Rookgasbuis op dichtheid controleren
Brander afstellen
Het grootste olie- of gasdebiet van de brander op het
nominale vermogen van de verwarmingsketel instellen.
Nominale vermogen
kW
700
900
1100
1300
Werking in deellast
Het minimale warmtevermogen basislasttrap volgens
gegevens van de rookgasinstallatie instellen. De rook-
gasinstallatie moet voor de lage rookgastemperaturen
geschikt zijn.
We raden bij het vaak gebruiken in stand-by en bij
deellast onder 40 % het volgende aan:
■
Rookgaskast isoleren
■
Gemotoriseerde rookgasklep inbouwen
Minimale looptijd van de verwarmingsketel op 10 min
■
instellen
Werking met branderbelasting
De min. ketelwatertemperatuur bedraagt bij oliewer-
king 50 °C en bij gaswerking 60 °C.
De retourtemperatuurverhoging moet op een mini-
mumwaarde van 40 °C (oliewerking) resp. 53 °C (gas-
werking) worden afgesteld.
Ter bescherming van de verwarmingsketel bedraagt
het minimumvermogen op het basisniveau 60 % van
het nominale vermogen (zie tabel).
Nominale vermogen In te stellen minimumvermo-
gen (1e brandertrap)
kW
700
900
1100
1300
1600
1950
Weerstand rookgaszijde
Pa
mbar
270
460
400
570
60 %
≥
1170
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Nominale vermogen
2,7
Ter bescherming tegen dauwpuntcorrosie moet de 2e
4,6
brandertrap (max. warmtevermogen) op het nominale
warmtevermogen van de verwarmingsketel ingesteld
4,0
zijn. Deze moet ook tijdens de zomermaanden inge-
5,7
schakeld blijven (voortdurende beschikbaarheid van
de 2e brandertrap).
Dat verhoogt de levensduur en vermindert de bedrijfs-
kosten.
Op het basisniveau is een minimale rookgastempera-
tuur noodzakelijk; de waarde ervan hangt af van het
type rookgasinstallatie.
kW
420
540
660
780
960
Weerstand rookgaszijde
kW
Pa
1600
650
1950
850
mbar
6,5
8,5
13