Pagina 1
Form No. 3362-325 Rev A DH 220 Gazontractor Modelnr.: 74593—Serienr.: 290000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u Vertaling van de oorspronkelijke naar www.Toro.com. tekst (NL)
Service Dealer of met de klantenservice Inleiding............... 2 van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en Veiligheid ..............3 het serienummer van het product te vermelden. De Instructies voor veilige bediening van...
Veiligheid Onderhoud ..............20 Aanbevolen onderhoudsschema ......20 Smering..............21 Instructies voor veilige Machine smeren ..........21 bediening van (rijdende) Methode van smeren .......... 21 Smeerpunten............22 maaimachines met zittende Onderhoud motor..........23 bestuurder Onderhoud van het luchtfilter......23 Motorolie verversen/oliepeil controleren.... 24 Lees deze handleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt Onderhoud van de bougie ........
◊ onjuist gebruik van de rem, • Gebruik de maaimachine niet op de volgende hellingen: ◊ het type machine is niet geschikt voor het – dwars op een helling van meer dan 5°; specifieke werk, ◊ zich onvoldoende bewust zijn van de –...
– voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt; De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die – voordat u de maaimachine controleert, reinigt of specifiek zijn toegesneden op Toro-producten en niet daaraan werkzaamheden verricht; zijn opgenomen in de CEN-norm. – als u een vreemd voorwerp raakt. Controleer...
Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 99-5340 1. KeyChoice-sleuteltje — Omdraaien als u wilt maaien in de achteruitstand.
Pagina 8
104-2903 1. Machine kan kantelen – 4. Handen of voeten Gebruik de machine niet kunnen worden dwars op hellingen van gesneden/geamputeerd, meer dan 5 graden, maaimes – Trek de heuvelopwaarts op bougiekabel van de bougie hellingen van meer dan 10 en lees de instructies graden of heuvelafwaarts alvorens service of on-...
Pagina 9
104-3243 1. Druk de hendel in om de 2. Trek de hendel uit om de machine te duwen. machine te laten rijden. 104-3238 6. De parkeerrem 1. Startprocedure vergrendelen. 2. Lees de 7. Als de motor koud is, Gebruikershandleiding.. de gashendel op Choke zetten.
Algemeen overzicht Gebruiksaanwijzing van de machine Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de Bedieningsorganen machine. Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningsorganen Brandstof bijvullen voordat u de motor start en de machine gebruikt (Figuur 3). Gebruik loodvrije, normale benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85).
Brandstoftank vullen 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. • Benzinevaten niet in een vrachtwagen 2. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder of aanhanger vullen, omdat bekleding of deze. kunststof beplating het vat kan isoleren, 3.
De maaimessen inschakelen 1. Trap het rempedaal in om de machine te stoppen. 2. Trek de maaimes-knop uit in de ingeschakelde positie (Figuur 5). Figuur 4 1. Instelknoppen 2. Schuif de stoel in de gewenste positie en draai de knoppen weer vast. Gebruik van de koplampen Figuur 5 1.
De maaihoogte instellen Met de maaihoogtehendel stelt u het maaidek in op de gewenste maaihoogte. De maaihoogte kan in zeven standen worden gezet, van ongeveer 25 tot 102 mm. Belangrijk: U moet de snijhoogtehendel in de hoogste positie zetten (7) als u de machine van het gras rijdt, om beschadiging van de maaimessen te voorkomen.
5. Als de motor koud is, zet u de gashendel op Choke (Figuur 12). Figuur 10 Figuur 12 1. Brandstofafsluitklep 1. Gashendel 5. Verlichting 2. Snel 6. AAN 3. Langzaam 7. UIT Opmerking: De klep moet in één lijn met de 4.
Het veiligheidssysteem Als u de maaimessen moet gebruiken terwijl u achteruitrijdt, moet u de interlockschakelaar uitzetten gebruiken met behulp van de KeyChoice-schakelaar die zich naast de beugel van de bestuurdersstoel bevindt (Figuur 13). Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine.
3. Draai het KeyChoice-sleuteltje om. de parkeerrem vrij en komt u iets overeind uit de bestuurdersstoel. De motor moet afslaan. Een rood lampje op het voorste paneel (Figuur 14) gaat branden om aan te geven dat de 4. Schakel de aftakas uit, zet het tractiepedaal in de interlockschakelaar is uitgezet.
Figuur 16 1. Tractiepedaal 2. Pedaal achteruit versnelling Figuur 15 1. In Werking 2. Stand DUWEN Opmerking: Om de snelheid te verhogen, moet u het tractiepedaal intrappen. Om langzamer te rijden, laat u het tractiepedaal opkomen. Gebruik van de machine Achteruitrijden: 1.
Opmerking: Verwijder het contactsleuteltje en het KeyChoice-sleuteltje uit de desbetreffende schakelaars. Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd staat. Verwijder altijd het contactsleuteltje en het KeyChoice sleuteltje en stel de parkeerrem in werking wanneer u de machine onbeheerd laat, ook al is het slechts voor een paar minuten.
Tips voor bediening en aan de randen, waardoor het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten. Controleer om de 30 gebruik dagen of de messen goed scherp zijn en verwijder bramen met een vijl. • Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de motor op het maximale toerental laten draaien.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • De motorolie verversen. Na de eerste 5 bedrijfsuren • Afstelling van drijfriem van maaimessen controleren. Na de eerste 25 bedrijfsuren • Veiligheidssysteem controleren. •...
Smering Machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Invetten en smeren van de machine. (De machine vaker invetten en smeren bij het werken onder stoffige of zanderige condities.) Methode van smeren Smeer de machine met universeel smeervet. 1.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu- ren—Schuimelement van luchtfilter reinigen en met olie bestrijken. Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Vervang het papieren filterelement. Vervang het luchtfilter vaker als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden.
Schuimelement en papierelement 7. Maak de omgeving van de peilstok (Figuur 23) installeren schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, wat in motorschade kan resulteren. Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat het complete luchtfilter gemonteerd is, daar anders de motor kan worden beschadigd.
7. Open de motorkap. 4. Plaats het nieuwe oliefilter op het filtertussenstuk. Draai het filter rechtsom totdat de rubberen pakking 8. Plaats een opvangbak onder de olieaftapplug. contact maakt met het filtertussenstuk. 9. Verwijder de aftapplug om de olie in de bak te laten 5.
Bougie controleren Onderhoud 1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Figuur 27). brandstofsysteem Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter. Brandstof aftappen uit de brandstoftank Maak de brandstoftank leeg als u de machine langer dan 30 dagen niet gebruikt.
Figuur 28 1. Slangklem 3. Brandstoffilter 2. Brandstofslang 8. Trek de brandstofslang van het brandstoffilter Figuur 29 (Figuur 28) en laat de benzine in een goedgekeurd 1. Brandstofafsluitklep benzinevat of een opvangbak lopen. Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit 6.
Onderhoud elektrisch 7. Draai de lamphouder 1/4 slag linksom en verwijder deze uit de reflector (Figuur 31). systeem Zekering vervangen De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze bevinden zich onder de motorkap, bij de brandstoftank (Figuur 30). Als er een zekering is doorgebrand, moet de bedrading op kortsluiting worden gecontroleerd.
Onderhoud van de accu Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accu en de accubak schoon te maken. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout.
Accu bijvullen met water accu (Figuur 33). Schuif het rubberen kapje over de accupool heen. U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water 4. Bevestig de minkabel (zwart) met behulp van de net voordat u de machine gaat gebruiken. Het water bout en de vleugelmoer aan de min (–) pool van de vermengt zich dan goed met het accuzuur.
Rem controleren Onderhoud Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks aandrijfsysteem 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Bandenspanning controleren 2. Schakel de maaimessen uit. 3. Stel de parkeerrem in werking. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 4.
De grasvanger een Onderhoud riemen onderhoudsbeurt geven Drijfriem van maaimessen afstellen De grasvanger verwijderen 1. Pak de grasvanger met beide handen vast en kantel Onderhoudsinterval: Na de eerste 25 deze naar voren (Figuur 38). bedrijfsuren—Afstelling van drijfriem van maaimessen controleren. Om de 50 bedrijfsuren—De drijfriem van de maaimessen afstellen.
Onderhoud van het 8. Zet de grasvanger in de opvangmodus en reinig de binnenkant helemaal tot aan het maaidek. maaidek 9. Monteer de grasvanger, zie Grasvanger monteren. Opmerking: Laat de grasvanger grondig drogen Onderhoud van de voordat u deze weer monteert. maaimessen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: Bepaal vanuit de normale...
3. Controleer de messen, met name de gebogen randen (Figuur 39). Als u beschadiging, slijtage of een gevormde sleuf in dit deel constateert, moet u een mes direct vervangen. Figuur 41 4. Als de veiligheidspennen zijn gebroken, moet u deze 1.
aan)—Controleer nogmaals de schuinstand van het maaidek. (controleer dit ook telkens wanneer u de maaier installeert.) Alvorens de schuinstand van het maaidek te controleren, moet u ervoor zorgen dat de voor en achterbanden de aanbevolen spanning hebben; zie Bandenspanning controleren. Als de voorkant van het maaidek niet 4 tot 11 mm lager staat dan de achterkant, moet u de schuinstand afstellen.
Stalling D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. 1. Schakel de maaimessen (aftakas) uit. E. Bedien de choke of hulpstarter. 2. Stel de parkeerrem in werking. F. Start de motor totdat deze niet meer start. 3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende G.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. De aftakas uitschakelen. 2. De parkeerrem is niet in werking. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. De accu is leeg. 3.
Pagina 38
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De machine trilt abnormaal. 1. Maaimessen zijn verbogen of niet in 1. Nieuwe messen monteren. balans. 2. De bevestigingsschroeven van een 2. De bevestigingsschroeven van het maaimes zitten los. maaimes vastdraaien. 3. De bevestigingsbouten van de motor 3.
Pagina 39
Spypros Stavrinides Limited Cyprus 357 22 434131 Surge Systems India Limited India 91 1 292299901 T-Markt Logistics Ltd Hungary 36 26 525 500 Toro Australia Australia 61 3 9580 7355 Toro Europe BVBA Belgium 32 14 562 960 374-0102 Rev D...
Pagina 40
Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing. Plichten van de eigenaar Garantie voor commercieel gebruik U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie...