Gedurende de adresinvoer verschijnt in het invoerscherm
meriek toetsenbord de functietoets Kaart. Door het aantippen van de functie-
toets wordt een venster met de kaart geopend
het ingevoerde adres nauwkeuriger worden aangegeven of worden gecontro-
leerd.
Na het ingeven van het reisdoel moet er worden gecontroleerd of het ingege-
ven reisdoel juist is, bijvoorbeeld door op de functietoets
drukken waardoor het reisdoel op de kaart wordt getoond. Enkele plaatsna-
men kunnen op meerdere plekken in het land voorkomen.
Indien het adres correct is ingevoerd, dan worden reisdoeldetails weergege-
ven
» pagina
78.
Meer mogelijkheden voor het oproepen van het menu
›
In het menu Navigatie de functietoets → Nw. reisd./tussenstop → Opties
→ Adres indrukken.
›
In het menu Navigatie de functietoets → Meer bijz. reisdoelen → Opties
→ Adres indrukken.
Reisdoelingave via het kaartpunt / via de gps-coördinaten
Afbeelding 37 Reisdoelingave via het kaartpunt / via de gps-coördinaten
Het reisdoel op de kaart kan met behulp van het dradenkruis of de gps-coördi-
naten worden ingegeven
» Afbeelding
›
In het menu Navigatie de functietoets Nieuw reisd. → Opties → Op
kaart indrukken.
Aan onderzijde van het beeldscherm wordt het adres resp. informatie over de
geografische lengte en breedte van het ingestelde kaartpunt weergegeven.
» pagina
11, Alfanu-
» pagina 67
en daardoor kan
» Afbeelding 36
J
37.
Kaartweergave verkleinen/vergroten
Door bediening van de functietoets gaat de kaart naar de volledige scherm-
weergave.
Door bediening van de functietoets wordt de kaart op een beeldschermhelft
weergegeven, samen met het menu voor de invoer met behulp van de GPS-co-
ordinaten.
te
Dradenkruis
Het dradenkruis geeft de positie van het vooringevulde adres aan.
Door een vingerbeweging over de kaart kan het gewenste reisdoel op het mid-
den van het dradenkruis worden ingesteld.
Door het met de vinger aanraken van de kaart wordt het aanraakpunt in het
dradenkruis verschoven en worden tegelijkertijd de lengte- en breedtegraad-
waarden voor het ingegeven punt aangepast.
Het symbool geeft de actuele kaartschaal aan, die tijdens het ingeven
handmatig kan worden gewijzigd
GPS-coördinaten
Het reisdoel kan via de lengte- en breedtegraad (GPS-coördinaten) worden in-
gegeven.
Door het indrukken van de functietoets met de lengte- of breedtegraadwaar-
de voor het punt verschijnt een menu met de optie voor een grotere nauwkeu-
righeid. De gewenste gegevens kunnen met de functietoetsen / worden
ingesteld. Door het aanraken van het beeldscherm buiten de functietoetsen
verschijnt een basismenu voor de puntinvoer op de kaart.
Na het ingeven van de coördinaten verschuift het dradenkruis naar de ingege-
ven coördinaten, waardoor de ingegeven positie van het reisdoel kan worden
gecontroleerd.
Reisdoel bevestigen
De reisdoelpositie bevestigen door op de functietoets Ok te drukken - het vol-
gende menu met reisdoeldetails wordt getoond.
■
Opslaan - Opslaan van het reisdoel in het reisdoelgeheugen
numeriek toetsenbord
Bewerken - Terugkeren naar het menu met de mogelijkheid tot het invoeren
■
van het reisdoel
» pagina 65
» pagina
61.
» pagina
Routegeleiding
11, Alfa-
67