6.7.1.5 Liquid control (optie)
De optie Liquid Control kan voor elk programma worden in- of uitgeschakeld. Wanneer de optie Liquid Control
is ingeschakeld, trek de machine vacuüm tot het maximale vacuüm (99%). Indien het product het kookpunt
bereikt voordat het maximale vacuüm bereikt wordt, gaat de machine door naar de volgende stap van de cyclus.
1.
Druk op de toets PROG 0 – 9 om het programma te selecteren waarvoor u Liquid Control wilt
instellen.
2.
Druk op de toets REPROG om de programmeermodus te selecteren. Het functiedisplay gaat
knipperen.
3.
Druk op de toets PROG 0 – 9 tot H2O in het parameterdisplay wordt weergegeven. Het
parameterdisplay geeft H2O aan.
4.
Druk op de toets REPROG om de nieuwe parameter te activeren. Het functiedisplay stopt met
knipperen.
De functie Liquid Control voorkomt dat excessief veel vloeistof uit het product wordt getrokken. Dit houdt in dat
wanneer het product het kookpunt bereikt, de machine doorgaat naar de volgende stap van de cyclus.
Afhankelijk van het vochtgehalte, de manier waarop vocht is gebonden, de beschikbare oppervlakte voor
verdamping en de temperatuur, is het percentage eindvacuüm mogelijk beperkt en is er mogelijk te veel
restzuurstofgehalte aanwezig in de verpakking. Indien het product/proces, ondanks het hoge vochtgehalte, een
verpakking vereist met een laag restzuurstofgehalte, dan zijn er twee opties:
1.
Verlaag de temperatuur van het product. Dit maakt het mogelijk dat een dieper vacuüm wordt
bereikt voordat het product het kookpunt bereikt.
2.
Gebruik de optie Liquid Control+.
6.7.1.6 Liquid control+ (optie)
De Liquid Control+-tijd wordt ingesteld in seconden. Dit is de tijd dat het vacuüm trekken doorgaat na detectie
van het verdampingspunt.
U kunt alleen Liquid Control+ instellen als Liquid Control is ingesteld op maximaal. De optie Liquid Control+ stelt
u in met de volgende stappen:
1.
Druk op de toets PROG 0 – 9 om het programma te selecteren waarvoor u Liquid Control+ wilt
instellen.
2.
Druk op de toets REPROG om de programmeermodus te selecteren. Het functiedisplay gaat
knipperen.
3.
Druk op de toets PROG 0 – 9 tot H2O in het parameterdisplay wordt weergegeven. Het
parameterdisplay geeft H2O aan.
4.
Druk eenmaal op de cursortoets om de parameter Liquid control+ te selecteren. Het
parameterdisplay toont UIT. De led in het functiedisplay blijft op Vacuüm staan.
5.
Druk op de toets – / STOP en de toets + / VACUUM STOP om de waarde van Liquid Control+ aan te
passen. Bij het instellen van een waarde verschijnt er rechts onder in het parameterdisplay een
punt.
6.
Druk op de toets REPROG om de nieuwe parameter te activeren. Het functiedisplay stopt met
knipperen.
6.7.1.7 Rood vlees (optie)
De optie Rood vlees is speciaal ontwikkeld voor het verpakken van vers vlees. Door ontgassing van het product
tijdens het vacuüm trekken kan luchtbelvorming optreden binnen in de verpakking. Ontgassing van het product
tijdens en na de sealfase wordt met de optie Rood vlees voorkomen.
De optie Rood vlees is voor elk programma afzonderlijk in te stellen. Indien de optie Rood vlees bij een
programma is geactiveerd, vervalt de mogelijkheid voor de optie Soft-air in dat programma. Bij selectie van deze
optie verschijnt er een parameter om de "expansiereductietijd" in te stellen. Deze wordt aangegeven met de
knipperende led vóór de optie Soft-air in het functiedisplay. Het wordt aangeraden deze instelling niet te wijzigen.
Neem hiervoor contact op met uw leverancier. Om de optie Rood vlees op uw machine te activeren, dient u
contact op te nemen met uw leverancier.
25