BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
of anderen te voorkomen. Als de
bestuurder van de waterscooter
valt zonder dat het aanbevolen
bindsnoer is aangekoppeld zal de
waterscooter niet tot stilstand ko-
men.
Overschrijd nooit uw eigen grenzen
en stuurvaardigheid.
Rijd altijd op een verantwoorde en
veilige manier. Gebruik uw gezond
verstand en wees hoffelijk.
Maak geen golven waar dit niet
mag en respecteer het milieu en
de rechten van andere watergebrui-
kers. Als bestuurder en eigenaar
van een waterscooter bent u verant-
woordelijk voor schade aangericht
door de hekgolf van uw waterscoo-
ter. Laat niemand toe afval over-
boord te gooien.
Hoewel uw waterscooter hoge
snelheden kan halen, raden we u
ten zeerste aan deze hoge snelhe-
den enkel te hanteren onder ideale
omstandigheden en waar dit is
toegestaan. Hoge snelheden verei-
sen een betere stuurvaardigheid
en verhogen het risico op ernstige
verwondingen.
De krachten die op het lichaam van
de bestuurder inwerken bij draaima-
noeuvres, varen over golven of
hekgolven, varen in onstuimig wa-
ter of vallen van de waterscooter
kunnen, zeker bij hoge snelheden,
ernstig letsel toebrengen, inclusief
gebroken botten en zwaarder let-
sel. Blijf flexibel en vermijd scherpe
bochten.
Waterscooters zijn niet geschikt
om 's nachts te varen.
Vaar zo weinig mogelijk in onstui-
mig water en vermijd extreme ma-
noeuvres zoals over golven of hek-
golven springen.
14
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Elke watersporter moet zich aan
deze richtlijnen houden:
-
Wanneer u passagiers mee-
neemt is uw waterscooter
moeilijker bestuurbaar, wat
meer stuurvaardigheid vergt.
-
Zorg er steeds voor dat uw
passagier veilig en comfortabel
is.
-
Draag altijd een goedgekeurd
reddingsvest (PFD). Een goed
ontworpen reddingsvest kan
een verward of bewusteloos
persoon drijvende houden.
-
Houd rekening met andere per-
sonen met wie u het water
deelt.
-
Bied onmiddellijk hulp aan een
gevallen persoon. Alleen is hij
of zij kwetsbaar in het water en
wordt dan mogelijk niet opge-
merkt door andere boten.
-
Benader iemand die in het wa-
ter ligt vanaf de lijzijde (tegen
de richting van de wind in).
Schakel de motor uit voordat u
de persoon nadert.
-
Leg de motor stil en werp het
anker uit voordat u gaat zwem-
men.
-
Zwem enkel op plaatsen die als
veilige zwemzones zijn gemar-
keerd. Deze zijn meestal afgeba-
kend met een zwemzoneboei.
Ga niet alleen of niet 's nachts
zwemmen.
ZWEMZONEBOEI