Onderhoud
Rem
Stel altijd de parkeerrem in werking als u de machine
stopt of onbeheerd achterlaat. Controleer de rem vóór
elk gebruik. Als de parkeerrem slipt of onvoldoende
remvermogen heeft, moet die worden afgesteld.
Rem controleren
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling (aftakas)
uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en
contactsleutel in de stand "OFF" draaien om de
motor af te zetten. Contactsleutel verwijderen.
2.
De achterwielen moeten blokkeren en slippen
wanneer u de tractor naar voren duwt. Afstelling
is nodig wanneer de wielen draaien en niet
blokkeren, zie: Rem afstellen, pagina 30.
3.
Parkeerrem lossen en instelstang in stand
"DUWEN" zetten, zie: Tractor met de hand
duwen, pagina 22. De wielen moeten vrij
draaien.
4.
Als aan beide voorwaarden wordt voldaan,
behoeft de rem geen afstelling.
Rem afstellen
1.
Controleer de rem voordat u die afstelt, zie: Rem
controleren, pagina 30.
2.
Los de parkeerrem, zie Parkeerrem lossen,
pagina 14.
3.
Om de rem af te stellen, de splitpen verwijderen
en de stelmoer iets losdraaien (Fig. 28).
30
4.
Schuif voorzichtig een 0,51 mm (0.020")
voelermaat tussen het buitenste remblok en de
remschijf (Fig. 28).
5.
Draai de stelmoer aan, totdat een lichte
weerstand op de voelermaat voelbaar is wanneer
u die erin en eruit schuift. Monteer de splitpen.
6.
Controleer nogmaals de werking van de rem, zie:
Rem controleren, pagina 30.
Belangrijk: Wanneer de parkeerrem is gelost,
moeten de achterwielen vrij kunnen
draaien als u de maaier duwt. Als u
geen speling van 0,51 mm (0.020")
en vrij draaiend wiel tot stand kunt
brengen, neem dan meteen contact
op met uw erkende Toro-dealer.
0,51 mm (0.020")
Figuur 28
1. Stelmoer van de rem
2. R-pen
3
2
1
3. Rechter voorzijde van de
transmissie