4. Gebruik
Snel starten
Om direct te beginnen met trainen kunt u, na de opstartprocedure van de computer, op de
Start-toets drukken. De tijd begint nu te lopen. U kunt zelf tijdens de training het
weerstandsniveau aanpassen. Gebruik hiervoor de + / - toetsen. Aan het begin van de
training zal de weerstand op het laagste niveau staan.
Informatiescherm
In het Informatiescherm van het display worden gedurende de training de geregistreerde
waarden getoond. In eerste instantie wordt de snelheid in km/uur weergegeven. Tevens
wordt het toerental van het vliegwiel weergegeven, die uitgedrukt wordt in RPM (rounds
per minute). Met de Enter-toets kan vervolgens gewisseld worden tussen de overige
geregistreerde waarden. Deze waarden zijn: RPM (toerental), Level (weerstandniveau),
Watts (geleverde vermogen), Distance (afgelegde afstand) en Time (duur van de trainig).
Hartslag
De CT1300 beschikt over hartslagregistratie. Door de vaste handgrepen vast te pakken bij
de Pulse sensors of door eenvoudig een hartslagband te dragen, wordt uw hartslag
geregistreerd. In het Informatiescherm zal automatisch een hart gaan knipperen wanneer
de hartslag door de computer wordt opgevangen. De computer van de CT1300 zal
automatisch uitrekenen en weergeven wat het gemiddelde aantal slagen per minuut is
tijdens uw training. Flow Fitness adviseert het gebruik van een hartslagband omdat deze
een nauwkeuriger meetresultaat oplevert.
De toetsen
De Start Toets kan op verschillende manieren en op verschillende momenten worden
gebruikt.
1.
Door op de Start toets te drukken kunt u direct de snelstart procedure
beginnen. U kunt ook eerst een programma kiezen door gebruik te maken
van de plus + en min - toetsen.
2.
Wanneer de Stop/Reset- toets tijdens een trainingsprogramma tweemaal
achter elkaar wordt ingedrukt, verschijnt het startscherm weer.
3.
Houd de Stop/Reset- toets meer dan drie seconden ingedrukt, om de
computer te resetten.
20
De computer afstemmen op uw persoonlijke gegevens
Alle programma's kunnen worden afgestemd op uw persoonlijke gegevens. Na het gekozen
programma bevestigd te hebben, zal de computer vragen uw leeftijd en uw gewicht in te
voeren. Deze gegevens zijn nodig om ervoor te zorgen dat de metingen zo nauwkeurig
mogelijk worden geregistreerd. Uiteraard hoeft u slechts eenmaal uw gegevens in te
voeren. De computer van de CT1300 slaat automatisch uw gegevens op. Als uw leeftijd
en/of gewicht verandert, moet u dit uiteraard zelf wijzigen.
Let op: deze waarden zijn slechts bedoeld als richtlijnen, die handig kunnen zijn om de
relatieve voortgang bij afvallen of conditieverbetering te controleren. De enige manier om
zeer nauwkeurige metingen te verrichten, is in een klinische omgeving en onder
gecontroleerde omstandigheden.
Invoeren/wijzigen van persoonlijke gegevens
Wanneer u op een programma kiest, kunt u uw gegevens in voeren. U kunt ook op Start
drukken. De invoer van persoonlijke gegevens wordt overgeslagen en u start direct met
een training. De standaard voorgeprogrammeerde gegevens worden nu gebruikt. Dit zijn:
· Age: 35
· Weight: 70,5 kg.
· Time: 30.00 min.
· Max. level: (ieder programma heeft een eigen maximum in weerstandsniveau)
Hill= 7, Fatburn= 5, Cardio= 7, Strength= 8, Interval= 7.
Hieronder wordt stapsgewijs beschreven hoe u uw persoonlijke gegevens invoert.
1)
Maak eerst een keuze uit de programma's. Druk vervolgens op de Enter-toets
om uw persoonlijke gegevens in te voeren. Bij iedere stap kunt u ook direct
de Enter-toets indrukken. De computer gaat dan naar de volgende waarde
en de standaard waarde wordt gebruikt.
2)
Er wordt nu gevraagd om uw leeftijd. Voer dit in door gebruik te maken van
de + en - toetsen. Bevestig uw leeftijd door op de Enter-toets te drukken.
3)
Voer vervolgens uw gewicht in.
4)
Stel nu de trainingstijd in.
5)
Heeft u gekozen voor programma 1 t/m 8 stel dan weerstandsniveau in.
6)
Druk vervolgens op Start-toets om de training te beginnen. Door op de
Enter-toets te drukken kunt u teruggaan om uw instellingen te wijzigen. Als
u tijdens het instellen op de Stop-Toets drukt, gaat u een stap terug.
7)
U kunt tijdens het trainen het weerstandsniveau verhogen of verlagen door
op de + of de - toets te drukken. Let op: wanneer u dit bij programma 1 t/m 8
doet, dan zal het weerstandsniveau na elke volgende stap weer terug gaan
naar de voorgeprogrammeerde waarde.
8)
Door tijdens het trainen op de Enter-toets te drukken, kunt u de verschillende
ingestelde en geregistreerde waarden in het Informatiescherm laten
verschijnen.
9)
Aan het einde van uw programma kunt u op de Start-toets drukken om het
programma te herhalen. Indien u op de Stop–toets drukt wordt het
programma beëindgd.
4. Gebruik
21