Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening - Scheppach HBS30 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor HBS30:
Inhoudsopgave

Advertenties

aanslaglijst (B) in de gewenste positie. Draai de kartelschroeven
(D) weer vast.
LET OP! Schuif de aanslaglijst (B) niet te ver in de richting van
het zaagblad.
LET OP! Bij het werken met de machine moeten alle
beschermingen en afschermingen gemonteerd zijn.
Het bovenste en onderste lintwiel wordt beschermd door een vaste
afscherming en een scharnierende afdekking. Bij het openen van
het deksel wordt de machine uitgeschakeld. Starten is alleen
mogelijk met een gesloten deksel.

9. 9. Bediening

9.1 Aan/uit-schakelaar (15) (Afb. 17)
- Om de machine in te schakelen, drukt u op de groene knop "1".
- Om de machine weer uit te schakelen, drukt u op de rode knop "0".
- De lintzaag is uitgerust met een te lage spanning schakelaar. Bij
stroomuitval moet de lintzaag weer worden ingeschakeld.
9.2 Parallelaanslag monteren (Afb. 5+18)
- Plaats de parallelle stop (14) op de geleiderail (43) links of rechts
van het zaagblad.
- Druk de klemstang (42) naar beneden om de parallelle stop (14)
op zijn plaats te borgen. De sluitkracht van de parallel-stop kan aan
de achterste kartelmoer (41) worden ingesteld.
- Zorg ervoor dat de parallelle stop (14) altijd parallel loopt aan het
lintzaag (26).
9.3 Verstek zaagsneden (Afb. 20)
Om schuine zaagsneden parallel aan het lintzaagblad (26) uit te
voeren, is het mogelijk om de zaagbank (7) van 0° - 45° te
kantelen.
- Borghendel (22) en vleugelmoer (21) losmaken.
- Zaagbank (7) kantelen, tot de gewenste hoek is ingesteld op de
gradatieschaal (35).
- De vergrendelingsgreep (22) en de vleugelmoer (21) weer
vastdraaien.
LET OP! Bij een gekantelde zaagtafel (7) moet de
parallelaanslag (14) altijd rechts van het lintzaagblad (26) in de
werkrichting worden gemonteerd. Zo wordt voorkomen dat het
werkstuk wegglijdt.
10. Werkinstructies
De volgende aanbevelingen zijn voorbeelden van veilig gebruik
van lintzagen.
De volgende veilige werkmethoden moeten worden gezien als een
hulpmiddel voor de veiligheid. Ze kunnen niet volledig of volledig
worden toegepast op elk gebruik. Ze kunnen niet elke mogelijke
gevaarlijke toestand behandelen en moeten zorgvuldig worden
geïnterpreteerd.
- Sluit de machine aan op een afzuiginstallatie bij werkzaamheden
in gesloten ruimten. Voor de afzuiging in commerciële ruimtes
moet een afzuigapparaat worden gebruikt dat voldoet aan de
commerciële voorschriften.
- Maak de zaaglint los als de machine niet in gebruik is (bijv. na
afloop van de werkzaamheden). Bevestig een mededeling over de
spanning van de zaaglint aan de machine voor de volgende
gebruiker.
- Verzamel ongebruikte zaaglinten en bewaar ze veilig op een
droge plaats. Controleer voor gebruik op fouten (tanden,
scheuren). Gebruik geen defecte zaaglinten!
- Draag geschikte handschoenen bij het hanteren van de
zaaglinten.
- Alle beschermings- en veiligheidsvoorzieningen moeten veilig
zijn op de machine gemonteerd voor het begin van de
werkzaamheden.
- Maak nooit de zaaglint of de zaaglintgeleider schoon met een
handborstel of schraper terwijl de zaaglint loopt. Met hars bedekte
zaaglinten tasten de werkveiligheid aan en moeten regelmatig
worden gereinigd.
- Draag voor uw eigen bescherming een veiligheidsbril en
gehoorbescherming. Draag een haarnetje als u lang haar heeft. Rol
losse mouwen op over de ellebogen.
- Positioneer de zaaglintgeleider tijdens het werk altijd zo dicht
mogelijk bij het werkstuk.
- Zorg voor voldoende verlichting in het werkgebied en rond de
machine.
- Gebruik altijd de geleiding voor rechte sneden om te voorkomen
dat het werkstuk kantelt of wegglijdt.
- Bij het werken aan smalle werkstukken met handmatige toevoer
de duwstang gebruiken.
- Bij diagonale zaagsnedes de zaagtafel in de juiste positie plaatsen
en het werkstuk op de geleiderail geleiden. - Voor het zagen van
zwaluwstaartpennen en tanden of wiggen, de zaagtafel in de
betreffende positie brengen op de hoekschaal.
- Voor gebogen en onregelmatige sneden, duwt u het werkstuk met
beide handen gelijkelijk met de vingers tegen elkaar. Houdt het
werkstuk met uw handen op een veilige plaats.
- Gebruik een patroon voor herhaalde boogvormige of
onregelmatige sneden.
- Zorg ervoor dat het werkstuk niet rolt tijdens het zagen van ronde
stukken.
LET OP ! Na elke nieuwe instelling, raden we aan om een
testsnede uit te voeren, om de dimensionale instellingen te
controleren.
- Bij alle zaagprocessen moet de bovenste zaaglintgeleider (5) zo
dicht mogelijk bij de werkstuk geplaatst worden (zie 8.9).
- Het werkstuk moet altijd worden geleid met beide handen en plat
tegen de zaagtafel gehouden (7). Deze voorkomt dat het
lintzaagblad (26) vastloopt.
- Voorwaartse toevoer moet altijd plaatsvinden met een
gelijkmatige druk, wat net voldoende is voor de zaaglint om
gemakkelijk door het materiaal heen te zagen zonder geblokkeerd
raken.
- Gebruik altijd de parallelle aanslag (14) voor alle snijprofielen
waarvoor deze kan worden gebruikt.
- Het is beter om een snede in een enkele werkstap uit te voeren
dan in meerdere stappen, waarbij het werkstuk mogelijk moet
worden teruggetrokken. Als het echter niet mogelijk is om het
terugtrekken van het werkstuk te vermijden, moet de lintzaag eerst
worden uitgeschakeld. Trek het werkstuk pas terug als het
lintzaagblad (26) tot stilstand is gekomen.
- Bij het zagen moet het werkstuk altijd aan de langste zijde
worden geleid.
LET OP! Bij het verwerken van smallere werkstukken is het
noodzakelijk om een duwstang te gebruiken. De Duwstok (29)
moet altijd binnen handbereik zijn, op de daarvoor bestemde
duwstokhouder (60) aan de zijkant van de zaag.
10.1 Langszagen uitvoeren (Afb. 19)
Hier wordt een werkstuk in de lengterichting gesneden.
- Plaats de parallelgeleider (14) aan de linkerkant.
(indien mogelijk) van het lintzaagblad (26), in overeenstemming
met de gewenste breedte.
- Laat de zaaglintgeleider (5) op het werkstuk zakken.(8.9).
- Schakel de zaag in (zie 9.1).
- Een rand van het werkstuk tegen de parallelgeleider (14) met de
rechterhand, terwijl de platte zijde op de zaagbank ligt (7).
- Schuif het werkstuk met een gelijkmatige aanzet langs de
parallelgeleider (14) in het zaagblad (26).
- Belangrijk: Lange werkstukken moeten aan het einde van het
zaagproces tegen kantelen worden beveiligd.(bv. met
afrolstandaard, enz.)
16 22
/
Vertaald met www.DeepL.com/Translator

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5901501905

Inhoudsopgave