Opbouw en werking
5.5.2
Doseertrommel
Voor verschillende soorten zaad moet de
doseertrommel aan het soort zaad worden
aangepast. Selecteer de vereiste doseertrommel
aan de hand van de tabel (Afb. 37) en monteer
deze (zie hoofdstuk "Doseertrommel
demonteren/monteren", op pagina 136).
De doseertrommels variëren door het aantal rijen
(Afb. 36/1) en de boringdiameters.
Zaadsoort
Maïs
Zonnebloemen
Afb. 37
Aanbeveling voor de keuze van de juiste doseertrommel voor maïs
Voor het verspreiden van maïs zijn twee doseertrommels met boringdiameter Ø 4,5 mm en Ø 5,5 mm
beschikbaar.
De keuze van de juiste trommel is afhankelijk van de korrelvorm die sterk varieert in formaat en vorm.
De grote korrels hebben op de Ø 5,5 mm-trommel meestal een stevig houvast. Gebruik de Ø 4,5 mm-
trommel alleen, wanneer grote korrels op een wijze zijn gevormd dat ze bij de trommel met
boringdiameter Ø 5,5 mm te ver naar binnen staan en daardoor worden beschadigd.
Gebruik als richtwaarde de trommel, afhankelijk van het gewicht per duizend korrels zaaigoed
met boring Ø 4,5 mm
met boring Ø 5,5 mm
Kiest het overlappingbereik (230 TKG tot 250 TKG) afhankelijk van de korrelvorm, bijv.:
·
de trommel met boring Ø 4,5 mm voor een langwerpige korrel, zodat deze niet door de grotere
boring valt;
·
de trommel met boring Ø 5,5 mm voor een ronde korrel, zodat deze aan de trommel hecht.
56
Aantal rijen
per doseertrommel
6
8
9
10
6
8
9
10
6
8
9
10
voor maïs tot 250 TKG
voor maïs tot 230 TKG.
Afb. 36
Doseertrommel
Boring
Aanwijzing
[mm]
Doseertrommel
Æ 5,5
12
standaard voor maïs
Doseertrommel
Æ 4,5
12
voor kleine maïskorrels
Æ 3,0
12
EDX 6000-2/2FC BAH0056-3 09.14