S
A
H
ENS
IR
ANDLEIDING
Handleiding versie 1.0 (29-08-2016)
Let op:
c
De ingangen van meerdere toestellen mogen NIET
met elkaar verbonden worden.
Opmerking:
n
Bij de instelling
Alle toestellen uit
instellingen (Normally Closed) van functie
tie van ingangen
moet bij alle volgende aangesloten
toestellen een brug op de ingang gemaakt worden.
Uitgangen op het toestel o1, o2, o3
Het toestel heeft op aansluitblok X510 drie aansluitingen voor
een uitgangssignaal. Deze kunnen gebruikt worden voor
bijvoorbeeld de aansturing van de centrale verwarmings- of
koelingsinstallatie of statusmeldingen aan een
gebouwbeheerssysteem.
Let op:
c
De uitgangen zijn potentiaalvrije contacten (relais).
Ze mogen worden belast met maximaal 24 V en 1 A.
Mogelijkheden en werking
De mogelijkheden en de werking zijn afhankelijk van de ingang
of uitgang, en van de instellingen op het bedieningspaneel.
2.8.2 De buitentemperatuursensor installeren (acces-
soire)
De CHIPS-regeling heeft een buitentemperatuur nodig om
goed te kunnen werken.
De IR-sensor op het toestel functioneert als
buitentemperatuursensor. In sommige situaties wordt
aangeraden om de buitentemperatuur op een andere manier
te meten. Zie 1.3.4
i-sense
Opmerking:
n
De gewenste mogelijkheid wordt gekozen in de
installatiegids.
1. De IR-sensor op het toestel
2. Een bedrade buitensensor
3. Een tabel met gemiddelde temperaturen per maand
Opmerking:
n
Als gebruik wordt gemaakt van de tabel, staat er een
symbool voor afwezigheid van een buitentempera-
tuursensor op het bedieningspaneel.
I
NSTALLATIE
én bij de NC-
60. Func-
voorwaarden.
nl
nl-37