Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De enige garanties voor producten en services van HP worden vermeld in de specifieke garantieverklaring die wordt meegeleverd met dergelijke producten en services. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantie.
Snijparameters aanpassen........................................ 22 Lengtekalibratie............................................24 Substraatsensor instellen........................................25 Gebruiker wijzigen............................................. 28 4 Snijworkflow ................................................30 Taaktypen ................................................30 Snijtypen................................................30 Taakbewerking en -beheer (RIP)...................................... 33 Snijtaken automatiseren ........................................37 Lange taken verwerken .........................................38 OPOS origin ..............................................39 Lees de HP barcode..........................................40 Het OPOS kalibreren ..........................................41...
Pagina 4
Het substraat verschuift en u ondervindt problemen met het volgen ....................63 Substraatstoringen..........................................64 De snijmachine kan geen HP barcode of registratiemarkeringen detecteren................64 De snijmachine kan niet detecteren of het substraat is geladen of het laden start niet na het laten zakken van de aandrukrollen..........................................64...
Pagina 5
Index....................................................70...
Wanneer u afdruktaken naar de printer wilt verzenden, hebt u Raster Image Processor (RIP) software nodig die op een afzonderlijke computer wordt uitgevoerd. RIP-software is bij diverse bedrijven te verkrijgen. De doos bevat een licentie voor de HP FlexiPrint en Cut RIP, met ondersteuning voor Print and Cut- en Direct Cut-workflows.
Algemene veiligheidsrichtlijnen Er zijn geen door de bediener te onderhouden onderdelen in de snijmachine behalve de onderdelen die aan de orde komen in het reparatieprogramma voor klanten van HP. Laat onderhoud aan andere onderdelen uitvoeren door gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers. Voor meer informatie over het reparatieprogramma voor klanten raadpleegt u http://www.hp.com/go/selfrepair/.
Handleiding voor locatievoorbereiding is beschreven. Gebruik geen verdeeldoos (verlengsnoer) om het netsnoer aan te sluiten. ● Gebruik alleen het netsnoer dat door HP met de snijmachine is meegeleverd. Gebruik geen beschadigd netsnoer. Gebruik het netsnoer niet met andere producten. ●...
● Mors geen vloeistof op de snijmachine. Zorg ervoor dat na het reinigen alle componenten droog zijn voordat u de snijmachine weer gebruikt. ● Gebruik in en om de snijmachine geen spuitbusproducten die ontvlambare gassen bevatten. Gebruik de snijmachine niet in een omgeving met explosiegevaar. ●...
Waarschuwingslabels KORTE BESCHRIJVING Tabel 1-2 Waarschuwingslabels Label Toelichting Waarschuwingslabel zekering. Voor een continue bescherming tegen het risico op brand moet u de zekering alleen vervangen door een zekering met dezelfde waardering. Dubbelpolige/neutrale zekering. Dit label bevindt zich in de buurt van de netingang, op de achterkant.
Pagina 11
Aandrukrollen: De aandrukrollen klemmen het substraat tegen het aandrijfsysteem om een nauwkeurige volging te garanderen. De twee middelste rollen zorgen ervoor dat een breed substraat in het midden plat blijft; ze kunnen worden geactiveerd of gedeactiveerd. Front panel: alle snijbewerkingen kunnen vanuit dit touchscreen worden gestart. Deze geeft informatie weer over de huidige status en/of acties van de snijmachine die moeten worden uitgevoerd.
Pagina 12
Aandrukrollen: De aandrukrollen klemmen het substraat tegen het aandrijfsysteem om een nauwkeurige volging te garanderen. De twee middelste rollen zorgen ervoor dat een breed substraat in het midden plat blijft; ze kunnen worden geactiveerd of gedeactiveerd. Hendel van aandrukrol: deze hendel wordt gebruikt om de aandrukrollen omhoog en omlaag te bewegen om het substraat te laden.
Zorg ervoor dat u beheerdersrechten op de computer heeft en dat Gebruikersaccountbeheer is uitgeschakeld of op het laagste niveau is ingesteld. Klik op USB-stuurprogramma installeren en wacht tot het stuurprogramma is geïnstalleerd. De HP FlexiPrint en Cut RIP wordt ook automatisch geïnstalleerd.
Procedure voor Apple Mac OS X De volgende stappen leveren de volledige procedure voor dit onderwerp. Als u meer dan één snijmachine op dezelfde computer wilt aansluiten, raadpleeg dan USB-poort op pagina Schakel de snijmachine uit. Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op een USB-poort op de computer. Dit uiteinde van de kabel moet een 4-pins USB-serie A-connector hebben.
Pagina 15
Tabel 1-3 Bedieningsknoppen Het instellingenpictogram geeft toegang tot het hoofdmenu. Als u op deze knop tikt, gaat de snijmachine offline en worden alle lopende bewerkingen onderbroken. Het hoofdmenu bevat alle parameterinstellingen en submenu's, evenals toegang tot tests en kalibratieroutines. De weergegeven instellingen worden beïnvloed door het gekozen gereedschap.
Een samenvatting van de bronnen op het web die u nuttig kunt vinden. Ga naar het HP Latex Knowledge Center op http://www.hp.com/communities/HPLatex, waar u gedetailleerde informatie kunt vinden over onze HP Latex-producten en -toepassingen, en gebruik het forum om alles te bespreken wat met het bedrijf te maken heeft.
Eenvoudig, gebruiksvriendelijk ● Een HP Support Specialist voert een diagnose uit en bepaalt of een vervangend onderdeel nodig is voor een defect hardwareonderdeel. ● Vervangende onderdelen worden per expres verzonden. De meeste onderdelen die op voorraad zijn, worden dezelfde dag nog door uw contactpersoon bij...
Het substraat laden U kunt zowel rollen als vellen substraat in de snijmachine laden. Vellen kunnen worden geladen vanaf de voorkant of de achterkant; rollen moeten worden geladen vanaf de achterkant. Het laadproces is hetzelfde, of de taak een afdruk- en snijtaak is of slechts een snijtaak. BELANGRIJK: Wij...
Pagina 19
Draai de knoppen op de twee substraatflenzen los. De volgende illustratie toont een losgedraaide flens (1) en een aangedraaide flens (2). Plaats een losgedraaide flens op één uiteinde van de substraatrol en draai de knop aan. Controleer of de flens goed vast zit. Herhaal dit aan de andere kant van de rol. Leg de rol met flens op de rollen van de substraatvoorraad.
Pagina 20
Plaats de linkerrand van het substraat op de meest linkse aandrijfhuls en controleer of de rechterrand van het substraat over de lange aandrijfhuls is geplaatst. OPMERKING: Als u de HP 54 Plus-basissnijmachine hebt, laad het substraat dan op de manier die in de onderstaande tabel wordt weergegeven. Tabel 3-1 Laadposities HP 54 Plus-basissnijmachine...
Pagina 21
Plaats de aandrukrollen over de aandrijfhulzen, ongeveer 3 tot 15 mm uit de buurt van de buitenranden van het substraat (1). Trek vervolgens aan het substraat terwijl u de flens aan de achterkant vasthoudt, zodat het substraat strak staat. Als deze procedure niet werkt omdat het substraat te smal is om de lange aandrijfhuls te bereiken, plaats dan de linkerrand van het substraat over de tweede aandrijfhuls aan de linkerkant en plaats de rechterrand van het substraat ergens over de lange aandrijfhuls.
Plaats de linkerrand van het substraat op de meest linkse aandrijfhuls en controleer of de rechterrand van het substraat over de lange aandrijfhuls is geplaatst. OPMERKING: Als u de HP 54 Plus-basissnijmachine hebt, laad het substraat dan op de wijze die wordt weergegeven in Het substraat laden op pagina Plaats de aandrukrollen over de aandrijfhulzen, ongeveer 3 tot 15 mm uit de buurt van de...
Breng de hendel van de aandrukrol omlaag om het substraat stevig tegen de aandrijfhuls te duwen. Na één seconde beweegt de gereedschapswagen automatisch van rechts naar links om de bruikbare substraatbreedte te meten. OPMERKING: U wordt afgeraden om het substraat handmatig van de rol te halen. De snijmachine rolt het substraat automatisch af wanneer dat nodig is.
Als de aandrukrollen omhoog komen tijdens een taak, stopt de snijmachine direct en wordt de wagen naar de rechterkant verplaatst. Het substraat kalibreren Kalibratie van het substraat zorgt ervoor dat de sensor de HP barcode en de markeringen kan herkennen. Het substraat kalibreren...
Pagina 25
OPOS is gekalibreerd in de fabriek om te kunnen werken op een breed scala van substraten. Bepaalde substraten echter, zoals die met een hoge glans, of doorzichtige substraten, werken mogelijk niet met de standaardinstellingen. Voordat u met deze materialen gaat werken, moet u een substraatkalibratie uitvoeren.
Pagina 26
Gebruik de pijlen om het mes boven een afgedrukt gebied te plaatsen. Als u klaar bent, tikt u op het pictogram Bevestigen om door te gaan. De snijmachine maakt een cirkelvormige beweging wanneer de reflectie van het substraat wordt gemeten. Gebruik de pijlen om het mes boven een wit gebied te plaatsen.
Gebruik de pijlen om de waarde te wijzigen of tik een nieuwe waarde in. Als u klaar bent, tikt u op het pictogram Bevestigen om door te gaan. Als u de kalibratie wilt herstellen naar de standaardwaarde, tikt u op het instellingenpictogram vervolgens op Kalibraties >...
Als de snelheid omhoog of omlaag gaat, gaan ook de andere parameters omhoog of omlaag. De parameters kunnen afzonderlijk worden gewijzigd en alleen met het programma HP Cutter Control. OPMERKING: De snelheid waarmee de snijmachine het substraat van de rol trekt, is vastgezet op 200 mm/s.
Als de lengtemeting niet nauwkeurig is, dan kan de nauwkeurigheid van de snijmachine worden verhoogd door deze opnieuw te kalibreren. Voor maximale nauwkeurigheid raadt HP aan de snijmachine in te stellen op de eenheid Metric (Metrisch) voor het kalibreren.
Gebruik de pijlen om de waarde te wijzigen of tik een nieuwe waarde in. Tik op het pictogram Bevestigen om de nieuwe kalibratie te bevestigen of op het pictogram Annuleren om te annuleren. OPMERKING: Als u een kalibratie hebt uitgevoerd voor een van de vier gebruikers, kan het nuttig zijn om de gebruikersnaam te wijzigen.
Pagina 31
Tik op Meten. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd het substraat over de sensor te plaatsen. Laad een vel substraat vanaf de voorkant van de snijmachine en bedek daarbij de sensor en onder de twee buitenste aandrukrollen. Laat de aandrukrollen zakken, die over de hendelrollen moeten worden geplaatst. Hoofdstuk 3 Het substraat laden...
Tik op het pictogram Bevestigen om door te gaan. De snijmachine verplaatst het substraat naar achteren en naar voren om de sensor te bedekken en te openen. Het scherm geeft ook de reflectiewaarde van de sensor weer wanneer deze bedekt of niet bedekt is. Tik op de pijl omlaag of de pijl-omhoog om de gevoeligheid te wijzigen.
Blader door het menu en tik op mediasensor. Tik op Uit en bevestig. Gebruiker wijzigen Er zijn vier gebruikersconfiguraties, die kunnen worden ingesteld op verschillende parameterwaarden voor elke gebruiker, zodat u de snijmachine snel voor een ander type taak of substraat kunt configureren door een andere gebruiker te selecteren.
Pagina 34
Selecteer een andere gebruiker uit de lijst. Tik op het pictogram Bevestigen om de nieuwe gebruiker te bevestigen of op het pictogram Annuleren om de wijziging te annuleren. Gebruiker wijzigen...
Over het algemeen omvatten contoursnijtaken de volgende stappen: Maak de grafische en contoursnijlijn(en). Druk de afbeelding af met de HP printer en HP Flexi Print & Cut RIP-software. Laad de afbeelding in de snijmachine. Laad het substraat en registreer de markeringen.
U kunt dit met elke vorm doen, maar het is alleen betrouwbaar met eenvoudige vormen. HP Flexi Print & Cut RIP kan het verschil herkennen tussen een contourlijn en een doorsnijlijn. De software stuurt eerst de gegevens van de contourlijnen naar de snijmachine, activeert vervolgens FlexCut, de paneelmodus en vectoren sorteren en stuurt de doorsnijgegevens naar de snijmachine.
Pagina 37
Schakel de snijmachine in en laad het substraat. Tik op het instellingenpictogram op het front panel. Tik op FlexCut. Selecteer de parameters die u wilt instellen. Waarden van de doorsnijparameters Het bepalen van de waarden van de parameters kan in twee hoofddelen worden verdeeld. In het eerste deel worden de ‘vaste’...
Taakbewerking en -beheer (RIP) Hoe bereidt u uw taak voor op het afdrukken en snijden. Taakworkflows Taken kunnen worden gemaakt met HP Signage Suite, HP Flexi Print > Cut of andere grafische ontwerpsoftware. Er zijn drie hoofdworkflows: ●...
Pagina 39
In dit geval zijn er geen contourlijnen vereist. Maak uw ontwerp en snij (plot). Meer informatie hierover kunt u vinden in de zelfstudie voor HP Flexi Print and Cut: Help > Flexi Tutorial (Help > Flexi-zelfstudie). Wanneer u contourlijnen toevoegt, raadt HP aan deze net binnen de afbeeldingen of net buiten de afbeeldingen te plaatsen, of dikke randen rond de afbeeldingen te maken en contourlijnen binnen deze...
Pagina 40
● Knipperende lijnen (HP barcode): een code die de taak herkent en aan beide zijden kan worden geplaatst en de productiviteit te verbetert, omdat u het substraat aan beide uiteinden kunt invoeren. Compensatiemethode HP Workflow-opties in HP Flexi Print > Cut-software bieden drie compensatiemethoden om scheeftrekken en vervorming te helpen corrigeren.
Definieer het snijtype en de snijparameters voor elke contourlijn van uw taak overeenkomstig het substraat dat u gebruikt. U kunt deze parameters wijzigen in het menu Contour in HP Flexi Print and Cut Editor of in het menu Job properties (Taakeigenschappen) in Production Manager HP Edition.
Afdrukmarges Zorg bij het afdrukken op een rol voor een marge van 2 cm aan de zijkanten en aan de voorkant. Bij kortere taken kunnen de randmarges kleiner zijn, maar deze moeten minimaal 1 cm zijn. Wanneer u afdrukt op een vel, moet er minimaal 4 cm substraat zijn na de laatste OPOS-markering; dit is ook de minimale substraatlengte die aan het einde van een rol moet overblijven.
Voordat u de automatische functies gebruikt, moet u de hoeveelheid RAM van uw snijmachine noteren. Als de RAM van de snijmachine groter is dan de bestandsgrootte van de taak, kunnen de automatische functies worden gebruikt. Als de RAM van de snijmachine kleiner is dan de bestandsgrootte van de taak, moeten de automatische functies niet worden gebruikt.
Selecteer 2 of 4 markeringen. Tik op het pictogram Bevestigen om te bevestigen of op het pictogram Annuleren om te annuleren. OPOS origin This parameter was created to automate the start of the OPOS procedure. It has four settings. Its usage depends on the chosen OPOS mode.
(dit is doorgaans het geval, anders gaat er veel substraat verloren). Deze methode is iets langzamer dan de vorige methode. Lees de HP barcode Sommige RIP's kunnen een barcode samen met de OPOS-markeringen afdrukken. Deze barcode kan vervolgens worden gebruikt voor de identificatie van de taak en om de snijgegevens automatisch van de...
OPMERKING: Hoewel de OPOS-sensor in de fabriek is gekalibreerd, adviseert HP om een test uit te voeren om te bepalen hoe goed de in de fabriek ingestelde parameters werken met het materiaal dat u gebruikt.
Scrol omlaag en tik op Calibrations > Calibrate OPOS (Kalibraties > OPOS kalibreren). De snijmachine snijdt een vierkant uit van ongeveer 9,5 × 9,5 mm en verplaatst het vierkant naar voren. Het bericht Weed out de rechthoek verschijnt op het voorpaneel. Verwijder voorzichtig het vierkant en zorg ervoor dat de randen intact blijven.
Tik op het pictogram Bevestigen om te bevestigen of op het pictogram Annuleren om te annuleren. Extra laden Met de functie Extra laden kunt u de grenswaarden van de Y-as definiëren, zodat de snijmachine buiten de aandrukrollen kan snijden. Het substraat moet geladen zijn voordat deze functie kan worden gebruikt. OPMERKING: Volgen kan niet worden gegarandeerd bij...
Pagina 49
Gebruik de pijlen om de grootte in te stellen en tik op het pictogram Confirm (Bevestigen) om te bevestigen. Hoofdstuk 4 Snijworkflow...
Gedetailleerde werking van de snijmachine Dit hoofdstuk bevat een gedetailleerde lijst van alle parameters die kunnen worden gewijzigd en tests die kunnen worden gestart vanaf het voorpaneel van de snijmachine. De meest gebruikte voorpaneelbewerkingen zijn reeds in deze handleiding beschreven. Dit hoofdstuk kan worden gebruikt als referentie voor het zoeken naar een specifieke parameterinstelling of test, inclusief de minder vaak gebruikte items.
Afbeelding 5-3 Dochtermenu's Mesdruk Dit scherm wordt alleen gebruikt om de mesdruk in te stellen. Hoofdstuk 5 Gedetailleerde werking van de snijmachine...
Mesdiepte en -druk instellen op pagina Mesverschuiving Dit scherm wordt alleen gebruikt om de mesverschuiving in te stellen. Wijzig de offset van het sleepmes op pagina FlexCut Het menu FlexCut wordt gebruikt om de doorsnijparameters aan te passen. FlexCut kan worden ingesteld op Off (Uit), Fast (Snel) of Accurate (Nauwkeurig). Als de snijmachine is ingesteld op Fast (Snel) of Accurate (Nauwkeurig), wordt afwisselend een bepaalde lengte gesneden onder volle druk en een bepaalde lengte onder verminderde druk.
dat deze volledig door het substraat snijdt. Verder houdt deze ook het materiaal bij elkaar door middel van de kleine substraatbruggen. ● Fast (Snel) is de snelste modus, maar deze is minder nauwkeurig, vanwege de drukwijzigingen tijdens de snijprocedure. ● Accurate (Nauwkeurig) is veel langzamer, maar veel nauwkeuriger omdat de snijmachine bij...
● OPOS-barcode: Heeft hetzelfde effect als het barcodepictogram op het beginscherm: zie Lees de HP barcode op pagina ● Confidence test (Vertrouwenstest): een snelle elektrische en mechanische test van de snijmachine om te controleren of deze volledig kan worden gebruikt. Een vel substraat van minstens A3/B- formaat moet worden gebruikt voor deze test.
Pagina 55
Overcut Deze instelling kan worden gebruikt om een overcut te genereren om het uitharden van de snede mogelijk te maken. Elke keer dat het mes omhoog of omlaag gaat, snijdt de snijmachine een stukje verder. De volgende illustratie geeft aan wat Overcut met een tangentieel mes kan doen. Een uitsnede met een sleepmes zou minder overcuts opleveren omdat het mes minder omhoog en omlaag beweegt (meestal slechts eenmaal per curve/letter).
Er zijn vier parameters in het submenu Paneel: ● Paneling (Panelen): deze parameter schakelt panelen in of uit. OPMERKING: Bij OPOS Xtra zijn panelen altijd ingeschakeld. ● Panel size (Paneelgrootte): deze parameter bepaalt de lengte van het paneel. ● Panel replot (Paneel opnieuw snijden): deze parameter bepaalt of het ontwerp meer dan eens moet worden afgesneden, paneel voor paneel.
● Calibrate media (OPOS) (Media kalibreren (OPOS)): Substraatkalibratie helpt de sensor bij het herkennen van de markeringen. Dit is beschreven in Het substraat kalibreren op pagina ● Calibrate OPOS (OPOS kalibreren): Kalibratie van de OPOS kalibreert de afstand tussen de OPOS- sensor en mespunt.
USB-poort De USB-poort kan worden ingesteld op USB port 1, USB port 2, USB port 3 of USB port 4 (USB-poort 1, USB-poort 2, USB-poort 3 of USB-poort 4). De computer kan vanwege de verschillende USB-poorten onderscheid maken tussen tot vier snijmachines die hiermee zijn verbonden.
Wanneer automatisch laden is uitgeschakeld, moet u het substraat handmatig afrollen voordat u begint met snijden. BELANGRIJK: De volgfunctie werkt mogelijk niet wanneer automatisch laden is uitgeschakeld. Verschuiving opnieuw snijden Hiermee kunt u de afstand tussen taken veranderen als meerdere sneden opnieuw moeten worden gemaakt.
Onderhoud De snijmachine en de onderdelen onderhouden. Snijvlakken schoonmaken De snijmachine heeft een aantal schuivende oppervlakken, gemaakt van glad metaal en kunststoffen. Ze zijn praktisch wrijvingsvrij en vereisen geen smering. Deze verzamelen echter wel stof en pluisjes die de prestaties van de snijmachine kunnen beïnvloeden. Houd de snijmachine zo schoon mogelijk met behulp van een stofkap.
Trek het stuk vinyl onder de aandrukrol vandaan. Herhaal dit meerdere malen tot alle resten zijn verwijderd uit de aandrijfhulzen. De substraatsensor reinigen De substraatsensor kan na verloop van tijd vervuild raken met verzamelde resten van het substraat, hetgeen storing in de snijmachine kan veroorzaken. Reinig de sensor door deze met een wattenstaafje af te vegen.
Na verloop van tijd kunnen resten zich ophopen op deze schuivende oppervlakken en op de rollen van de gereedschapswagen. Reinig de schuivende vlakken: Schakel de snijmachine uit. Neem een zachte doek die is bevochtigd met isopropanol of zacht wasmiddel. OPMERKING: Als u gevestigd bent in een regio (bijvoorbeeld Californië) waar het gebruik van VOC reinigings- en onderhoudsvloeistoffen gereguleerd zijn, gebruikt u in plaats van isopropanol en VOC-gecertificeerd reinigingsmiddel, bijvoorbeeld goed verdunde Simple Green allesreiniger.
Draai de schroef van de matrijsklem (1) los, draai de klemarm terug en verwijder de meshouder uit de klem (2). Draai de gekartelde instelknop (3) rechtsom om het mes (4) uit de houder (5) te duwen. Trek het mes voorzichtig uit de houder. Het sleepmes installeren De volgende stappen leveren de volledige procedure voor dit onderwerp.
Pagina 64
Draai de gekartelde knop langzaam rechtsom totdat de mespunt de vereiste afstand uitsteekt voor het snijden van het gewenste substraat (t), zoals getoond in de afbeelding hieronder. Plaats de meshouder in de matrijsklem en schuif deze helemaal omlaag (1). Draai de klemschroef (2) aan. WAARSCHUWING! Let op dat u zich niet snijdt.
Schakel de snijmachine in, laad substraat en bevestig het gereedschap. Tik op het instellingenpictogram Gebruik het pictogram van de pijlen om door het menu te scrollen tot u Knife offset (Mesverschuiving) bereikt. Tik op het pictogram Bevestigen. De huidige verschuiving verschijnt op het scherm.
Voer HP Cutter Control uit door op het pictogram te dubbelklikken. In HP Cutter Control zoekt u de snijmachine op. De toepassing zoekt standaard op het netwerk. Als dat niet lukt, kunt u verbinding maken via de USB-kabel. De snijmachinedetails zouden moeten verschijnen op het scherm Machine Info.
Pagina 67
Klik op Acties > Firmware bijwerken. Download het bestand met de firmware-update. Start de snijmachine opnieuw op. U kunt ook de nieuwste firmware downloaden vanaf https://support.hp.com/us-en/drivers. Hoofdstuk 6 Onderhoud...
Probleemoplossing Hoe u mogelijke problemen kunt oplossen die u kunt tegenkomen bij het gebruik van de snijmachine. De snijkwaliteit is onvoldoende De volgende stappen leveren de volledige procedure voor dit onderwerp. Voer de vertrouwenstest uit en controleer of problemen met de kwaliteit ook in deze interne test zichtbaar zijn.
Het is mogelijk dat uw taken te lang zijn, wat problemen veroorzaakt in de mand. Probeer taken in kortere segmenten te verdelen, zoals panelen van één meter. De snijmachine kan geen HP barcode of registratiemarkeringen detecteren. De volgende stappen leveren de volledige procedure voor dit onderwerp.
Deze kit bevat vijf mesjes en een snijstrook. HP Latex-kit met speciale mesjes HP Latex speciale mesjes worden gebruikt voor het snijden van sommige overdrachtsubstraten en zijn ook nuttig voor het maken van toepassingen met bergkristal. Deze kit bevat vijf mesjes en een snijstrook.
Specificaties De volgende secties bevatten details over dit onderwerp. Afmetingen snijmachine Dit onderwerp biedt een volledige set van referentie-informatie voor dit onderwerp. Tabel 9-1 Afmetingen snijmachine 54 plus-basissnijmachine Dimensie 54 plus-snijmachine 64 plus-snijmachine Hoogte 1145 mm 1145 mm Breedte 1750 mm 1980 mm Diepte 680 mm...
Tabel 9-3 Substraatafmetingen 1 Dimensie 54 plus-basissnijmachine 54 plus-snijmachine 64 plus-snijmachine Minimale breedte 280 mm 180 mm 180 mm Maximale breedte 1372 mm 1410 mm 1635 mm Aandrukrollen Maximale werkbreedte – 1350 mm 1575 mm Maximale werkbreedte – 1380 mm 1605 mm (overmaats) Tabel 9-4...
Tabel 9-6 Snijprestaties (vervolg) Kenmerk Specificatie Snijbreedte 135 cm voor de HP Latex 64-snijmachine 158 cm voor de HP Latex 54-snijmachine Snijsnelheid Maximaal 113 cm/s diagonaal Maximaal 84 cm/s voor substraten breder dan 736 mm Versnelling Maximaal 3 G diagonaal...
Tabel 9-8 Omgevingsspecificaties (vervolg) Kenmerk Specificatie Relatieve luchtvochtigheid 35 tot 75%, niet-condenserend TIP: Het gebruik van dimensionaal stabiel substraat is een essentiële voorwaarde voor het verkrijgen van een hoogwaardige snijkwaliteit. Tevens kan uitzetten of samentrekken van het substraat plaatsvinden als gevolg van variaties in temperatuur. Om de afmetingsstabiliteit van substraat te verbeteren, laat u dit voor gebruik stabiliseren onder de huidige omgevingsomstandigheden, gedurende een minimale periode van 24 uur.
Pagina 75
65 handleidingen 2 probleemoplossing 63 achteraanzicht 6 HP barcode 34 afdrukken en verwijderen 30 Lezen 40 afdrukmarges 37 HP Customer Care 11 registratiemarkeringen niet gedetecteerd 64 barcode niet gedetecteerd 64 kalibreren belangrijkste onderdelen van de OPOS 41 snijmachine 1...