S
TORINGEN
P
ROBLEEM
Het display flikkert
Het toestel blaast koude lucht uit
(zonder storingsmelding).
Het toestel blaast koude lucht uit .
nl
De verwarming is uitgeschakeld (de
luchtstroom op het display is blauw)
en het toestel blaast toch warme
lucht uit.
De ventilatoren draaien in een
hogere stand dan verwacht
De deur is dicht en de ventilatoren
draaien toch.
nl-74
W
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
De netspanning is te laag of niet
constant
De uitblaastemperatuur is afhanke-
lijk van de buiten- en binnentempe-
ratuur
De verwarming is handmatig uitge-
schakeld.
De verwarming is uitgeschakeld
omdat de buitentemperatuur te
hoog is.
De ruimtetemperatuur is bereikt.
Het toestel ventileert onverwarmd.
De verwarming is uitgeschakeld
door een signaal op de ingang van
het toestel.
De verwarming is ingeschakeld
door de aanvullende vorstbeveili-
ging.
Bij een groot verschil tussen de
ingestelde en de werkelijke tempe-
ratuur kan een toestel tijdelijke in
een hogere stand draaien om snel-
ler de ingestelde temperatuur te
bereiken.
Dit kan veroorzaakt worden door
de instellingen voor een gesloten
deur situatie.
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN
W
AT TE DOEN
Verlaag de helderheid van het dis-
play tot een niveau waarop het flik-
keren niet meer optreedt via
menu > Voorkeuren > Helderheid
scherm.
Dit is geen storing.
Als dit als hinderlijk wordt ervaren
kan de waarde van functie
6. Mini-
male luchttemperatuur
verhoogd
worden.
Schakel de verwarming in via
menu >
Verwarming.
Dit is geen storing. Als dit als hin-
derlijk wordt ervaren kan de
waarde van functie
41. Temper-
atuur verwarming uit
verhoogd
worden.
Dit is geen storing.
Dit is geen storing. Als dit als hin-
derlijk wordt ervaren kan de functie
van de ingang gewijzigd worden via
60. Functie van
ingangen.
Dit is geen storing. Als dit als hin-
derlijk wordt ervaren kan de functie
45. Extra vorstbeveiliging
worden
uitgeschakeld.
Dit is geen storing. Indien dit als
hinderlijk wordt ervaren kan functie
33. Boostfunctie
uitgeschakeld wor-
den of ingesteld worden op een
ander temperatuurverschil of een
andere verhoging van de ventila-
torstand.
Controleer de instellingen van func-
tie
25. Auto:
Deurreactie.