als er maaimessen of andere werktuigen in gebruik
zijn), zal de motor afslaan. Maai uitsluitend in de
achteruitstand, als dat strikt noodzakelijk is.
Als u de maaimessen moet gebruiken terwijl u
achteruitrijdt, moet u de interlockschakelaar uitzetten
met behulp van de KeyChoice-schakelaar die zich naast
de beugel van de bestuurdersstoel bevindt (Figuur 14).
Figuur 14
1. KeyChoice-schakelaar
GEVAAR
Wanneer u achteruitrijdt terwijl de maaimessen
of andere werktuigen in gebruik zijn, bestaat het
gevaar dat u een kind of een andere omstander
overrijdt, met ernstig letsel of de dood tot gevolg.
• Maai uitsluitend in de achteruitstand, als dat
strikt noodzakelijk is.
• Steek het KeyChoice-sleuteltje alleen in de
KeyChoice-schakelaar als dit strikt noodzakelijk
is.
• Kijk altijd omlaag en achterom vóór en tijdens
het achteruitrijden.
• Gebruik de KeyChoice-schakelaar alleen
wanneer u er zeker van bent dat er geen
kinderen of andere omstanders binnen het
maaigebied zullen komen.
• Let heel goed op als u de interlockschakelaar
hebt uitgezet: door het lawaai van de motor
merkt u mogelijk niet dat een kind of andere
omstander zich in het maaigebied bevindt.
• Verwijder altijd zowel het contactsleuteltje als
het KeyChoice-sleuteltje en bewaar ze op een
veilige plaats buiten het bereik van kinderen of
onbevoegde gebruikers, wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat.
1. Schakel de maaimessen in.
2. Steek het KeyChoice-sleuteltje in de schakelaar
(Figuur 14).
3. Draai het KeyChoice-sleuteltje om.
Een rood lampje op het voorste paneel
(Figuur 15) gaat branden om aan te geven dat de
interlockschakelaar is uitgezet.
1
1. Lampje werktuig-in-achteruit
4. Bedien de machine in de achteruit en maak uw werk
af.
5. Schakel de maaimessen uit om de interlock in te
schakelen.
6. Verwijder het KeyChoice-sleuteltje en bewaar dit op
een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.
Veiligheidssysteem testen
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Controleer de werking van het veiligheidssysteem
telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als
het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder wordt
beschreven, moet u het direct laten repareren door een
erkende servicedealer. Neem plaats op de stoel en voer
de volgende controles uit:
1. Stel de parkeerrem in werking, schakel de aftakas
in en draai het contactsleuteltje op Starten. De
startmotor mag nu niet draaien.
2. Stel de parkeerrem in werking, schakel de aftakas
uit en draai het contactsleuteltje op Starten. De
startmotor mag nu niet draaien.
16
G012531
Figuur 15