I
NLEIDING
nl
nl-12
De zichtlijnen van de sensor kunnen worden begrensd door:
•
constructie en objecten boven de deuropening (hoek α)
•
positie van de drempel ten opzichte van het toestel
(hoek β).
Ga na of de IR-sensor de buitentemperatuur kan meten:
1. Meet hoek α
Opmerking:
n
Houdt rekening met elementen die de hoek kunnen
blokkeren (uitgangsbord, aansturingssysteem van de
deur e.d.)
-
Als hoek α < 16° (H1:B1 < 3,5):
De IR-sensor meet geen buitentemperatuur.
Verander de positie van het toestel of gebruik een
alternatief voor het meten van de buitentemperatuur.
-
Als hoek α ≥ 16° (H1:B1 ≥ 3,5):
Meet hoek β.
2. Meet hoek β.
3. Ga in de tabel na of hoek β de maximale waarde behorend
bij de gemeten hoek α niet overschrijdt.
-
Als hoek β te groot is:
De IR-sensor meet geen buitentemperatuur.
Verander de positie van het toestel of gebruik een
alternatief voor het meten van de buitentemperatuur.
-
Als hoek β voldoet:
Het toestel hangt in een goede positie om de IR-sen-
sor te gebruiken voor de i-sense infrarood technologie.
maximale hoek β bij hoek α
HOEK Α
H1:B1
GRADEN
16° - 24°
2,2 - 3,5
24° - 32°
2,2 - 1,6
> 32°
> 1,6
Opmerking:
n
Als hoek α < 16° is de situatie niet geschikt voor i-
sense infrarood technologie
Opmerking:
n
Als hoek β > 24° is de situatie niet geschikt voor i-
sense infrarood technologie
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN
HOEK Β MAXIMAAL
H2:B2
GRADEN
8°
7,1
16°
3,5
24°
2,2