De magnetron
De microgolven worden in de levensmiddelen omgezet in
warmte. U kunt de magnetron solo, d.w.z. alleen, of in
combinatie met een andere verwarmingsmethode gebruiken.
In dit hoofdstuk krijgt u
informatie over de vormen
■
aanwijzingen hoe u de magnetron instelt
■
Aanwijzing: In het hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest
vindt u voorbeelden voor het ontdooien, verwarmen en garen
met de magnetron.
Aanwijzingen voor de vormen
Geschikte vormen
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas, glaskeramiek,
porselein, keramiek of temperatuurvaste kunststof. Deze
materialen laten microgolven door.
U kunt ook servies voor het opdienen gebruiken. Zo hoeft u de
gerechten niet over te plaatsen. Als uw serviesgoed een
versiering van goud of zilver heeft, mag u het uitsluitend
gebruiken indien de fabrikant garandeert dat het geschikt is
voor de magnetron.
Ongeschikte vormen
Vormen van metaal zijn niet geschikt. Metaal laat geen
microgolven door. In gesloten metalen voorwerpen blijven de
gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metaal - bijv. een lepel in het glas
dient zich op minstens 2 cm van de ovenwanden en de
binnenzijde van de deur te bevinden. Door vonken kan het glas
aan de binnenkant van de deur worden vernietigd.
Vormtest
De magnetron nooit inschakelen als er geen levensmiddelen in
zitten. De enige uitzondering hierop is de volgende vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor de
magnetron, doet u deze test:
Plaats de lege vorm ½ tot 1 minuut bij maximaal vermogen in
1.
het apparaat.
Controleer tussentijds de temperatuur.
2.
De vorm moet goed koud of handwarm zijn.
Als hij heet wordt of als er vonken ontstaan, is hij niet geschikt.
Magnetronvermogens
Met de toetsen stelt u het gewenste magnetronvermogen in.
Magnetroncombifunctie
Hierbij wordt een functie gebruikt in combinatie met de
magnetron. Uw gerechten zijn door de microgolven sneller
klaar en worden toch mooi bruin.
In dit hoofdstuk leest u
welke functies geschikt zijn
■
hoe u de magnetroncombi-functie instelt
■
Geschikte verwarmingsmethoden
■
10
90 W
voor het ontdooien van gevoelige gerechten.
180 W
voor het ontdooien en doorgaren
360 W
voor het garen van vlees en het opwarmen van
gevoelige gerechten.
600 W
voor het verwarmen en garen van gerechten
900 W
voor het verwarmen van vloeistoffen
Aanwijzingen
Wanneer u op een toets drukt, is het gekozen vermogen
■
verlicht.
Het magnetronvermogen 900 watt kunt u voor maximaal
■
30 minuten instellen. Bij alle andere vermogens is een
tijdsduur tot 1 uur en 30 minuten mogelijk.
Magnetron instellen
Voorbeeld: magnetronvermogen 600 W, tijdsduur 10 minuten.
Op de functiekeuzeknop drukken.
1.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
De toets voor het gewenste magnetronvermogen indrukken.
2.
Het gekozen vermogen is verlicht en er wordt een
voorgestelde tijdsduur weergegeven.
Met de draaiknop de tijdsduur instellen.
3.
ƒ
De toets
indrukken.
4.
De werking start. U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De magnetronfunctie is beëindigd. U kunt
het geluidssignaal voortijdig met de toets
apparaat uitzetten of opnieuw instellen.
Ovendeur tussentijds openen
ƒ
De werking wordt onderbroken.
de deur de toets
indrukken. De functie wordt voortgezet.
Tijdsduur veranderen
Dit is op elk moment mogelijk. Met de draaiknop de tijdsduur
veranderen.
Magnetronvermogen veranderen
De toets voor het nieuwe magnetronvermogen indrukken. Met
de draaiknop de tijdsduur instellen en weer starten.
Werking afbreken
„
De toets
enkele seconden lang ingedrukt houden en de
hoofdschakelaar uitzetten.
Aanwijzing: Wanneer u de deur van het apparaat tussentijds
opent, kan de ventilator verder lopen.
Geschikte verwarmingsmethoden
3
Hete lucht
■
%
Boven- en onderwarmte
■
4
Thermogrill
■
+
Grill
■
U kunt alle magnetronvermogens inschakelen.
Uitzondering: 900 watt.
Ã
uitschakelen. Het
ƒ
knippert. Na het sluiten van