1. Houd de snelle-ontgrendelingsknop A ingedrukt.
2. Plaats de achterwielas B in de achterwielbevestiging C.
3. Trek de wielen naar buiten toe om te controleren of
deze veilig in hun positie vastzitten.
WARNING!
Risico op lichamelijk letsel
– Het is essentieel dat u controleert of de
achterwielen veilig vastzitten in hun positie!
U moet de wielen niet kunnen verwijderen
wanneer de snelle-ontgrendelingsknop A is
uitgeschakeld.
3.8 Hoekverstelbare beensteunen
1.
Duw de beensteunen omlaag in de buizen van de
beensteunbevestiging.
U moet de beensteun naar buiten draaien
wanneer u deze in de beensteunbevestiging
schuift.
2.
Vergrendel de beensteun door deze naar binnen te
draaien.
De beensteunen zijn automatisch vergrendeld,
dus er is geen risico dat ze van de rolstoel zullen
vallen.
1488756-O
3.9 Vaste beensteunen
1.
Duw de voetsteun omlaag in de buizen van de
beensteunbevestiging.
U moet de voetsteun naar buiten draaien
wanneer u deze in de beensteunbevestiging
schuift.
2.
Vergrendel de voetsteun door deze naar binnen te
draaien.
De voetsteunen zijn automatisch vergrendeld,
dus er is geen risico dat ze van de rolstoel zullen
vallen.
3.10 Montage van het werkblad
A
Plaats het werkblad A in de bevestigingen voor het werkblad
B.
B
Montage
11