6.
Nadat alle olie eruit is gelopen, aftapkraan
sluiten door in te drukken en 1/8 slag rechtsom
te draaien.
NB.:
Oude olie bij een erkend inzamelpunt
afleveren.
1
2
Figuur 21
1. Olie-aftapkraan
7.
Giet ca. 80% van de gespecificeerde hoeveelheid
olie langzaam in de vulbuis (Fig. 20). Controleer
het oliepeil, zie: Oliepeil controleren, pagina 26.
Voeg langzaam meer olie toe, totdat het oliepeil
tegen de markering "FULL" op de peilstok staat.
Oliefilter vervangen
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang het oliefilter elke 200 bedrijfsuren of bij elke
olieverversing.
NB.:
Vervang het oliefilter vaker bij gebruik
in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1.
Motorolie aftappen, zie Motorolie verversen/
aftappen, pagina 26.
2.
Verwijder het oude filter en veeg het contactvlak
van de filteraansluiting schoon (Fig. 22).
3.
Smeer de rubber afdichtring van het nieuwe filter
in met een dun laagje nieuwe olie (Fig. 22).
1241
2. Tuinslang
1
Figuur 22
1. Oliefilter
2. Afdichtring
4.
Monteer het nieuwe oliefilter op de
filteraansluiting. Draai het filter rechtsom totdat
de rubber afdichtring tegen de filteraansluiting
aanligt. Draai het filter daarna nog 1/2 slag aan
(Fig. 22).
5.
Vul het carter met het juiste type nieuwe
motorolie, zie: Olie verversen/aftappen,
pagina 26.
Bougie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer de bougie(s) elke 200 bedrijfsuren.
Controleer of de luchtspleet tussen de elektroden
correct is voordat u de bougie monteert. Gebruik een
bougiesleutel voor het (de)monteren van bougies en
een voelermaat voor het meten en afstellen van de
elektrodenafstand.
Type: Champion RJ-12YC (of gelijkwaardig)
Elektrodenafstand: 1,02 mm (0.040")
Onderhoud
3
2
1256
3. Filteraansluiting
27