Als de waterscooter vertraagt tot
minder dan 15 km/h, wordt de
remmodus beëindigd en wordt de
achteruit ingeschakeld. Laat de iBR-
hendel los zodra de waterscooter
tot stilstand is gekomen. Anders
zult u achteruit gaan.
LET OP Naarmate de water-
scooter vertraagt en tot stilstand
komt, zal de hekgolf uw water-
scooter inhalen, waardoor de
waterscooter naar voren zal nei-
gen. Let op dat zich op uw koers
geen obstakels of zwemmers be-
vinden.
Als de gashendel nog is ingetrok-
ken wanneer de iBR-hendel wordt
losgelaten, zal de waterscooter na
een korte pauze voorwaarts versnel-
len. De versnelling is evenredig aan
de stand van de gashendel.
WAARSCHUWING
Als u niet voorwaarts wilt ver-
snellen als u de remhendel los-
laat, laat u de gashendel los.
Als u op snelheid de rem voor het
eerst gebruikt, schiet achter de
waterscooter een waterpluim hoog
de lucht in, waardoor de bestuurder
van een waterscooter achter u tij-
delijk het zicht kan verliezen over
uw waterscooter.
WAARSCHUWING
-
Van belang is dat u de be-
stuurder van een waterscoo-
ter die van plan is in konvooi
achter u te varen wijst op het
rem- en manoeuvreervermo-
gen van uw waterscooter, de
betekenis van de waterpluim
en dat tussen waterscooters
een grotere afstand moet
worden aangehouden.
-
Denk eraan dat andere boten
achter of rondom u mogelijk
niet in staat zijn even snel te
stoppen.
Remmen in bochten
In bochten moet u gas geven om
de controle te bewaren over de
vaarrichting. Toch kunt u, zoals
eerder beschreven, in een bocht
remmen met de iBR-hendel. Zet u
schrap om uw evenwicht te bewa-
ren als de hekgolf uw waterscooter
kruist.
LET OP Naarmate de water-
scooter vertraagt en tot stilstand
komt bij remmen in een bocht,
zal uw eigen hekgolf de water-
scooter inhalen, waardoor de
waterscooter naar opzij zal nei-
gen. Zet u schrap als de golf de
waterscooter kruist.
De waterscooter sturen
BEDIENINGSINSTRUCTIES
75