Het substraat loopt vast op opvangspoel ● Opvangspoel draait niet Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren en substraatproblemen oplossen NLWW...
Pagina 49
Overzicht U kunt op een breed scala aan printmaterialen drukken; in deze handleiding wordt hiernaar verwezen met substraten. Substraattips De keuze van het juiste substraat voor uw toepassingen is van essentieel belang voor een goede afdrukkwaliteit. Hier zijn enkele tips voor het gebruik van substraten. ●...
Pagina 50
● Trek niet aan het afgedrukte substraat terwijl de printer bezig is met afdrukken: Dit kan ernstige afdrukkwaliteitsproblemen veroorzaken. ● Bij het afdrukken van een reeks taken moet u erop letten dat het bedrukte substraat de uitvoerbaan niet belemmert: Dit kan ernstige afdrukkwaliteitsproblemen veroorzaken. ●...
Pagina 51
Substraatcategorie Substraattypes Generieke substraatnamen Textiel Polyester textiel en stof Generiek textiel Textiel banner Generiek canvas & gecoat textiel Achtergronden Textiel gaas met voering Frontlit textiel, met voering wanneer poreus Backlit-textiel, met voering indien poreus Canvas Vlag en voile met voering Katoenen textiel Zelfklevend textiel PVC-banner...
Pagina 52
Ondersteunde substraten van HP Categorie Substraat Kleur Toepassingen kal. Zelfhechtend HP Air Release Adhesive Gloss Cast Vinyl Voertuigwikkels, vinyl wagenparken/ Zonder voering: 50 micron • 100 g/m² • 45,7 m busmaatschappijen/ spoorwegen, borden Met voering: 241 micron • 260 g/m² • 45,7 m HP Permanent Gloss Adhesive Vinyl Zonder voering: 88 micron •...
Pagina 53
Nieuwe HP Everyday mat polypropyleen, met een kern van 3 inch 203 micron • 120 g/m² • 61 m Nieuwe HP Everyday mat polypropyleen, zelfklevend, met een kern van 3 inch Zonder voering: 180 micron • 120 g/m² • 30,5 m Met voering: 215 micron •...
Pagina 54
ColorPRO-technologie van derden. ● HP PVC-free Wall Paper imprimé avec les encres HP Latex est classé A+ selon l’arrêté du 19 avril 2011 « Émissions dans l'air intérieur », qui définit des seuils sur l’émission de polluants volatils posant des problèmes en cas d’inhalation –...
Pagina 55
* HP PVC-free Wall Paper bedrukt met HP Latex-inkten voldoet aan de AgBB-criteria voor gezondheid gerelateerde evaluatie van VOS-uitstoot van bouwproducten voor binnen. Zie http://www.umweltbundesamt.de/produkte-e/bauprodukte/agbb.htm. De beschikbaarheid van terugnameprogramma's voor HP substraat van groot formaat varieert. Sommige recycleerbare substraten van HP kunnen via algemeen beschikbare recyclingprogramma's worden hergebruikt.
Pagina 56
Verwijder de strook zelfklevende vinyl van de plaat. Bekijk het zelfklevende vinyl dat u van de plaat hebt verwijderd. ● Wanneer de strook geheel wit is (zonder inkt), is het geteste substraat niet poreus en kan het worden gebruikt voor afdrukken, zoals beschreven in de handleiding. ●...
Pagina 57
Verwijder de as uit de printer. VOORZICHTIG: Plaats uw vingers niet in de assteunen. Aan elk uiteinde van de as bevindt zich een stop om de rol op zijn plaats te houden. Verwijder de blauwe stop aan het linkeruiteinde om een nieuwe rol te plaatsen (de stop aan het andere einde van een as met een diameter van 76mm kan desgewenst ook worden verwijderd).
Pagina 58
Leg de rol op de laadtafel. Schuif de as in de rol. Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren en substraatproblemen oplossen NLWW...
Pagina 59
De rechterstop van de as met een diameter van 76 mm heeft twee posities: één voor rollen van de maximumbreedte van de printer, en één voor smallere rollen. Denk eraan de tweede positie te gebruiken voor smallere rollen waardoor het hardingsproces verbetert en er sneller kan worden afgedrukt.
Pagina 60
Vergrendel de blauwe stop wanneer deze contact heeft met het substraat. Plaats de as voorzichtig in de printer. WAARSCHUWING! Vermijd dat uw vingers beklemd raken tussen de as en de assteunen. Risico van beklemd raken van vingers Zie voor meer veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat de schuifregelaars in de laadtafel zich onder de linkerstop bevinden,...
Pagina 61
Rollen in de printer laden Voordat u deze procedure uitvoert, moet u een rol op de as hebben geplaatst. Zie Een rol op de as plaatsen op pagina De normale minimumbreedte van een substraat is 584 mm (23 inch). Wanneer u substraten met een minimumbreedte van 254 mm wilt plaatsen, drukt u op , daarna op Substrate >...
Pagina 62
● Scheeftrekkingstolerantie: De beschikbare waarden liggen tussen 1 en 5 met als standaard 3. De printer waarschuwt u als de scheeftrekking buiten de ingestelde limiet ligt, maar u kunt nog steeds kiezen om door te gaan met laden. ● Lengte volgen: Als u de doos controleert en de lengte van de rol opgeeft, zorgt de printer ervoor dat u minder papier verspilt bij het afdrukken en geeft de printer u de resterende lengte weer.
Pagina 63
Selecteer de categorie en de naam van het substraat dat u laadt. U kunt ook zoeken op favorieten, of u kunt None of these, I will choose it later (Geen van deze, ik kies later) selecteren: door het openen van de substraatbibliotheek na het voltooien van de laadprocedure. Voorinstellingen substraat op pagina OPMERKING: U moet dezelfde substraatnaam selecteren die u gebruikt in de RIP-software.
Pagina 64
Als u hebt gekozen voor dubbelzijdig afdrukken en zijde B—zie Dubbelzijdig afdrukken (alleen 360) op pagina 81—, dan zal de printer zoeken naar de zwarte referentielijn op dit punt. Als de printer de lijn niet kan vinden, zal hij u een enkele vragen stellen. De printer kalibreert de substraatdoorvoer (alleen 360).
Pagina 65
De inktverzamelaar wordt geleverd met blauwe verbruiksartikelen die aan de inktverzamelaar moeten bevestigd worden. Ze kunnen voor of na de installatie van de inktverzamelaar in de printer worden bevestigd voordat het substraat geladen wordt. Om deze onderdelen te verbinden, plaatst u ze verticaal in de inktverzamelaar en drukt u tot de twee klemmen van elk onderdeel op hun plaats zijn vastgeklikt.
Pagina 66
Verwijder beide delen van de plaat op de dezelfde manier. Plaats de twee delen van de inktverzamelaar in de printer. Zorg ervoor dat de vergrendelingen vergrendeld zijn en dat de papierbaan niet geblokkeerd is. Installeer de uitvoerplaatbescherming voordat u het substraat laadt. Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren en substraatproblemen oplossen NLWW...
Pagina 67
Plaats de uitvoerplaatbescherming aan een kant van de uitvoerplaat. Open het venster. Plaats de lipjes tussen het kunststof deel en het metaal. Zorg ervoor dat de plaatbescherming goed gepositioneerd en recht is. NLWW De inktverzamelaar (alleen 360)
Pagina 68
Doe hetzelfde aan de andere kant. Volg, indien nodig, dezelfde methode om de plaat opnieuw te installeren. De verbruiksartikelen van de blauwe inktverzamelaar vervangen De lengte van het substraat dat u kunt afdrukken met dezelfde verbruiksartikelen van de inktverzamelaar is afhankelijk van de porositeit van het substraat en de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt op de afdruk.
Pagina 69
Plaats de nieuwe verbruiksartikelen van de inktverzamelaar verticaal in de printer, waarbij u aan de rechterkant begint. U hoort een klikgeluid wanneer de klemmen zijn geplaatst. Het laadaccessoire (alleen 360) Het laadaccessoire is ontworpen om te helpen bij het plaatsen van banner/textiel/mesh-substraten. Het wordt aanbevolen bij het laden van deze substraten, maar het is niet verplicht.
Pagina 70
Leg het textiel-laadaccessoire op de laadtafel en klap de witte flappen ver genoeg naar voren om de breedte van het substraat te bedekken. Trek wat van het substraat van de rol en plaats de voorrand op het laadaccessoire. Klap de witte flappen terug zodat ze de voorrand van het substraat bedekken. De zwarte plaatjes zijn magnetisch en houden het substraat vast.
Pagina 71
Til het laadaccessoire en de voorrand van het substraat samen op. Laad het substraat handmatig, zie Ondersteund handmatig laden op pagina Het laadaccessoire gaat met het substraat over het substraatpad van de printer. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat u de hardingszone of de plaat niet aanraakt, want ze kunnen heet worden.
Pagina 72
HP Photorealistic Poster Paper (in de Papiercategorie) om de vacuümdruk die wordt toegepast tijdens het laden te maximaliseren. Ga na het...
Pagina 73
Ondersteund handmatig laden In de volgende gevallen moet de ondersteunde laadprocedure handmatig gebeuren: ● Het substraat is ongewoon dun of dik. ● Het substraat heeft gerafelde randen. ● Het substraat neigt naar opkrullen aan de randen. ● De afdrukzijde van het substraat is naar buiten gericht. ●...
Pagina 74
Schuif de bovenrand van het substraat voorzichtig in de printer boven de gladde zwarte roller en zorg ervoor dat het substraat strak gespannen blijft tijdens het proces. Voorkom dat het substraat handmatig wordt teruggewikkeld tenzij de printer daarom vraagt. Ga verder met het doorvoeren van het substraat totdat het de drukplaat bereikt. Open het venster om het substraat te helpen doortrekken en blijf het substraat invoeren totdat de voorrand zich minstens op dezelfde hoogte als de substraatrol bevindt.
Pagina 75
De rest van de ondersteunde laadprocedure is dezelfde als in de normale laadprocedure. Zie Rollen in de printer laden op pagina De randhouders De randhouders zijn ontworpen om te voorkomen dat de randen van het substraat omhoog komen tijdens het afdrukproces. Ze worden aanbevolen voor textiel en tweezijdig afdrukken (zelf als het voorpaneel dit niet voorstelt) en zijn doorgaans niet nodig in andere situaties.
Pagina 76
Schuif de randhouder in de juiste positie. Herhaal dit met de andere randhouder. Plaats de randhouders voor de 360-printer Verwijder de plaatmodule of de inktverzamelaar aan een kant van de printer. Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren en substraatproblemen oplossen NLWW...
Pagina 77
Schuif de randhouder op de plaatmodule of op de inktverzamelaar en pas zijn positie aan: Aan de linkerkant, zo ver mogelijk naar links; Aan de rechterkant, zo ver mogelijk naar rechts. Plaats de plaatmodule of de inktverzamelaar met de randhouder terug op zijn plaats. Herhaal dit met de plaatmodule of inktverzamelaar aan de andere kant.
Pagina 78
● Tijdens het laden probeert de printer de wikkelrichting van de rol te bepalen door de as in beide richtingen te draaien. Wanneer het substraat niet aan de as is bevestigd, wordt het volgende bericht weergegeven. ● Een gesneden vel wordt waarschijnlijk geplaatst met te veel scheeftrekking en de printer kan dit niet automatisch corrigeren.
Pagina 79
Risico van beklemd raken van vingers Zie voor meer veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 De opwikkelspoel Het draagijzer Wanneer de opwikkelspoel wordt gebruikt, moet deze een hangende lus met substraat hebben, die wordt neergedrukt door een draagijzer. Het draagijzer kan verplaatst worden met de opwikkelspoelknoppen of door de opties Move paper of Rewind paper (Papier verplaatsen of Papier terugwikkelen) op het frontpaneel te gebruiken.
Pagina 80
Als u besluit de opwikkelspoel tijdens het afdrukken te laden, moet u uzelf vertrouwd maken met de procedure voordat u op de knop Activeren drukt. Voor het laden van de opwikkelspoel tijdens het afdrukken moet u de procedure voltooien terwijl de printer het substraat toevoert en afdrukt Het laden van de opwikkelspoel tijdens het afdrukken bespaart ongeveer 1,5 m aan substraat.
Pagina 81
Verwijder de opwikkelspoel. Voor de 360-printer, zet u de hendel in elk geval omhoog om beide stops van de opwikkelspoel te verwijderen; deze worden niet gebruikt. Laad de kern op de opwikkelspoel. De kern moet minimaal zo breed zijn als het substraat. Laad de opwikkelspoel in de printer door stevig tegen beide einden te duwen.
Pagina 82
Risico van beklemd raken van vingers Zie voor meer veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 Voer het substraat door door op de knop Move substrate (Substraat doorvoeren) te drukken op het frontpaneel. Zorg ervoor dat het substraat voor de laadtafel langs gaat. Trek het midden van de voorrand van het substraat omlaag om het substraat recht te maken.
Pagina 83
Tape de voorrand van het substraat aan de kern in het midden, daarna aan iedere kant. Zorg ervoor dat het substraat recht is. OPMERKING: Afhankelijk of u de afbeeldingen naar binnen of buiten wilt afdrukken, plaatst u dienovereenkomstig tape. Zie verderop. Druk op de knop op het frontpaneel om het substraat door te voeren en een lus te maken.
Pagina 84
Druk op de blauwe pijl op de opwikkelspoelmotor om de spoel een volle slag te draaien. Dit helpt bij het ondersteunen van het gewicht van het draagijzer. Druk op de knop op het frontpaneel om het substraat opnieuw door te voeren. Breng de laadtafel voorzichtig omlaag om kreukels te voorkomen en het wikkelen te bevorderen.
Pagina 85
Plaats voorzichtig het draagijzer. Dit is essentieel: de opwikkelspoel zal zonder deze niet goed werken. Plaats het draagijzer aan beide kanten in de steunen. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken. Risico van beklemd raken van vingers Zie voor meer veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 Gebruik de wikkelrichtingschakelaar op de opwikkelspoelmotor om de wikkelrichting te selecteren.
Pagina 86
OPMERKING: Alleen voor HP Designjet 360-printers: Als de opwikkelspoel geladen is tijdens het afdrukken, kalibreert u de substraatdoorvoersensor voor optimale afdrukkwaliteit. Op het frontpaneel drukt u op daarna op Image quality maintenance > Substrate advance calibration > OMAS calibration (Instellingen >...
Pagina 87
Terwijl u het substraat vasthoudt, gebruikt u de wikkelknop op de opwikkelspoelmotor om het restant van het substraat om de opwikkelspoel te wikkelen. Ontgrendel de opwikkelspoel door de hendel helemaal omhoog te duwen. Haal de opwikkelspoel uit de printer; trek eerst het uiteinde aan de rechterkant van de printer uit. Rol uit printer verwijderen op pagina 72 om de rol van de printer te halen nadat u de opwikkelspoel hebt verwijderd.
Pagina 88
Dubbelzijdig afdrukken in detail Plaats het substraat op de manier die hoort bij het substraat dat u gebruikt. U kunt eventueel de af te drukken zijde selecteren in het menu Dubbele zijde in het laadconfiguratiescherm. Als de RIP dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, selecteert u dubbelzijdig afdrukken in uw RIP-software. OPMERKING: De automatische snijder en de extra boven-/ondermarge worden beide uitgeschakeld bij dubbelzijdig afdrukken.
Pagina 89
De printer zoekt de referentielijn op het substraat. Als dit niet wordt gevonden, wordt u op het frontpaneel gevraagd het substraat te verplaatsen met de toetsen Rewind substrate Advance substrate (Substraat terugwikkelen en Substraat doorvoeren) totdat de referentielijn is uitgelijnd met de vaste lijn op de plaat.
Pagina 90
De substraatbreedte en de rechterrandpositie wijzigen Als de substraatranden niet correct door de printer worden gevonden, kunnen ze via het frontpaneel worden gewijzigd door op , daarna op Substrate > Substrate handling options > Substrate width of Right edge position te drukken (Instellingen > Substraat > Opties voor substraatbehandeling > Substraatbreedte of Rechterrandpositie).
Pagina 91
Het substraat opslaan Hier volgen enkele tips voor de opslag van het substraat ● Bewaar niet-gebruikte rollen altijd in de kunststof hoes om verkleuring en stofophoping te voorkomen. Plaats rollen die niet volledig zijn gebruikt, opnieuw in de hoes. ● Stapel rollen niet op elkaar.
Pagina 92
Het substraat is verkeerd geplaatst Als u bovenstaande melding op het voorpaneel ziet, doet u als volgt. Til de substraathendel op. Plaats het substraat handmatig opnieuw op de plaat. Zet de substraathendel omlaag. Herhaal bovenstaande stappen totdat op het voorpaneel de melding Gereed wordt weergegeven. Het substraat is vastgelopen Wanneer het substraat is vastgelopen, verschijnt meestal de melding Substraat mogelijk vastgelopen op het voorpaneel plus een van de verschillende foutcodes (zie...
Pagina 93
Open het printervenster. Snijd het substraat af op de plek waar het de printer binnenkomt en wind de invoerrol opnieuw op. Probeer de printkopwagen opzij te schuiven. Zet de substraataandrukhendel zo ver mogelijk omhoog. Verwijder voorzichtig zo veel mogelijk van het vastgelopen substraat uit de bovenkant van de printer. Snijd het substraat indien nodig.
Pagina 94
VOORZICHTIG: Probeer het substraat niet door het invoerpad te trekken. Hiermee draait u de normale bewegingsrichting namelijk om en kunnen er printeronderdelen beschadigd raken. WAARSCHUWING! Raak de hardingsbehuizing van de printer niet aan; deze kan heet zijn. Risico van brandwonden Zie voor meer veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen op pagina 4 Zet de substraataandrukhendel omlaag.
Pagina 95
● Schakel de automatische snijder uit. ● Ga naar het frontpaneel en druk op , daarna op Substrate handling options > Extra bottom margin en Extra top margin (Substraat > Opties voor substraatbehandeling > Extra ondermarge en Extra bovenmarge). Stel beide marges in op 100 mm. Als dat niet voldoende is, moet u hogere waarden proberen.
Pagina 96
● Zelfklevende vinylsubstraten (alleen enkele specifieke kalendervinyls) ● Posterpapier op cellulosebasis zonder versteviging of coating, met inbegrip van HP Photorealistic Deze vervorming kan in het bijzonder opvallen bij de volgende toepassingen. ● Afdrukken van afbeeldingen die later automatisch of handmatig worden gesneden. Wanneer er sprake is van buigvervorming kan het zijn dat snijders die aan de zijkanten zijn uitgelijnd de uitlijning in het midden verliezen.
Pagina 97
In de praktijk is de vereiste correctiewaarde meestal negatief. TIP: U kunt gebruikmaken van de diagnostische afbeelding op http://IPaddress/hp/device/webAccess/ diagnostic/StraightnessOptimizationPlot.pdf (waarbij IPaddress het IP-adres van de printer is) voor hulp bij het bepalen van de correctiewaarde die u moet toepassen.
Pagina 98
LED-status van Probleem Onderbroken Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing opwikkelspoel afdruktaak? Snel knipperend Opwikkelspoel draait Het draagijzer staat in Wijzig de wikkelrichting niet de lage stand, omdat de met de wikkelrichting niet juist wikkelrichtingschakelaa r op de opwikkelspoelmotor. U moet mogelijk de blauwe pijlknoppen gebruiken om het substraat van de grond...
Pagina 99
Substraatinstellingen ● Voorinstellingen substraat ● Online zoeken ● HP Medialocator ● Generieke voorinstellingen ● Een substraatvoorinstelling klonen ● Een substraatvoorinstelling wijzigen ● Een nieuw substraat toevoegen ● Een substraatvoorinstelling verwijderen ● Sneller afdrukken ● Kleurkalibratie ● Kleurconsistentie tussen verschillende printers (alleen 360) ●...
Pagina 100
Als u een substraat laadt waarvoor er geen specifieke voorinstelling beschikbaar is, hebt u de keuze uit verschillende opties: ● Gebruik de functie Online search (Online zoeken) op het frontpaneel of de HP Medialocator op het internet om naar een specifieke voorinstelling voor uw substraat te bladeren en te zoeken en deze te downloaden.
Pagina 101
Als u bijvoorbeeld "HP" kiest als merkfilter, worden alleen substraatvoorinstellingen van HP weergegeven. Als u meerdere filters gebruikt, worden de zoekresultaten beperkt volgens de combinatie van de filterinstellingen. Als u bijvoorbeeld "HP" kiest als merkfilter en "Zelfklevend vinyl" als typefilter, worden alleen substraatvoorinstellingen voor zelfklevende vinylsubstraten van HP weergegeven.
Pagina 102
Sommige ondersteunde RIP's kunnen een soortgelijke online zoekfunctie naar substraatvoorinstellingen implementeren door dezelfde database van HP Medialocator te openen. Het maakt niet uit of u het zoekfrontpaneel van de printer of de RIP-gebaseerde zoekfunctie gebruikt; het eindresultaat is hetzelfde. De ondersteunde RIP-software synchroniseert zijn lijst met substraatvoorinstellingen met de printer, zodat de printer en de RIP altijd over dezelfde lijst beschikken.
Pagina 103
Generieke voorinstellingen Generieke voorinstellingen zijn ontworpen voor een hele substraatcategorie in plaats van voor een bepaald substraat. Ze kunnen niet bewerkt, gewist, opgeslagen, kleur-gekalibreerd of ICC-geprofileerd worden; maar ze kunnen wel gekloond worden. Als u daarom absoluut een generieke voorinstelling wilt wijzigen, moet u deze eerst klonen en daarna met de kloon werken die volledig bewerkbaar is.
Pagina 104
Klik op Clone (Klonen) om de voorinstelling te klonen en voer een naam in voor de nieuwe voorinstelling. Een substraatvoorinstelling wijzigen U kunt een voorinstelling wijzigen door op Modify (Wijzigen) te drukken. Klik op het pictogram van de afdrukmodus die u wilt wijzigen; of klik op Add new print mode (Nieuwe afdrukmodus toevoegen).
Pagina 105
Een nieuw substraat toevoegen Als u geen kant-en-klare voorinstelling voor uw substraat kunt vinden en als u verkiest om geen generieke voorinstelling te gebruiken of te wijzigen, kunt u uw eigen voorinstelling vanaf een schets aanmaken. De wizard Nieuw substraat toevoegen helpt u om de beste instelling voor uw substraat te verkrijgen. Het zal u eerst om informatie over het substraat vragen en het voorgenomen gebruik ervan, een aantal testafdrukken afdrukken en u vragen deze te evalueren.
Pagina 106
Het frontpaneel leidt u door de opeenvolgende stappen om uw nieuwe voorinstelling aan te maken. Het volgende scherm wordt weergegeven: Druk op de blauwe knop om de testafdruk van de inktdroging en kleurverzadiging uit te voeren; ga daarna verder met de instellingen aan te passen en druk opnieuw af tot u tevreden bent met het resultaat.
Pagina 107
● Rechtheid- of boogcompensatie: Hiermee kunt u tonvormige substraatvervorming compenseren. De waarde is de afstand van de verplaatsing van het midden van het substraat ten opzichte van de randen links en rechts. Zie Het substraat vervormt in een boog op pagina ●...
Pagina 108
De instellingen wijzigen tijdens het afdrukken U kunt het frontpaneel gebruiken om de volgende instellingen aan te passen tijdens het afdrukken. ● Om de temperatuur, het vacuüm, de vertragingscompensatie tussen de passages en de substraatdoorvoerinstellingen tijdens het afdrukken te wijzigen, drukt u op Adjustments (Aanpassingen) op het afdruktaakscherm van het frontpaneel en kiest u de instelling die u wilt aanpassen.
Pagina 109
XXX: Inktdichtheid OPMERKING: Meer specifieke instellingen voor veel substraten van diverse leveranciers kunt u vinden in de HP Substrate Finder op http://www.hp.com/go/latexmediafinder/. OPMERKING: Nadat u het aantal passages hebt geselecteerd in het scherm Nieuwe afdrukmodus toevoegen, moet u de afdrukmodus opnieuw instellen op de standaard categoriewaarden voor die afdrukmodus.
Pagina 110
Een substraatvoorinstelling verwijderen U kunt substraatvoorinstellingen verwijderen die u zelf hebt toegevoegd, met uitzondering van de voorinstellingen die met de printer zijn meegeleverd. Hiervoor drukt u op het pictogram (Bak) in het substraatbibliotheekscherm. Als u een voorinstelling wilt verwijderen, verliest u de verwijzing naar dit substraat in de gebruik- en telgegevens.
Pagina 111
OPMERKING: Kleurkalibratie werkt mogelijk niet correct met inkten die niet van HP afkomstig zijn. Er zijn gevallen waarin een substraat niet kan worden gekalibreerd. In deze gevallen zijn de opties Calibrate en Reset (Kalibreren en herstellen) niet beschikbaar: ● Het geladen substraat heeft een generieke voorinstelling.
Pagina 112
Start de kleurkalibratie vanuit het frontpaneel. Wanneer de kleur kalibratie is voltooid, kunt u de wikkelrichting van de opwikkelspoel opnieuw instellen. Kleurkalibratie voor de 310- of 330-printer Het testschema van de kleurkalibratie wordt afgedrukt met een vaste afdrukmodus met een hoog aantal passages en vaste hardings- en drooginstellingen om afdrukconsistentie te garanderen.
Pagina 113
In de volgende gevallen moet een kalibratie worden uitgevoerd: ● Als een nieuw substraattype wordt gebruikt dat nog niet is gekalibreerd. ● Wanneer u grote kleurverschillen ziet tussen afdrukken. Dergelijke kleurverschillen worden in het algemeen veroorzaakt door veroudering en slijtage van de printkoppen, de installatie van nieuwe printkoppen en veranderingen in substraatkenmerken tussen twee rollen.
Pagina 114
Het testschema word gescand door de ingebouwde spectrofotometer van HP. Als de scan niet met succes kan worden voltooid, verschijnt er een melding op het frontpaneel; zie Foutmeldingen op het frontpaneel op pagina 171. Aan de hand van de metingen die de spectrofotometer uitvoert, berekent de printer de correctietabellen die worden toegepast op uw afdruktaken om te zorgen kleuren op dat substraattype consistent worden gedrukt.
Pagina 115
Zie Kleurkalibratie op pagina 104. Exporteer de gekalibreerde substraatvoorinstelling. Zie HP Medialocator op pagina Importeer de substraatvoorinstelling van stap 2 op printer B. Zie HP Medialocator op pagina Kleurkalibreer de voorinstelling met printer B. De kleuren die op dit substraat worden afgedrukt met printer A en printer B, zouden nu zeer gelijkaardig moeten zijn.
Pagina 116
Nadat u op Create ICC profile (ICC-profiel aanmaken) gedrukt heeft, vindt het volgende proces plaats: Een profieltestschema wordt afgedrukt op het geladen substraat met de geselecteerde afdrukmodus. Het afgedrukt testschema word gemeten met de ingebouwde spectrofotometer van HP. De kleurmetingen houden verband met de doelkleurmiddelwaarden van de firmware van de printer om het ICC-profiel te genereren.
Pagina 118
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ● Algemeen advies bij afdrukken ● Afdrukkwaliteit verbeteren ● Meest voorkomende afdrukkwaliteitsproblemen 112 Hoofdstuk 5 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen NLWW...
Pagina 119
Algemeen advies bij afdrukken Handel als volgt wanneer u een probleem hebt met de afdrukkwaliteit: ● Controleer of het substraattype dat u heeft geselecteerd op het bedieningspaneel en in uw RIP- software overeenkomt met het substraattype dat in de printer is geladen. Zorg ervoor dat het substraattype gekalibreerd is (waaronder substraatdoorvoer, printkop en kleurkalibratie).
Pagina 120
U kunt ook de testschema's afzonderlijk afdrukken voor een specifieke foutopsporing van de staat van de spuitmondjes, de uitlijning, de optimalisatie of problemen met de substraatdoorvoer en substraatkwaliteit zoals hieronder wordt beschreven. 1. Statusschema voor de printkoppen Het statusschema voor de printkoppen bestaat uit patronen die zijn ontworpen om problemen met de betrouwbaarheid van de printkop weer te geven.
Pagina 121
Vergelijk de drie rijen. ● De rij met het teken toont een gesimuleerde afbeelding met een meer dan normale hoeveelheid optimalisatie. ● De rij met het teken (Min) toont een gesimuleerde afbeelding met een minder dan normale hoeveelheid optimalisatie die overeenkomt met meer dan 200 geblokkeerde spuitmondjes. ●...
Pagina 122
Als er duidelijk verschil is in kwaliteit is tussen de rijen, zijn er minstens twee mogelijke verklaringen: ● Als de kwaliteit van de rij met het teken hoger is, is het substraat zeer gevoelig voor de hoeveelheid optimalisatie. Ga naar uw substraatbibliotheek op het frontpaneel of in uw RIP, selecteer uw afdrukmodus en verhoog de hoeveelheid optimalisatie in de geavanceerde instellingen.
Pagina 123
3. Statusschema voor de uitlijning van de printkoppen Zo drukt u het statusschema voor de uitlijning van de printkoppen af: Gebruik hetzelfde substraattype als bij de detectie van het probleem. Of overweeg het gebruik van vinylglossubstraat voor een betere zichtbaarheid van de optimalisatie in het bijzonder. Ga naar het frontpaneel en druk op , daarna op Image-quality maintenance >...
Pagina 124
Als de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd of als u er twijfels over heeft, omdat er bijvoorbeeld een substraatbotsing heeft plaatsgevonden, dan lijnt u de printkoppen uit. Zie Printkoppen uitlijnen op pagina 137. 4. Het statusschema van de substraatdoorvoer Om de kwaliteit van de afdruk precies af te stellen, kan het nodig zijn om de snelheid waarmee het substraat wordt doorgevoerd aan te passen.
Pagina 125
Substraatdoorvoer tijdens het afdrukken aanpassen Wanneer u niet meer dan zes passages gebruikt, kunt u de substraatdoorvoer nauwkeuriger afstellen tijdens het afdrukken: druk op , daarna op Adjustments > Advance factor (Afdrukken printer > Aanpassingen > Doorvoerfactor) Selecteer een wijzigingswaarde van –10 mm/m tot +10 mm/m (of mils/ inch).
Pagina 126
Meest voorkomende afdrukkwaliteitsproblemen Korreligheid Wanneer dit probleem zich voordoet: ● Controleer of de verticale correctie-optie is uitgeschakeld in de RIP en op het voorpaneel. Druk op het frontpaneel op , daarna op Image-quality maintenance > Vertical correction (Instellingen > Onderhoud afdrukkwaliteit > Verticale correctie) (als deze optie beschikbaar is). ●...
Pagina 127
● Als u gebruikt maakt van een afdrukmodus met zes of minder passages, probeert u het aantal passages te verhogen. Als u met weinig passages werkt, kunt u een zekere mate van streepvorming verwachten. ● Wanneer er strepen optreden in alle kleuren over de breedte van de afgedrukte afbeelding is er waarschijnlijk een probleem met de substraatdoorvoer.
Pagina 128
Verticale strepen Om diverse redenen kunnen verschillende soorten verticale banden verschijnen. ● Regelmatige verticale streepvorming die overeenkomt met de plaatvorm kunnen waargenomen worden op papier gebaseerde substraten en in het algemeen op dunne substraten in vlakvullingen met een middelgrote dichtheid, zoals grijs of paars. Voer de volgende suggesties uit om dit probleem te voorkomen: ◦...
Pagina 129
De afdruk is misvormd in een gebogen vorm Dit kan zich voordoen als gevolg van een buigvervorming van het substraat. Zie Het substraat vervormt in een boog op pagina Onjuist uitgelijnde kleuren Wanneer de kleuren in een richting onjuist zijn uitgelijnd, kunnen de printkoppen onjuist zijn uitgelijnd. Dit is waarschijnlijk wanneer de printkoppen lange tijd niet zijn uitgelijnd of wanneer het substraat is vastgelopen.
Pagina 130
Gebruik de RIP om zijwaartse kleurstroken toe te voegen aan de zijkant van het schema, vlak bij de inktvoorraden. De kleurstroken zijn ontworpen om alle spuitmondjes van de printkoppen te gebruiken, zodat het probleem zich niet voordoet. OPMERKING: Deze optie is niet in alle RIP's aanwezig. Voeg handmatig zijwaartse kleurstroken toe voor het afdrukken.
Pagina 131
gewoonlijk verkregen door het gebruik van zo veel mogelijk zwart en zo weinig mogelijk composiet bij het aanmaken van het ICC-profiel. Inktvlekken De volgende redenen kunnen ertoe leiden dat u inktvlekken ziet op de afbeelding. ● Het substraat is schuin geplaatst. Er wordt tijdens de laadprocedure een waarschuwing weergegeven als het substraat erg schuin ligt.
Pagina 132
● Wanneer de symptomen alleen optreden aan het begin van de eerste afdruk nadat de printer enige tijd niet is gebruikt (met name wanneer aan het begin van de afdruk veel inkt wordt gebruikt) Dit kan enkel een tijdelijk probleem zijn: probeer opnieuw af te drukken, en misschien kunt u ook de inktlimieten enigszins verlagen.
Pagina 133
linkerkant van de derde, zodat alle aangrenzende gebieden worden afgedrukt op hetzelfde punt in de strook en zo dus dezelfde kleur hebben. Deze functie is beschikbaar in alle RIP's. ● Variaties in afmetingen tussen tegels Sommige specifieke bannersubstraten hebben geen eenvormige afmetingsstabiliteit bij het afdrukken van erg lange tegels.
Pagina 134
Door de doezelaar en kleuruitvloeiing bij hoge productiviteit te onderdrukken, worden tekst en beelddetails scherp weergegeven. HP Latex-optimizer zorgt ook voor het droog- en uithardingsproces van de HP Latex-inkten om te werken bij lagere temperaturen en energiezuiniger te zijn. Dit biedt extra voordelen: er kunnen brede substraten worden gebruikt en het stroomverbruik wordt verlaagd.
Pagina 135
Printkoppen De printkoppen zetten inkt af op het substraat. Elke printkop, met uitzondering van de optimalisatieprintkop, is verbonden met de twee inktcartridges. De printkoppen zijn uiterst duurzaam en hoeven niet te worden vervangen elke keer dat u een inktpatroon vervangt. Ze zorgen voor uitmuntende resultaten ook wanneer de inktpatronen bijna leeg zijn. Voor het behoud van optimale afdrukkwaliteit worden de printkoppen automatisch met regelmatige intervallen getest.
Pagina 136
'veilige' modus. HP is niet in staat om de prestaties van het afdruksysteem te garanderen wanneer het buiten omgevingsspecificaties wordt gebruikt of wanneer gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktpatronen worden gebruikt.
Pagina 137
Hardware-onderhoud Voor het uitvoeren van de taken in dit hoofdstuk moet u mogelijk gebruikmaken van de onderhoudskit voor gebruikers die bij de printer is geleverd. ● Tips voor het inktsysteem ● De inktpatronen onderhouden ● Inktpatroon vervangen ● Kan inktpatroon niet plaatsen ●...
Pagina 138
Tips voor het inktsysteem Volg altijd deze richtlijnen voor de beste resultaten: ● Volg de instructies op het voorpaneel tijdens de installatie. ● Laat de printer en de onderhoudscartridge de printkoppen automatisch reinigen. ● Verwijder de inktpatronen en printkoppen alleen wanneer nodig. ●...
Pagina 139
Een inktpatroon verwijderen Op het frontpaneel van de printer, drukt u op , daarna op Replace ink cartridges (Inkt > Inktcartridges vervangen). U kunt ook op , daarna op Ink > Replace ink cartridges drukken (Instellingen > Inkt > Inktcartridges vervangen). Pak het blauwe lipje vast aan de voorkant van de patroon die u wilt verwijderen.
Pagina 140
Til de patroon uit de lade. OPMERKING: Raak het uiteinde van de patroon dat zich in de printer bevindt niet aan, aangezien het contactpunt bedekt kan zijn met inkt. OPMERKING: Sla, indien nodig, een deels gebruikte inktpatroon op in dezelfde positie alsof hij in de printer is geplaatst.
Pagina 141
Als het defect van de printer of de schade aan de printer is veroorzaakt door het gebruik van een niet- HP of een opnieuw gevulde inktpatroon, brengt HP u haar standaardtarieven voor tijd en materiaal in rekening voor het repareren van de printer vanwege die specifieke fout of schade, zelfs als de printer binnen de garantieperiode valt.
Pagina 142
Als u opnieuw gevulde inktpatronen of patronen van een andere leverancier dan HP wilt gebruiken, moet u deze instructies in acht nemen om te zorgen dat de printer een patroon gebruikt waarvan de printer denkt dat deze leeg is. VOORZICHTIG: Het gebruik van een compleet lege inktpatroon kan de printkoppen beschadigen.
Pagina 143
De uitlijningsinstellingen blijven behouden bij het wijzigen van substraten totdat de printkoppen opnieuw worden uitgelijnd. De HP Latex-optimizer kan alleen worden uitgelijnd op bepaalde ondergronden, zoals zelfklevend vinyl. Het patroon varieert naargelang het substraat.
Pagina 144
(bijvoorbeeld A:9). Patronen A en B worden gebruikt om de HP Latex-optimizer uit te lijnen. Deze zullen alleen zichtbaar zijn op bepaalde substraten, zoals zelfklevend vinyl. Als het beste uitlijningspatroon niet kan worden bepaald, moet de standaardwaarde 10 worden gebruikt.
Pagina 145
Afbeelding 7-2 Detail van patroon B Als u notities op elke rij hebt gemaakt, voert u de correctiewaarden hierna in via het frontpaneel of de geïntegreerde webserver. Wanneer u via het frontpaneel de correctiewaarden wilt invoeren, drukt u op , daarna op Image- quality maintenance >...
Pagina 146
Een printkop verwijderen Op het frontpaneel van de printer, drukt u op (Inkt) (360) of op het printkoppenpictogram (310/330), daarna op Replace printheads (Printkoppen vervangen). De wagen schuift naar de verwijderstand. VOORZICHTIG: Wanneer de wagen langer dan 3 minuten in de verwijderstand blijft staan zonder dat er inktkoppen worden geplaatst of verwijderd, probeert deze terug te rijden naar de normale positie (rechteruiteinde).
Pagina 147
Trek de vergrendeling aan de bovenkant van de wagen omhoog en laat weer los. Til de afdekplaat omhoog. Zo verkrijgt u toegang tot de printkoppen. Zet de blauwe hendel omhoog om een printkop te verwijderen. Gebruik de blauwe hendel om de printkop voorzichtig los te maken. NLWW Een printkop vervangen 141...
Pagina 148
Trek de blauwe hendel voorzichtig omhoog tot de printkop los komt uit de wagen. VOORZICHTIG: Trek niet plotseling aan de hendel. Hiermee kunt u de printkop beschadigen. VOORZICHTIG: Als u een oude printkop wilt bewaren voor later gebruik, plaatst u het kapje en de dop opnieuw op de printkop.
Pagina 149
Verwijder de oranje bescherming door deze naar beneden te trekken. OPMERKING: De beschermingskapjes van de optimalisatie zijn wit of doorzichtig. De printkop is zo ontworpen dat u deze alleen in de juiste sleuf kunt plaatsen. Controleer of de kleur van het etiket op de printkop overeenkomt met de kleur van het etiket op de wagensleuf waarin u de printkop plaatst.
Pagina 150
Druk de kop omlaag zoals is aangegeven door de pijl. VOORZICHTIG: U kunt enige weerstand voelen wanneer u de nieuwe printkop installeert, daarom moet u hem krachtig, maar soepel naar beneden duwen. U hoort een geluidsignaal en ziet een bevestiging op het voorpaneel wanneer de printkop is geplaatst. Plaats eventuele andere printkoppen die moeten worden geïnstalleerd en sluit de afdekplaat van de wagen.
Pagina 151
Laat de grendel rusten op de afdekplaat van de wagen. Wanneer alle printkoppen correct zijn geplaatst en door de printer zijn geaccepteerd, geeft de printer een geluidssignaal. OPMERKING: Als u geen geluidssignaal hoort wanneer u de printkop plaatst en het bericht Vervangen op het voorpaneel verschijnt, moet u mogelijk de printkop opnieuw plaatsen.
Pagina 152
Onder deze omstandigheden raadt HP u aan om de elektrische contacten van de printkop te reinigen. Regelmatig reinigen van de contacten zonder zichtbare problemen wordt echter niet aangeraden.
Pagina 153
Open de wagencontactwisser. Plaats het korte lipje van het doekje in de sleuf aan de voorkant van de wagencontactwisser. Sluit de wagencontactwisser om het doekje vast te zetten. Open de printkopwagenvergrendeling en verwijder de defecte printkop zoals is aangegeven op het voorpaneel.
Pagina 154
Plaats de wagencontactwisser achter in de printkopsleuf. Veeg de elektrische contacten schoon door de wisser tussen de elektrische contacten achter in de sleuf en de stalen veer te plaatsen, met het doekje naar de elektrische contacten toe. Probeer geen inktafzetting te absorberen die zich mogelijk op de bodem van de sleuf bevindt.
Pagina 155
Gebruik hetzelfde doekje en maak de onderste strip elektrische contacten op de printkop schoon (tenzij de printkop nieuw is). Raak de bovenste set elektrische contacten niet aan. VOORZICHTIG: Raak het printkopoppervlak met de spuitmondjes niet aan, omdat deze gemakkelijk beschadigen. Laat beide connectoren even drogen en plaats vervolgens de printkop weer in de wagen.
Pagina 156
Gooi het vuile doekje op een veilige plaats weg om te voorkomen dat er inkt terechtkomt op uw handen of kleding. Als het bericht Opnieuw installeren of Vervangen niet verdwijnt, vervangt u de printkop of neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Vervang de onderhoudscartridge.
Pagina 157
BELANGRIJK: Wanneer u een onderhoudscartridge verwijdert, mag u niet vergeten dat deze vol inkt zit. Daarom: ● Draag handschoenen. ● Verwijder hem voorzichtig en horizontaal om spatten te voorkomen. ● Hanteer en bewaar de onderhoudscartridge altijd rechtop. WAARSCHUWING! Zorg dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat de printer wegrolt.
Pagina 158
Wanneer de cartridge voor de helft uitgeschoven is, houdt u hem met beide handen vast, omdat het zwaar kan zijn. BELANGRIJK: Schuif de cartridge er horizontaal uit om morsen te voorkomen omdat hij vol inkt zit. Verwijder de plastic afdekking van de nieuwe onderhoudscartridge. 152 Hoofdstuk 7 Hardware-onderhoud NLWW...
Pagina 159
Plaats de onderhoudscartridge in de sleuf, zoals wordt aangegeven door de pijl. Druk de onderhoudscartridge naar binnen tot hij niet meer uit de sleuf uitsteekt. U zult merken dat de printer de cartridge opneemt: gebruik niet te veel kracht. OPMERKING: De nieuwe onderhoudscartridge wordt pas op het frontpaneel weergegeven nadat de deur is gesloten.
Pagina 160
Dit beïnvloedt de prestaties van de printer. De volgende procedure is hier ook als video beschikbaar: http://www.hp.com/go/latex300/videos. Op het frontpaneel, drukt u op , daarna Preventive maint. tasks > Carriage rod lubrication (Instellingen >...
Pagina 161
Wacht totdat de stang droog is om het venster te sluiten. De wagen beweegt naar de linkerkant van de printer om u toegang te bieden tot het deel van de stang onder de rechterklep. Open het printervenster. Reinig het gedeelte van de wagenstang onder de rechter afdekplaat zoals beschreven in stap 3. Pak de fles olie uit de onderhoudsset die bij de printer wordt geleverd (indien nodig kunt u vervangingsset bestellen).
Pagina 162
Codeerstrook reinigen Het reinigen van de codeerstrookstrip is een essentieel onderdeel van het onderhoud van de printer en kan vele systeemfouten oplossen: ● Systeemfouten 86:01 of 87:01 en fouten die gerelateerd zijn aan een foutieve positie van het wagensamenstel, zoals wagenbotsingen tegen de zijkant van de printer. ●...
Pagina 163
OPMERKING: Druk niet af op poreuze substraten wanneer u de plaat gebruikt omdat deze vuil zal worden. Gebruik de inktverzamelaar voor poreuze substraten. OPMERKING: Indien u bij het reinigen van de plaat ziet dat er een sticker ontbreekt of niet op zijn plaats gekleefd is, kunt u deze vervangen door een van de reservestickers die zijn voorzien in de gebruikersonderhoudskit.
Pagina 164
Gebruik dezelfde droge borstel om droge, losse inktresten van het plaatoppervlak te verwijderen. Maak de gebruikte doek licht vochtig met 95% ethanol om de overgebleven droge inktresten van de plaat te verwijderen. OPMERKING: Droge inktafzettingen hebben meer tijd nodig om verwijderd te worden. OPMERKING: De onderhoudsset bevat geen ethanol van 95%.
Pagina 165
De substraatdoorvoersensor is een zeer klein rechthoekig venster (minder dan 1 cm²) dat zich dicht bij het derde klemwiel van rechts bevindt. HP raadt u aan het venster van de substraatdoorvoersensor te reinigen wanneer u ook de printplaat reinig en wanneer u problemen heeft met de afdrukkwaliteit.
Pagina 166
In dit geval raadt HP aan dat u minimaal 3 uur wacht voordat u de printer aanzet of de inktpatronen installeert om het condensaat te laten verdampen.
Pagina 167
● De printeronderdelen kunnen worden vervangen op een moment dat u de printer niet nodig hebt. ● Tijdens een onderhoudsbezoek vervangt de onderhoudstechnicus meerdere onderdelen tegelijk. Hierdoor hoeft de technicus maar één keer langs te komen. NLWW Service-onderhoud 161...
Pagina 168
● FAT vooraf opgemaakt ● Geen hardwarecodering De firmware-update uitvoeren Download de firmwareupdate van http://www.hp.com/go/latex300/support/ en sla deze op in het USB- flashstation. BELANGRIJK: De hoofdmap van het USB-flashstation mag slechts één firmwarebestand (.fmw) bevatten en geen andere bestanden. Schakel de printer uit.
Pagina 169
In de geïntegreerde webserver selecteert u het tabblad Setup en vervolgens Firmware-update > Manual firmware update (Installatie > Firmware bijwerken > Firmware handmatig bijwerken). Volg de instructies op het scherm om het firmwarebestand vanaf http://www.hp.com/go/latex300/ support/ te downloaden en deze op uw harde schijf op te slaan. Selecteer daarna het gedownloade .fmw-bestand en klik op Bijwerken.
Pagina 170
Automatische firmware-updates Automatische firmware-updates zijn handig en mogelijk met printers aangesloten op het web. Uw printer kan automatisch de nieuwste firmware downloaden en dit voor u installeren. Belangrijke opmerkingen ● Uw printer moet zijn verbonden met het internet. ● Om automatische firmware-updates te configureren, kunt u het frontpaneel of de geïntegreerde webserver gebruiken (Setup >...
Pagina 171
U ziet daar ook de nieuwste lijst met benodigdheden en accessoires voor uw printer. ● Neem contact op met HP-ondersteuning (zie Als u hulp nodig hebt op pagina 39) en controleer of wat u wilt, beschikbaar is in uw gebied.
Pagina 172
TIP: Reserve-assen vergemakkelijken het switchen tussen verschillende substraten. Naam Onderdeelnummer HP Latex, as van 2 inch voor printer van 54 inch F0M55A HP Latex, as van 2 inch voor printer van 64 inch F0M56A HP Latex, as van 3 inch voor printer van 64 inch...
Pagina 173
10 Overige problemen oplossen ● De printer krijgt geen IP-adres ● Geen toegang tot geïntegreerde webserver ● De printer drukt niet af ● Het softwareprogramma werkt langzamer of blijft hangen wanneer er een afdruktaak wordt gegenereerd ● De printer lijkt langzaam ●...
Pagina 174
De printer krijgt geen IP-adres Als uw netwerk geen DHCP-server heeft, kan de printer niet automatisch een IP-adres ophalen. In dat geval moet u het IP-adres van de printer handmatig instellen op de volgende manier. Vanuit het frontpaneel drukt u op , daarna Setup >...
Pagina 175
● Mogelijk is er een probleem met de elektriciteitstoevoer. Wanneer de printer niets doet en het frontpaneel niet reageert, controleer dan of de stroomschakelaar aan de achterkant van de printer is ingeschakeld, of de stroomkabel op de juiste wijze is aangesloten en of het stopcontact stroom levert. ●...
Pagina 176
Communicatieproblemen tussen de computer en de printer Dit kan onder andere de volgende symptomen hebben: ● De melding Receiving (Bezig met ontvangen) verschijnt niet op het voorpaneel wanneer u een afbeelding naar de printer hebt verzonden. ● Uw RIP geeft een foutmelding weer wanneer u probeert af te drukken, zoals fout 61:09 of 63:05. Zie Foutmeldingen op het frontpaneel op pagina 171.
Pagina 177
Customer Involvement Program test (Programmatest klantbetrokkenheid): Controleer de verbinding van de printer met het CIP. ● Configuratie-instellingen HP-Medialocator: Controleer of u toegang krijgt tot de online voorinstellingenbibliotheek. U kunt deze tests ook starten vanuit de geïntegreerde webserver: selecteer Support (Ondersteuning) >...
Pagina 178
Foutmelding Aanbeveling 14,73:01 Zeer laag voltage gedetecteerd. Schakel de printer uit en haal beide netsnoeren uit het stopcontact. Controleer of de netsnoeren niet zichtbaar beschadigd zijn. Zorg ervoor dat de ingangsspanning niet buiten de specificaties (180-264 V AC) valt. Steek de stekker van beide netsnoeren volledig in het stopcontact. Zet de printer aan.
Pagina 179
Foutmelding Aanbeveling 16,02:00 De printer kan niet binnen de ingestelde tijdslimiet afkoelen. Controleer of tijdens het afdrukken alle ventilatoren werken en niet verstopt zijn. Schakel de printer uit. Controleer of de omgevingstemperatuur binnen de printerspecificaties valt (15–35°C). Controleer of de elektronische behuizingen aan de achterkant van de printer goed worden geventileerd.
Pagina 180
Foutmelding Aanbeveling 16,84:03, 16,85:03 Luchtgordijnweerstand buiten bereik. Controleer of alle luchtgordijnventilatoren (aan de voorkant van de hardingsmodule) werken en niet verstopt zijn. 21:13 Kan de onderhoudscartridge niet over het gehele pad bewegen. Schakel de printer uit. Wanneer de printer is uitgeschakeld, verwijdert u handmatig de onderhoudscartridge van de printkop.
Pagina 181
Foutmelding Aanbeveling 32:01,1, 32:01,2 Deze fout treedt op wanneer de spanningsbalk langer dan 8 seconden in een van de posities staat waarbij de sensor wordt ingeschakeld. De meest waarschijnlijke oorzaken van deze fout zijn de volgende: ● De wikkelspoelschakelaar op de opwikkelspoelmotor is geactiveerd, maar het substraat is nog niet met tape op de opwikkelspoel bevestigd.
Pagina 182
Foutmelding Aanbeveling 68:03 Er is een verlies van permanente gegevens, zoals configuratie- of boekhoudkundige gegevens, opgetreden. Dit kan gebeuren na een firmware-update met een gegevensstructuur die niet compatibel is met de oudere versie. 74:01 Er is een fout opgetreden bij het uploaden van het bestand van de firmware-update. Zet de printer uit met de aan/uit-knop op het frontpaneel en de stroomschakelaar aan de achterkant van de printer.
Pagina 183
Foutmelding Aanbeveling 94:08 Kleurkalibratie mislukt. Probeer opnieuw. Zie Kleurkalibratie op pagina 104. 98:03 Een of meer van de printkoppen is defect. Gebruik het overzicht van de status van de printkoppen om de defecte printkoppen te zoeken en vervang ze. Zie 1.
Pagina 184
11 Specificaties van de printer Functionele specificaties Tabel 11-1 HP No. 831 inktbenodigdheden Printkoppen Cyaan/zwart, geel/magenta, lichtmagenta/lichtcyaan en optimalisatie. Inktpatronen Geel, zwart, magenta, lichtmagenta, cyaan, lichtcyaan en optimalisatie; alle patronen bevatten 775 ml inkt Onderhoudscartridge Niet kleurspecifiek Tabel 11-2 Substraatformaten (310-printer)
Pagina 185
Tabel 11-5 Afdruksnelheden Passages Geschatte afdruksnelheid (m²/h) HP Latex 360 HP Latex 330 HP Latex 310 65,5 45,1 42,4 31,1 24,8 24,1 22,8 14,8 14,2 17,1 12,4 12,0 13,9 11,5 OPMERKING: Omgevingsomstandigheden, taaklengte en inktdichtheid beïnvloeden de maximale snelheid die u kunt bereiken met een bepaalde afdrukmodus. Speciale opties zoals het gebruik van de inktverzamelaar hebben ook een effect op de afdruksnelheid.
Pagina 186
Fysieke specificaties Tabel 11-7 Fysieke specificaties van de printer HP Latex 310 HP Latex 330 HP Latex 360 Gewicht (inclusief voet) 174 kg 188 kg 207 kg Breedte 2307 mm 2561 mm 2561 mm Diepte 840 mm 840 mm 840 mm...
Pagina 187
In dit geval raadt HP aan dat u minimaal 3 uur wacht voordat u de printer aanzet of de inktpatronen installeert om het condensaat te laten verdampen.
Pagina 188
Overzicht van vaak voorkomende afdrukproblemen In deze tabel staan vaak voorkomende problemen en de parameters die kunnen worden gewijzigd om het probleem te verhelpen. Ook worden er mogelijke neveneffecten weergegeven. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk in deze handleiding voor een gedetailleerdere behandeling van een specifiek probleem. Probleem Parameter Wijziging...
Pagina 189
Probleem Parameter Wijziging Mogelijke neveneffecten Horizontale strepen in verzadigde Inktlimieten Verlagen Verlaagd kleurengamma vlakvullingen Vertragingscompensatie tussen Verhogen Langzamer afdrukken passages: Aantal passages Verhogen Langzamer afdrukken Kleurscheidingen en generatie van donkere kleuren wijzigen Printkoppen uitlijnen De substraatdoorvoersensor reinigen (alleen 360) Printkoppen reinigen Verticale strepen in lage tot Printkoppen uitlijnen normale vlakvullingen...
Pagina 190
Probleem Parameter Wijziging Mogelijke neveneffecten Korreligheid, verkeerde Printkoppen uitlijnen kleurregistratie of slechte scherpte Verticale correctie Verwijderen De substraatdoorvoersensor reinigen (alleen 360) Substraatdoorvoer kalibreren Zwarte gebieden zien er vaag uit of Kleurscheidingen en generatie van de afbeeldingsglans is niet uniform donkere kleuren wijzigen Aantal passages Verhogen Langzamer afdrukken...
Pagina 191
Woordenlijst Een staaf die een rol van een substraat ondersteunt wanneer deze voor het afdrukken wordt gebruikt. Bi-directioneel Bi-directioneel afdrukken wil zeggen dat de printkoppen afdrukken terwijl ze in beide richtingen bewegen. Hierdoor wordt de afdruksnelheid verhoogd. Draagijzer Een in de lus van een substraat ingebracht cilindrisch gewicht dat nodig is voor de opwikkelspoel. ESD (Elektrostatische ontlading) Statische elektriciteit komt in het dagelijks leven vaak voor.
Pagina 192
IP-adres Een unieke identificatie voor een specifiek knooppunt in een TCP/IP-netwerk. Het bestaat uit vier gehele getallen gescheiden door punten. Kleurconsistentie Het vermogen om dezelfde kleuren af te drukken in een specifieke afdruktaak, van afdruk tot afdruk en van printer tot printer.
Pagina 193
De printer voert deze aanpassing normaal automatisch uit, maar deze aanpassing moet mogelijk opnieuw worden gekalibreerd voor substraten die niet door HP worden ondersteund, of bij een ongewone omgevingstemperatuur of vochtigheid. Onjuiste substraatdoorvoercompensatie kan leiden tot strepen bij minder dan 8 passages, of korreligheid bij 8 of meer passages.
Pagina 194
14 kalibratie substraatdoorvoer de printer opnieuw opstarten 38 handleidingen 4 de printer verbinden laadaccessoire gebruiken 63 helderheid van het frontpaneel 15 algemeen 28 luidsprekervolume 15 hoogte 14 verbindingsmethode 28 netwerkinformatie 168 HP Customer Care 39 188 Index NLWW...
Pagina 195
123 vervangen 150 interne afdrukken 20 tekstlijncorrectie 123 ondersteunende diensten Internetverbinding 29 verkeerde afmetingen 126 HP Customer Care 39 probleemoplossing 170 verticale strepen 122 opnieuw gevulde inktpatronen 135 IP-adres 34 zwarte gebieden zien er wazig optimalisatie IP-adres, handmatig instellen 168...
Pagina 196
9 gesneden vel plaatsen 71 voorinstellingen substraat 94 handmatig laden 67 aanmaken 99 informatie weergeven 83 generiek 97 inktverzamelaar 58 HP Medialocator 96 instellingen wijzigen tijdens het klonen 97 afdrukken 102 online zoeken 94 krimp 89 verwijderen 104 laadaccessoire 63...