Bediening
Deze modellen voldoen aan de norm
EN 12895 met betrekking tot elektromag-
netische compatibiliteit. De goede werking
kan niet meer worden gegarandeerd in omge-
vingen waarin de elektromagnetische velden
sterker kunnen zijn dan de in de norm vastge-
legde drempelwaarden.
De machines moeten worden gebruikt op een
droge, schone, vlakke ondergrond.
Laagheffende stapelaars zonder initiële hef-
fing zijn geschikt voor opritten van laadperrons
en lichte hellingen. Laagheffende stapelaars
met initiële heffing zijn geschikt voor grotere
obstakels.
De lasten moeten gelijkmatig zijn, met een
aanbevolen hoogte van maximaal 2 m.
LET OP
Stem uw rijstijl altijd af op de toestand van de
ondergrond (oneffen oppervlakken, etc.), bijzonder
gevaarlijke werkgebieden en de last.
LET OP
– Om te voorkomen dat de onderzijde van de
hefinrichting over de grond schraapt, moeten de
vorken altijd tot op halve hoogte worden geheven
voordat u optrekt.
– Vergeet niet de voeding uit te schakelen alvor-
ens de machine te verlaten.
– Voor een effectieve bescherming is het dragen
van veiligheidsschoenen verplicht.
– Tijdens het rijden moet de mast naar achteren
zijn geneigd en moet de last volledig zijn ge-
daald.
LET OP
Veiligheidsinstructies voor het rijden
– De bestuurder dient in bochten en bij het inrijden
van nauwe doorgangen langzaam te rijden.
– De bestuurder moet altijd een veilige remafstand
tot voertuigen en personen voor hem bewaren.
– De bestuurder dient het plotseling remmen, het
snel nemen van bochten van 180° en het inhalen
op onoverzichtelijke plaatsen te voorkomen.
LET OP
De werkomgeving van de machine moet voldoende
verlicht zijn.
Als de werkomgeving onvoldoende is verlicht,
moeten er werklampen worden gemonteerd, zodat
de bestuurder voldoende zicht heeft.
50028011515 NL - 03/2018
Bediening rijaandrijving
4
49