LET OP!
Uw vingers kunnen gekneld raken
– Wees voorzichtig bij het monteren van de
armsteun.
Raadpleeg voor aanpassingen het gedeelte: 4.10.1 Hoogte
armsteunen, pagina 18 en 4.10.2 Armsteundiepte, pagina 18
4.11 Beensteunen
Voor gebruikers met langere benen kan de
beensteunbevestiging in een hogere positie worden
gemonteerd. Neem voor meer informatie contact op
met uw Invacare-dealer.
4.11.1 Hoekverstelbare beensteun
Hoekverstelbare beensteunen ondersteunen de benen en
verminderen de belasting. De beensteunen moeten altijd
uitgerust zijn met kuitkussens, voetplaten en hielbanden.
Het is belangrijk dat de hoogte en hoek van de beensteunen
worden aangepast om een goede zitpositie te bereiken.
De hoogte van de beensteunen aanpassen
1. Draai de schroef A los met een inbussleutel.
Gereedschap: inbussleutel van 5 mm
2. Stel de beensteun in op de gewenste hoogte en zorg dat
de schroef zich heeft vastgezet in een van de inkepingen
van de beensteunbuis.
3. Draai de schroef weer vast met 8 Nm.
Aanpassing van de hoek
WAARSCHUWING!
Risico op beschadiging.
Beschadiging van het mechanisme
– Plaats geen zware voorwerpen op de
beensteun en laat kinderen er niet op zitten,
want dit kan schade veroorzaken aan het
beensteunmechanisme.
– De beensteun mag niet worden belast tijdens
het instellen van de hoek. De hendel moet
volledig worden geopend.
1488756-O
A
A
1. Trek met een hand aan de hendel A en ondersteun de
beensteun met uw andere hand.
2. Als de beensteun in de gewenste hoek staat, laat u de
hendel los en de beensteun klikt vast in een van de
zeven vooringestelde posities B.
Voor de Azalea Max zijn vier verschillende posities
beschikbaar. Zie hiervoor het gedeelte over
beensteunen voor de Azalea Max.
De afstand tussen het laagste deel van de voetsteun
en de vloer moet minimaal 40 mm bedragen.
4.11.2 Vaste beensteun
De hoogte van de beensteunen aanpassen
B
A
1. Draai de schroef A los met een inbussleutel.
Kom niet aan de bovenste schroef B.
2. Stel de beensteun in op de gewenste hoogte en zorg dat
de schroef zich heeft vastgezet in een van de inkepingen
van de beensteunbuis.
3. Draai de schroef weer vast met 8 Nm.
De afstand tussen het laagste deel van de voetsteun
en de vloer moet minimaal 40 mm bedragen.
Componenten
19