5
Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder.
• Als u een apparaat aansluit met een A/V-
kabel (bijgeleverd), stelt u [DISPLAY] in op
[LCD] (de standaardinstelling) (p. 46) om te
voorkomen dat het beeld ook op het scherm
wordt weergegeven.
• Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen
opnemen met gebruik van de A/V-kabel, dan
moet u deze weergeven op het scherm (p. 36).
• De volgende gegevens kunnen niet worden
uitgevoerd via de DV-interface:
- Titels die zijn opgenomen op andere
camcorders.
– Aanduidingen
– [B EFFECT]
• Wanneer u de i.LINK-kabel gebruikt, wordt
het opgenomen beeld onscherp als de beelden
worden onderbroken op de camcorder terwijl u
opneemt met de videorecorder.
Beelden opnemen van een
videorecorder (DCR-HC21E/
HC22E)
U kunt beelden van een videorecorder
opnemen op een band. Plaats dan van
tevoren een voor opnemen geschikte band
in de camcorder.
1
Sluit de videorecorder aan op de
camcorder.
Gebruik daar een i.LINK-kabel voor.
Zie pagina 47 voor meer informatie
over aansluitingen.
• De aanduiding
de camcorder en andere apparaten aansluit
via een i.LINK-kabel.
2
Schuif de POWER-schakelaar
omlaag om het PLAY/EDIT-lampje
in te schakelen.
3
Zet de camcorder in de
opnamepauzestand.
Raak
[PAG.3]
[OPN. REGEL]
4
Speel de band af op de
videorecorder.
De beelden die worden afgespeeld op
het aangesloten apparaat, verschijnen
op het LCD-scherm van de camcorder.
5
Raak [OPN.START] aan als u wilt
beginnen met opnemen.
6
Raak
(stoppen) aan.
7
Raak [
TRG.]
verschijnt wanneer u
[OPN. PAUZE] aan.
aan.
49