5
Installatie
Raadpleeg Technische gegevens op pagina 44 voor de specificaties van de machine.
Lees, voordat u de machine installeert, de veiligheidsinstructies in Veiligheid op pagina 5.
Het niet opvolgen of negeren van de veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstig letsel.
5.1
Transporteren en plaatsen
De machine moet rechtop verplaatst en getransporteerd worden.
1. Plaats de machine op een vlakke, horizontale ondergrond. Dit is essentieel voor probleemloze bediening van
de machine.
Plaats machines met een kunststof deksel niet naast een warmtebron.
Zorg voor voldoende ruimte (minimaal 15cm) rond de machine voor goede ventilatie.
2. Controleer of de machinebehuizing aanwezig is en correct gemonteerd is.
5.2
Machine aansluiten
1. Controleer of de spanning die vermeld staat op het machineplaatje, overeenkomt met de netspanning.
2. Sluit de machine aan op een geaard stopcontact om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen.
De stroomkabel moet altijd vrij zijn en er mag niets op worden geplaatst.
Vervang de stroomkabel onmiddellijk indien deze beschadigd is.
3. Optioneel: sluit de gastoevoer voor begassing aan.
5.3
Vóór het eerste gebruik
1. Controleer door het oliekijkglas of er genoeg olie in de pomp zit.
2. Optioneel: Vul olie bij indien er niet genoeg olie in de pomp zit. Zie Olie verwijderen, olie toevoegen op
pagina 36.
3. Ga verder met Machine opstarten op pagina 20 om de machine op te starten.
16