5.5.8
Turbine voor de zaaigoeddosering
De turbine (Afb. 51/1) produceert de luchtstroom
·
voor de zaaigoeddosering
De hydraulische turbinemotor (Afb. 51/2) wordt
aangedreven door
·
de tractorhydraulica (niet mogelijk in
combinatie met een fronttank)
of
·
een hydraulische pomp, die op de aftakas
van de tractor is gemonteerd.
Het maximale turbinetoerental bedraagt
4000 1/min.
Het turbinetoerental is correct ingesteld, wanneer
de AMATRON een luchtdruk van 55 mbar in de
doseerder weergeeft.
De luchtdruk in de doseerderbehuizing wordt
door een druksensor (Afb. 52/1) gemeten.
EDX 6000-2/2FC BAH0056-3 09.14
Afb. 51
Afb. 52
De luchtdruk dient in de doseerderbehuizing constant te worden
gehouden, zodat de zaaigoedkorrels niet van de doseertrommel
vallen.
De vereiste luchtdruk wordt opgebouwd,
·
wanneer alle boringen van de doseertrommel door zaaikorrels
zijn bezet;
·
bij het constant houden van het turbinetoerental;
·
bij dichtheid van het systeem (druktank).
De AMATRON geeft een waarschuwing, wanneer boringen van de
doseertrommel niet door zaaikorrels zijn bezet. Het alarm wordt in
werking gesteld, wanneer de optische sensors geen zaaigoed
herkennen.
Opbouw en werking
63