Gebruiksaanwijzing
Keuzeschakelaar
Knop die door middel van draaien wordt ontgrendeld,
wordt gebruikt om de beveiliging "werktuig-in-
achteruit" op te heffen. Bevindt zich aan de
stoelophanging aan de rechterkant, net onder de
zitting (Fig. 2).
1
Figuur 2
1. Keuzeschakelaar met
sleutel
Parkeerrem
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Als de contactsleutel in de stand "RUN" of
"LIGHTS" (lopen of verlichting) staat en de
parkeerrem is ingeschakeld, brandt het lampje in het
indicatiepaneel.
Parkeerrem in werking stellen
1.
Trap het rempedaal (Fig. 3) in en houd het
ingetrapt.
2.
Beweeg de parkeerremhendel (Fig. 3) omhoog
en laat het rempedaal langzaam opkomen. Het
rempedaal moet in de ingetrapte (vergrendelde)
stand blijven staan.
14
Parkeerrem lossen
1.
Trap het rempedaal (Fig. 3) in. De
parkeerremhendel moet nu vrijkomen.
2.
Laat het rempedaal langzaam opkomen.
m–4220
1. Rempedaal
Starten en stoppen van de
motor
Starten
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel.
2.
Stel de parkeerrem in werking, zie: Parkeerrem
in werking stellen, pagina 14.
NB.:
3.
Druk op de aftakasknop om deze "UIT" te zetten
(Fig. 4).
4.
Zet de choke-knop in de stand "AAN" (Fig. 4).
NB.:
Figuur 3
2. Parkeerremhendel
De motor kan alleen worden gestart
wanneer u de parkeerrem in werking
hebt gesteld of het koppeling/
rempedaal helemaal ingetrapt houdt.
Bij een warme motor die gelopen
heeft, hoeft u stap 4 niet uit te voeren.
1
2
1201