1. Mes
Maaimessen monteren
1. Monteer de messen, de ringen en de mesbouten
(Figuur 35).
Belangrijk: De gebogen randen van de messen
moet naar de bovenkant van de maaikast wijzen
om een goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Zet de messen in een hoek van 90 graden ten
opzichte van elkaar (Figuur 38).
3. Draai de maaimesbouten vast tot 50 Nm.
Maaidek verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
5. Verwijder het contactsleuteltje.
6. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
7. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
8. Trek de arm van de spanpoelie in en verwijder de V
riem van de poelie (Figuur 39).
Figuur 37
2. Mesbalans
Figuur 38
1. Spanpoelie en arm van
spanpoelie
2. V riem
3. Inschakelveer
4. Klemmen van achterste
pennen
5. Achterste pennen
6. Klemmen van voorste
pennen
Opmerking: De grasvanginstallatie is voor de
duidelijkheid niet afgebeeld.
9. Maak de veer los van de schakelhendel (Figuur 39).
10. Verwijder het maaidek van de tunnel door de tunnel
op te lichten van de twee gelaste pennen en ongeveer
10 cm naar achteren te trekken. Zet de tunnel vast
om te voorkomen dat deze valt.
11. Maak de klemmen van de twee achterste pennen los
en verwijder de pennen (Figuur 39).
Opmerking: U hebt misschien een tang nodig om
de tweede pen eruit te trekken.
12. Maak de klem van de voorste penen los en verwijder
de pen (Figuur 39).
13. Verwijder de V riem van de motorpoelie (Figuur 39).
14. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Maaidek monteren
Voer de procedure Maaidek verwijderen in omgekeerde
volgorde uit
34
Figuur 39
7. Voorste pen
8. Motorpoelie
9. V riem
10. M12 moeren van
voorwielophanging
11. Grasvanginstallatie (niet
afgebeeld)