RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ROOK UIT DE MOTOR
1. Oliepeil te hoog.
Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende
-
Sea-Doo dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA
in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
2. Wateropname, koelvloeistoflekkage of beschadigde cilinderkoppakking.
Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende
-
Sea-Doo dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA
in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
3. Interne motorschade.
Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende
-
Sea-Doo dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA
in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
MOTOR OVERVERHIT
1. Uitlaatsysteem verstopt.
Uitlaatsysteem spoelen.
-
2. Motorkoelvloeistofpeil te laag.
-
Raadpleeg de ONDERHOUDSPROCEDURES.
3. Snelkoppelingadapter zit nog in de spoelkoppeling.
-
Haal de adapter uit de spoelkoppeling en probeer opnieuw. Als het
probleem aanhoudt, zorgt u voor onderhoud, reparatie of vervanging
door een erkende Sea-Doo dealer, reparatiebedrijf of iemand anders
van uw keuze. Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE
VAN US EPA in deze handleiding voor informatie over garantie-
claims.
MOTOR ACCELEREERT ONVOLDOENDE OF MIST VERMOGEN
1. Leersleutel gebruikt.
-
Gebruik een Normale sleutel.
2. Sportmodus niet geactiveerd.
Zie SPORTMODUS ACTIVEREN in VAARMODI.
-
3. Waterinlaat jetpomp verstopt.
-
Reinigen. Zie REINIGEN VAN JETPOMPWATERINLAAT EN IMPEL-
LER in het hoofdstuk SPECIALE PROCEDURES.
4. Impeller beschadigd of slijtring versleten.
-
Vervangen. Raadpleeg een erkende Sea-Doo dealer.
126