4-4
De gegevens over het laatste gebruik die in het interne geheugen worden
opgeslagen, omvatten:
•
ECG-opnamen (tot ten hoogste vijftien minuten na het aanbrengen van
*
de elektroden
)
•
de status van de HeartStart (gehele voorval)
•
de ritmeanalysebesluiten van de HeartStart (gehele voorval)
•
de verstreken tijd in verband met opgeslagen gebeurtenissen
(gehele voorval)
* Als de ECG-opnamen van de vorige toepassing niet gewist zijn, is de maximale voor
nieuwe ECG-opnamen beschikbare tijd soms korter.