BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Niet te vergeten voor
uw veiligheid
Deze waterscooter presteert moge-
lijk heel wat beter dan waterscoo-
ters die u vroeger hebt bestuurd.
Lees en begrijp de inhoud van de
gebruikershandleiding, zodat u vol-
ledig vertrouwd bent met de bestu-
ring en bediening van uw water-
scooter voordat u voor het eerst
uitvaart of passagiers meeneemt.'
Als u hiertoe niet de kans had, oe-
fen dan op uw eentje in een ge-
schikte, verkeersvrije zone om
voeling te krijgen met de bedie-
ningselementen en hoe ze reage-
ren. Pas als u helemaal vertrouwd
bent met alle bedieningselementen
mag u versnellen tot hoger dan
stationair. Ga er niet van uit dat alle
waterscooters op dezelfde manier
reageren. Elk model verschilt, soms
aanzienlijk, van andere modellen.
Vergeet niet dat u bij de terugkeer
van de gashendel naar de stationai-
re stand minder goed kunt sturen.
Om de waterscooter te draaien
moet u zowel sturen als gas geven.
Laat de gashendel niet los wanneer
u een voorwerp probeert te ontwij-
ken. U moet gas geven om te kun-
nen sturen. Als u de motor stillegt,
hebt u geen controle meer over de
vaarrichting.
Hoewel de meeste waterscooters
geen remvoorziening hebben, kun-
nen we met de nieuwste technie-
ken wel modellen aanbieden die
met een remsysteem, het zoge-
TM
naamde iBR
systeem, zijn uitge-
rust. Oefen de remmanoeuvres uit
in een veilige, verkeersvrije zone
om remmend te leren sturen op
diverse remafstanden in verschillen-
de vaaromstandigheden.
12
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWING
Uw remafstand is afhankelijk
van uw beginsnelheid, lading,
wind, aantal opvarenden en de
omstandigheden op het water.
De remafstand hangt ook af van
de kracht die de bestuurder op
de iBR-hendel (intelligente Bra-
ke and Reverse) uitoefent.
Als wordt geremd, moeten de op-
varenden zich schrap zetten tegen
de vertragingskracht, zodat ze op
de waterscooter niet naar voren
schuiven en het evenwicht verlie-
zen.
Denk er bij het besturen van een
waterscooter die is uitgerust met
iBR aan dat andere boten achter of
rondom u mogelijk niet in staat zijn
even snel te stoppen.
Als u op snelheid de rem voor het
eerst gebruikt, schiet achter de
waterscooter een waterpluim hoog
de lucht in, waardoor de bestuurder
van een waterscooter achter u tij-
delijk het zicht kan verliezen over
uw waterscooter. Van belang is dat
u de bestuurder van een waterscoo-
ter die van plan is in konvooi achter
u te varen wijst op het rem- en
manoeuvreervermogen van uw
waterscooter, de betekenis van de
waterpluim en dat tussen water-
scooters een grotere afstand moet
worden aangehouden.
Door het intrekken van de iBR-be-
dieningshendel terwijl de water-
scooter op enige snelheid vooruit
vaart worden de remmen geacti-
veerd, waardoor een vertraging
ontstaat die evenredig is aan de
stand van de iBR-hendel. Hoe ver-
der u de iBR-hendel intrekt, hoe
sterker de remkracht. Let op dat u
de iBR-hendel geleidelijk inschakelt,
zodat de remkrachtintensiteit goed
is afgesteld, en laat de gashendel
gelijktijdig los.