Machine aan- en afkoppelen
8. Stuur personen weg uit de gevarenzone
tussen tractor en machine voordat u naar
de machine rijdt.
9. Met de tractortrekstangen (Afb. 76/1)
moeten de onderste koppelingspunten van
de machine worden ondersteund. De haken
van de trekstangen vergrendelen
automatisch.
10. Koppel de tractortopstang (Afb. 76/2) aan
het bovenste koppelingspunt van de
machine. De haak van de topstang
vergrendelt automatisch.
De vereiste hefkracht voor het oplichten van
de machine is het laagst, als de
tractortopstang (Afb. 76/2) horizontaal loopt.
14. Steek de stekker (Afb. 77/1) van de
schijfframeverlichting in de contactdoos in
de tractorcabine.
Plaats de kabel in de tractorcabine
De schakelaar (Afb. 77/2) is bestemd voor
het in- en uitschakelen van de verlichting
(Afb. 77/3).
86
Afb. 76
11. De machine door verstellen van de topstang horizontaal uitlijnen.
12. Borg de topstang tegen verdraaien.
13. Controleer of de haken van de top- en trekstang goed zijn
vergrendeld.
Het verloop van de verzorgingsleidingen controleren.
De voedingsleidingen mogen nergens tegenaan schuren.
Afb. 77
EDX 6000-2/2FC BAH0056-3 09.14