112
Instrumenten en bedieningsorganen
Afhankelijk van de autoconfiguratie
kunnen de volgende hoofdmenu's
worden geselecteerd:
■ Informatiemenu voertuig
■ Informatiemenu dagteller/brandst.
Bij de uitgebreide uitvoering, het
Uplevel-display, zijn de menu's te se‐
lecteren via symbolen boven aan het
display:
1
= Informatiemenu dagteller/
brandst.
r = Informatiemenu voertuig
Sommige van de weergegeven func‐
ties afhankelijk van de vraag of de
auto rijdt of stilstaat, andere functies
zijn alleen actief als de auto rijdt.
Persoonlijke instellingen 3 122. Op‐
geslagen instellingen 3 22.
Menu's en functies selecteren
U selecteert de menu's en functies
met de knoppen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op de knop MENU om van menu
te wisselen of om vanuit een sub‐
menu één niveau terug te gaan.