CONTROLE VÓÓR GEBRUIK
lading goed is opgeslagen in het
beschikbare opbergvak.
Zorg dat het deksel vooraan, het
handschoenvak en het zadel geslo-
ten en vergrendeld zijn.
WAARSCHUWING
Zorg dat het zadel, handschoen-
vak en bergvak vooraan stevig
zijn vergrendeld.
Motoruitschakelaar en
motor-START/STOP-knop
Druk eenmaal op de startknop
zonder het bindsnoer op de moto-
ruitschakelaar te plaatsen.
Plaats het bindsnoer op de moto-
ruitschakelaar.
Druk de START/STOP-knop in om
de motor te starten, leg deze stil
door de START/STOP-knop nog-
maals in te drukken.
OPMERKING: Om de motor te
kunnen starten, moet de bind-
snoerplug goed op de motoruitscha-
kelaar geplaatst worden binnen de
5 seconden na het indrukken van
de START/STOP-knop.
Start de motor opnieuw en leg de-
ze stil door het bindsnoer uit de
motoruitschakelaar te nemen.
WAARSCHUWING
Als de bindsnoerplug loskomt
of niet op de motoruitschake-
laar blijft zitten, moet u het
bindsnoer onmiddellijk vervan-
gen om onveilig gebruik te
voorkomen. Gebruik de water-
scooter niet als de motor niet
stilvalt na het wegnemen van
de bindsnoerplug uit de moto-
ruitschakelaar of na het indruk-
ken van de START/STOP-knop.
Raadpleeg uw erkende Sea-Doo
dealer.
48
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Te doen na de tewaterla-
ting van de waterscoo-
ter
Controleer na de tewaterlating van
de waterscooter en vóór het ver-
trek al de punten in de volgende
tabel.
ONDERDEEL
Informatiecentrum
iBR-systeem
(intelligent Brake &
Reverse)
Variabel
trimsysteem (VTS)
Informatiecentrum (meter)
1.
Druk op de START/STOP-knop
en plaats de bindsnoerplug op
de motoruitschakelaar.
2.
Controleer of alle aanduidin-
gen gaan branden terwijl het
informatiecentrum de zelftes-
troutine doorloopt.
WAARSCHUWING
Bevestig het bindsnoer altijd
aan uw reddingsvest of aan uw
pols (polsband vereist).
iBR-systeem
OPMERKING
een botsing te vermijden, voor
en achter de waterscooter vol-
doende ruimte is om het iBR-
systeem veilig te testen. Tijdens
de test zal de waterscooter in
beweging komen.
1.
Verwijder de meertrossen
waarmee de waterscooter
aan het dok vastligt.
2.
Start de motor op en zorg er-
voor dat de waterscooter niet
beweegt.
WERKING
Werking
controleren.
Werking
controleren.
Werking
controleren.
Zorg dat er, om