4 Opstarten en kalibreren
Afbeelding 12 Kalibratiedop
1
Opening voor retentiesnoer
3. Als de gebruiker kan bevestigen dat de omgevingslucht vrij is van brandbaar gas, kan de omgevingslucht worden
gebruikt in plaats van de nulgascilinder. Zie
4. Plaats de kalibratiedop. Druk de dop goed vast.
Het kalibratieproces begint automatisch wanneer de dop goed vast zit op de sensorbehuizing.
Onder normale omstandigheden toont het display alle icoontjes stabiel bij het opstarten.
5. De display voor de kalibratiedop toont het symbool van de nulgascilinder en knippert en geeft zo aan dat het
toestel in de nulpuntkalibratiemodus is.
De eerste 30 seconden is bedoeld om de gebruiker de tijd te geven gas aan de sensor toe te voeren. Tijdens
deze tijd kan de gebruiker het proces afbreken door de kalibratiedop te verwijderen.
Na de eerste 30 seconden start het toestel de nulpuntkalibratie-instelling. De nulpuntkalibratie wordt
aangegeven met de witte cilinder (zie
Verwijdering van de kalibratiedop na de eerste 30 seconden heeft een kalibratiefout tot gevolg. Hierdoor wordt
de kalibratie afgebroken en het toestel werkt verder met de vorige kalibratie-instellingen.
6. Voeg nulgas toe aan de kalibratiepoort met een stroomsnelheid van ca. 1,5 l/min terwijl het cilindersymbool
knippert. Nulgas kan worden toegevoerd als omgevingslucht of van de nulgascilinder in de kalibratiekit, zoals al
genoemd in hoofdstuk
Afbeelding 13 Symbool nulgascilinder
7. Wanneer de nulpuntkalibratie geslaagd is, verschijnt er een vinkje "ü". Verwijder de kalibratiedop, als u alleen een
nulpuntkalibratie uitvoert. Nadat het nulpunt met succes is ingesteld, begint het meetbereikproces automatisch
binnen 30 seconden nadat het nulsymbool "ü" is verschenen.
8. Als de nulpuntkalibratie mislukt, verschijnt in de display 2 minuten lang een X waarna het afsluiten begint.
Als de nulpuntkalibratie mislukt, verwijdert u de kalibratiedop en plaatst u deze weer om nog een poging te
wagen. Als meerdere pogingen mislukken, neem dan contact op met het MSA-servicecentrum.
9. Wanneer in het display het symbool voor kalibratiegas knippert, voer dan het kalibratiegas toe door de poort van
de kalibratiedop (zie
21
Afbeelding 15
Afbeelding 12
4.3
.
afb. Afbeelding 8
).
voor een visuele weergave van het kalibratieproces.
) en het woord "Nul".
PrimaX® IR
NL