4. Zet de nieuwe tonercartridge op een plat oppervlak en trek
het beschermende cartridgezegel eruit (zie afbeelding).
5. Steek de nieuwe tonercartridge in de printer totdat
de cartridge niet verder kan.
Opmerking:
Steek de cartridge met het pijlteken aan de bovenkant van
de tonercartridge in de richting van deksel A.
Verbruiksgoederen vervangen
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
9
225