Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afslagverlichting; Achteruitrijfunctie; Grootlichtassistentie; Dynamische Automatische Koplampverstelling - Opel Astra 2011 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

132
Verlichting

Afslagverlichting

In scherpe bochten of bij het afslaan,
afhankelijk van de stuuruitslag of de
richtingaanwijzer, wordt een extra
lamp links of rechts bijgeschakeld, die
de weg haaks op de rijrichting ver‐
licht. Wordt geactiveerd tot een snel‐
heid van 40 km/u.
Controlelamp f 3 110.

Achteruitrijfunctie

Wanneer u de achteruit inschakelt
terwijl de koplampen aanstaan, wor‐
den beide afslaglichten geactiveerd.
Deze blijven 20 seconden branden
nadat u de auto uit de achteruitver‐
snelling hebt gezet of totdat u sneller
dan 17 km/u vooruitrijdt.

Grootlichtassistentie

Deze functie maakt dat het
grootlicht 's avonds en wanneer
u sneller rijdt dan 40 km/u als hoofd‐
rijverlichting kan worden gebruikt.
Het systeem schakelt naar dimlicht
als:
■ de camera in de voorruit de lampen
van tegen- of voorliggers detecteert
■ de snelheid lager dan 20 km/u is
■ het mistig is of sneeuwt
■ bij stadsritten
Zodra er geen beperkingen meer
worden herkend, schakelt het sys‐
teem het grootlicht weer in.
De groene controlelamp l brandt
continu wanneer de assistentie actief
is; de blauwe lamp 7 brandt bij inge‐
schakeld grootlicht.
Controlelamp l 3 110.
U activeert de grootlichtassistentie
door de richtingaanwijzerhendel
tweemaal in te drukken.
Om te deactiveren drukt u de hendel
eenmaal in. De functie wordt ook ge‐
deactiveerd, wanneer u de mistlam‐
pen voor inschakelt.
Wanneer een lichtsignaal wordt ge‐
geven als het grootlicht aanstaat,
wordt de grootlichtassistentie ge‐
deactiveerd.
Als het lichtsignaal wordt geactiveerd
als het grootlicht uitstaat, blijft de
grootlichtassistentie geactiveerd.
De laatste instelling van de grootlicht‐
assistentie blijft gehandhaafd wan‐
neer het contact weer wordt inge‐
schakeld.
Dynamische automatische
koplampverstelling
Om te voorkomen dat tegenliggers
worden verblind, worden de koplam‐
pen automatisch versteld op basis
van de hellingshoek, gemeten door
de voor- en achteras, de versnelling
of vertraging en de rijsnelheid.
Fout in adaptief rijlichtsysteem
Wanneer het systeem een storing in
het adaptief rijlichtsysteem herkent,
gaat het naar een vooraf ingestelde
positie om verblinding van tegenlig‐
gers te voorkomen. Als dit niet moge‐
lijk is, zal de desbetreffende koplamp
automatisch worden uitgeschakeld.
Eén koplamp zal in ieder geval blijven
branden. U ziet een waarschuwing op
het Driver Information Centre.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave