Rea® Azalea®
7.2.1 Rug- en zithoeken
Bij vervoer van een rolstoel met gebruiker in
een voertuig, zijn de aanbevolen hoeken voor de
rugleuning en zitting als volgt:
•
Azalea Standard: 4° voor de rugleuning en 4°
voor de zitting.
•
Azalea Max: 5° voor de rugleuning en 3° voor
de zitting.
•
Azalea Base: 0° voor zowel de rugleuning als
de zitting.
7.2.2 Lichaamsband
1. Bij gebruik als stoel tijdens vervoer in een voertuig moet
de rolstoel zijn uitgerust met een lichaamsband.
De oorspronkelijke lichaamsband van Invacare
moet worden gebruikt als aanvulling op de
veiligheidsgordel in het voertuig!
2. De veiligheidsgordel van het voertuig hoort zo stevig
als mogelijk om het lichaam te zitten, zonder dat
dit ongemak veroorzaakt. De bovenkant van deze
veiligheidsgordel hoort om de schouders te passen (zie
afbeelding). De gordel mag niet gedraaid zijn.
De gordel mag niet gedraaid zijn.
A
42
3. Het bekkengedeelte van de 3-punts veiligheidsgordel
moet laag over het bekken worden bevestigd, zodat de
hoek van de lichaamsband binnen het gewenste gebied
A blijft.
De hoek van de lichaamsband mag nooit meer
zijn dan 75°.
Onjuist aangebrachte veiligheidsgordel
4. De 3-punts veiligheidsgordel mag niet weggehouden
worden van het lichaam door delen van de rolstoel,
zoals armsteunen of wielen.
A
A Onjuiste plaatsing van de neksteun
B Juiste plaatsing van de neksteun
5. Er moet altijd een neksteun worden gebruikt tijdens
transport en deze moet worden aangepast zoals
afgebeeld.
7.2.3 Hellingen
WAARSCHUWING!
Risico op lichamelijk letsel
De rolstoel kan plotseling onbestuurbaar naar
voren/achteren rollen.
– Laat de rolstoelgebruiker nooit zonder toezicht
achter bij het omhoog of omlaag rijden over
hellingen.
7.3 Fixatiemethoden
LET OP!
De voorwielvergrendelingen kunnen breken
– Als de rolstoel is uitgerust met
voorwielvergrendelingen, moeten deze
inactief zijn tijdens vervoer in een voertuig.
B
1488756-O