3. Stuur iedereen weg uit de gevarenzone
tussen tractor en machine.
4. Rijd met de tractor tot op een afstand van
ca. 25 cm naar de machine.
De trekstang van de tractor moet in één lijn
staan met de koppelingspunten van de
machine.
5. Trek de handrem aan, zet de tractormotor
af en trek de contactsleutel uit het slot.
EDX 6000-2/2FC BAH0056-3 09.14
1. Controleer, of de aanbouwcategorieën van de machine en
tractor identiek zijn (zie hfdst. "Technische gegevens", op pagina
48).
2. Borg de top- en trekstangpen met veerclips.
Afb. 75
6. Hydraulische koppelingen reinigen.
7. Koppel de voedingsleidingen aan de tractor (zie hfdst. Overzicht
– verzorgingsleidingen tussen tractor en machine, op pagina 42).
Sluit de machinesteker op de terminal aan, zoals in de
bedieningshandleiding van de AMATRON is beschreven.
Reinig de hydraulische koppelingen voordat u ze op de hydraulische
koppelingen van de tractor aansluit.
Geringe olieverontreiniging door vuildeeltjes kan storingen in het
hydraulische systeem veroorzaken.
Tijdens de werkzaamheden wordt regeleenheid geel van de tractor
vaker gebruikt dan alle andere regeleenheden. Wijs de aansluitingen
van regeleenheid 1 toe aan een regeleenheid die in de cabine van de
tractor gemakkelijk te bereiken is.
Machine aan- en afkoppelen
85