8.2 ISOLATIE
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor de brandbescherming bij brandbare
bouwmaterialen (vloer en/of aanbouwwanden) met betrekking tot de isolatie.
23
De afbeelding toont een installatiesituatie aan de hand
van een Varia 1V-51-4S met warmeluchtmantel en deze
Of en hoe de schoorsteenmantel in de betreffende
De haardbekleding moet
installatiesituatie dient te worden geïsoleerd, moet
geschikt zijn voor warmteafgifte
u bespreken met de installateur van de haard of
(actieve oppervlakken of
de bevoegde schoorsteenveger.
convectieluchtopeningen)!
8 Rondom-isolatie van de warmeluchtmantel met bijv. vormbestendige minerale wol,
conform de warmte-isolatiedikten uit de technische gegevens
13 Haardbekleding uit niet brandbaar materiaal
23 Voormuur van 10 cm*
* evt. vervangende isolatie (bijv. calciumsilicaat) als vervanging van voormuur en isolatie (punt 8), conform
de technische gegevens van de isolatiefabrikant.
8
13
geldt als voorbeeld voor iedere inbouwhaard.
NL 23
9. REINIGING VAN DE HA ARDEN
Haarden moeten zo zijn geconstrueerd en opgesteld dat luchtinlaat- en
-uitlaatleidingen gemakkelijk kunnen worden gereinigd, de aangrenzende
oppervlakken tot plafonds, wanden en inbouwmeubels gemakkelijk kunnen
worden bekeken en vrijgehouden.. De revisie-openingen moeten steeds
toegankelijk zijn om de reiniging niet te bemoeilijken.
10. SPECIFIEKE A ANWIJZINGEN VOOR
SPARTHERM INBOUWHA ARDEN
10.1 AFVOERA ANSLUITING
De afvoeraansluiting is draaibaar. Deze kan zowel horizontaal als verticaal
worden aangesloten op de schoorsteen. Voor een zijdelingse aansluiting
staat een 90°-afvoerkoppeling en voor een stromingsefficiëntere aanslui-
ting een 0°-afvoerkoppeling ter beschikking.
NL