3. Kies de gewenste afdrukresolutie met de schuifknop
Resolutie en selecteer vervolgens de instelling Afbeeldingen.
Opmerking:
Het precieze scherm hangt af van de versie van uw
besturingssysteem.
Raadpleeg de Help voor meer informatie over alle instellingen
wanneer u andere instellingen opgeeft.
4. Klik op OK om de instellingen toe te passen en terug te keren
naar het tabblad Basisinstellingen.
68
De printersoftware gebruiken met Windows