vergewissen dat het zaagblad correct is gemonteerd en dat de
bewegende delen van de machine soepel lopen.
- Voordat u de machine aansluit op het stroomnet, moet u ervoor
zorgen dat de gegevens op het typeplaatje gelijk zijn aan die van
het stroomnet.
8. Bijlage
OPGELET! Voor alle onderhouds-, opstellings- en
montagewerkzaamheden aan de lintzaag moet de stekker uit het
stopcontact worden gehaald. Montagegereedschappen
1 steeksleutel, maat 10/13 1 inbussleutel, maat 3
1 inbussleutel, maat 4
1 Schroevendraaier
De zaagtafel en de tafelverlenging worden om
verpakkingsredenen niet gemonteerd.
8.1 Montage van de zaagtafel (afb. 2-3)
- Verwijder de vleugelmoer (21), de borghendel (22), de beide
ringen en de klemplaat (23). (Afb. 2)
- De zaagtafel (7) over het lintzaagblad (26) geleiden. Met de
plaat (23), de beide onderleg ringen, de vleugelmoer (21) en de
spanhendel (22) aan de beide schroeven van het machineframe
bevestigen. (Afb. 3)
- Monteer de bout M6x35 (36) met twee ringen (37) en de moer
(38) op de tafel. (Afb. 3)
8.2 Montage van de tafelbreedte vergroting
(Fig.4+4.1+4.2+4.3+4.4)
- Verwijder de twee bouten (39) en ringen (40) van de
tafelbreedte vergroting (8). (Afb. 4)
- Schuif de tafelbreedte vergroting (8) op de op de machine
gemonteerde tafel (7). Zorg ervoor dat de spanhendel (10)
geopend is (Afb. 4.1+4.2).
- Schuif de tafelbreedte vergroting volledig op de tafel (Afb. 4.3)
om de beide bouten (39) aan beide zijden vast te zetten. (Afb. 4.4)
Zorg ervoor dat de bouten (39) aan beide zijden gemonteerd zijn.
De twee bouten worden gebruikt om het verlengen van de
tafelbreedte te beperken.
8.3 Montage van de parallelle aanslag (Fig. 5)
- Monteer de parallelle aanslag (14) door deze aan de achterzijde
te plaatsen en de spanhendel (42) naar beneden te bevestigen.
- Bij de demontage de spanhendel (42) naar boven trekken en de
parallelaanslag (14) verwijderen.
- De klemkracht van de parallelaanslag kan aan de achterste
kartelmoer (41) worden ingesteld.
8.4 Instellen van de snijbreedte (Afb. 5+5.1)
- De parallelaanslag (14) moet bij het zagen worden gebruikt.
Zagen in de lengterichting van het hout.
- Plaats de parallelle stop (14) op de geleiderail (43) om
links of rechts van het zaagblad
- 2 schalen zijn gedrukt op de geleiderail voor de parallelle stop
(43), die de afstand tussen de stop aangeeft rail en zaagblad.
- Stel de parallelle aanslag (14) in op de gewenste maat. De
parallelle aanslag wordt met behulp van de klemhendel (42)
vastgezet in het raam (44). (Afb. 5)
8.5 Gebruik van de tabelbreedte vergroting (Fig. 6-6.2)
- Gebruik altijd de tabelbreedte vergroting (8) met par.
vooral brede werkstukken.
- Maak de spanhendel (10) los en trek de tafel breedte vergroting
ver genoeg naar buiten zodat het te zagen werkstuk erop kan
liggen zonder te kantelen. (Afb. 6.2)
8.6 Spannen van de zaaglint (afb. 1)
LET OP! Als de zaag gedurende langere tijd heeft stil gestaan,
moet de zaaglintspanning opnieuw worden ingesteld, d.w.z.
voordat de zaag wordt ingeschakeld, moet de zaagbladspanning
worden gecontroleerd.
- Draai de klemschroef (1) met de wijzers van de klok mee om de
spanning van het lintzaagblad te spannen (26). De juiste spanning
van de zaaglint kan worden bepaald door de vinger zijdelings
tegen de zaaglint aan te drukken, ongeveer centraal tussen de
twee zaaglintrollen (2+9). Het lintzaagblad (26) moet hier slechts
licht ingedrukt kunnen worden ( ca. 1-2 mm).
- De voldoende gespannen zaaglint maakt een metalen geluid bij
het tikken.
- Ontspan de zaaglint als deze langere tijd niet gebruikt wordt,
zodat deze niet overbelast raakt.
LET OP! Bij te hoge spanning kan het zaaglint breken. KANS OP
LETSEL! Bij een te lage spanning kan de aangedreven zaaglintrol
(8) gaan draaien, waardoor de zaaglint tot stilstand komt.
8.7 Zaaglint instellen (Afb. 1+1a)
OPGELET! Voordat het mogelijk is om de zaaglintinstelling uit te
voeren, moet de zaaglint op de juiste wijze worden ingesteld.
- De zijpanelen (13) openen door de vergrendeling van het deksel
(12) met behulp van de schroevendraaier (33) los te maken.
- De zaaglintrol (2) langzaam met de klok mee draaien. Het
lintzaaglint (26) moet in het midden van de zaaglintrol (2) lopen.
Als dit niet het geval is, moet de hoek van de bovenste zaaglintrol
(2) worden gecorrigeerd.
- Als het lintzaagblad (26) meer naar de achterkant van de
zaaglintrol (2) loopt, moet de stelschroef (17) tegen de wijzers van
de klok in worden gedraaid.
- De borgschroef voor de bovenste zaaglintrol (16) openen.
- Draai de onderste zaaglintrol (9) langzaam met de hand, om de
positie van het lintzaagblad (26) te controleren.
- Als het lintzaaglint (26) meer naar de voorste rand van de
zaaglintrol (2) loopt, moet de stelschroef (17) met de wijzers van
de klok mee worden gedraaid.
- Na het instellen van de bovenste zaaglintrol (2) moet de positie
van het lintzaagblad (26) op de onderste zaaglintrol (8) worden
gecontroleerd. Het lintzaaglint (26) moet hier ook centraal op de
zaaglintrol (9) liggen. Als dit niet het geval is, moet de hoek van de
bovenste zaaglintrol (2) opnieuw worden ingesteld.
- Draai de zaaglintrol een paar keer, totdat de vertanding van de
bovenste zaaglintrol (2) inwerkt op de positie van de zaaglint op
de onderste zaaglintrol (9).
- Draai de borgschroef voor de bovenste zaaglintrol (16) vast.
- Als de instelling is voltooid, sluit u de zijpanelen (13) weer en zet
deze vast met de afdekkap vergrendeling (12) met behulp van de
schroevendraaier (33).
8.8 Instellen van de zaaglint geleiding (Afb. 7-10)
Zowel het steunlager (46 + 52) als de geleidepennen (47 + 56)
moeten na elke zaaglint wissel opnieuw worden ingesteld.
- Open de zijpanelen (13) door het vergrendel-mechanismen van
het deksel (12) met behulp van de schroevendraaier (33) los te
maken.
8.8.1. Bovenste steunlager (46) ( Afb. 7)
- Inbusbout voor bovenste steunlager losdraaien (45).
- Beweeg het steunlager (46) zo ver dat het het lintzaagblad (26)
net niet meer raakt (afstand max. 0,5 mm).- Inbusbout voor het
bovenste steunlager (45) weer vastdraaien.
14 22
/
Vertaald met www.DeepL.com/Translator