S
A
H
ENS
IR
ANDLEIDING
9. Kalibratie
3.6
Configuratie
20. Toegangsbeveiliging
21. User interface opties
Handleiding versie 1.0 (29-08-2016)
Een ongunstige plaatsing van de ruimtesensor of gebruik van
de temperatuursensor in het toestel kan de oorzaak zijn dat
de afgelezen temperatuur afwijkt van de werkelijke
temperatuur.
Gebruik deze functie om de temperatuuraflezing aan te
passen.
In het menu
Configuratie
kunt u instellingen opgeven om de
werking van het toestel aan te passen aan de ruimte en de
installatie. Doorgaans hoeft u dit menu alleen te gebruiken bij
installatie, onderhoud en service.
Pincode
De toegang tot het hele bedieningspaneel of tot alleen het
menu kan beveiligd worden met een viercijferige pincode.
De standaardpincode is 0000.
Opmerking:
n
De beveiliging treed pas in werking wanneer het
bedieningspaneel opnieuw geactiveerd moet wor-
den. Wacht hiervoor enige tijd totdat het scherm
zwart wordt.
Toegangsniveau
Het bedieningspaneel kan op verschillende toegangsniveau's
beveiligd worden.
Toon aan-/uitknop
Het toestel kan handmatig aan- en uitgezet worden. Dit kan
ook gebeuren via de interne timer of via een extern
vrijgavesignaal op het toestel. In dit geval kunt u het handmatig
aan- en uit zetten onmogelijk maken. De aan-/uitknop wordt
dan niet getoond op het Home-scherm.
Temperatuurweergave
Standaard wordt de ruimtetemperatuur weergegeven. Met
deze functie kunt u een andere temperatuur kiezen voor
weergave of de temperatuurweergave uitschakelen.
Als de temperatuurweergave uit is, is er geen
temperatuurregeling.
B
EDIENING
nl
nl-57