In bedrijf stellen
6.3
Montagevoorschrift aansluiting turbine op de tractorhydraulica
Afb. 72/...
(A)
Machinegedeelte
(B)
Tractorgedeelte
(1)
Hydraulische motor voor turbine
1
N
= 4000
/min
max.
(2)
Filter
(3)
Enkel- of dubbelwerkende regeleenheid met
voorrang
(4)
Reservoir hydraulische olie
(5)
Toevoer:
drukleiding met voorrang
(markering: 1 rood)
Retour:
(6)
drukvrije leiding met "grote" steekkoppeling
(markering: 2 rood)
80
De stuwdruk mag niet hoger zijn dan 10 bar. Volg daarom de
montagevoorschriften bij het aansluiten van de hydraulische
turbineaansluiting op.
·
Sluit de hydraulische koppeling van de drukleiding (Afb. 72/5)
aan op een enkel- of dubbelwerkende tractorregeleenheid met
voorrang.
·
Sluit de grote hydraulische koppeling van de retourleiding (Afb.
72/6) alleen aan op een drukloze tractoraansluiting met directe
toegang tot het reservoir met hydraulische olie (Afb. 72/4).
Sluit de retourleiding niet aan op een tractorregeleenheid zodat
de stuwdruk van 10 bar niet wordt overschreden.
·
Om de tractorretourleiding achteraf aan te sluiten, gebruikt u
uitsluitend pijpen DN 16, bijv. Ø 20 x 2,0 mm met korte
retourleiding naar het reservoir met hydraulische olie.
Voor het gebruiken van de hydraulische functies moet de capaciteit
van de hydraulische pomp van de tractor ten minste 80 l/min bij
150 bar bedragen.
Afb. 72
De hydraulische olie mag niet te warm worden.
Grote oliestromen in verbinding met kleine olietanks leiden tot snelle
opwarming van de hydrauliekolie. De inhoud van het oliereservoir
van de tractor (Afb. 72/4) dient minimaal twee keer zo groot te zijn
als de gepompte hoeveelheid olie. Bij te sterke opwarming van de
hydrauliekolie moet bij de dealer een oliekoeler worden ingebouwd.
EDX 6000-2/2FC BAH0056-3 09.14