7
Repareren, slepen, sjorren
en takelen
7-2
7
Bergen, wegslepen, sjorren,
opladen via hijskraan
7.1
Bergen, wegslepen, sjorren
7.1.1
Bergen/wegslepen van de zwenklader
met defecte motor of defecte aandrijving
OPGELET
De zwenklader mag niet worden in gang getrokken. Het het
in gang trekken leidt tot beschadigingen.
VOORZICHTIG
Plaats van berging op openbare weg beveiligen.
OPMERKING
- Wegslepen is alleen toegestaan om de werkplek of de
straat vrij te maken.
- De voorbereidingswerkzaamheden voor het wegslepen
zijn afhankelijk daarvan of de motor defect is en daarmee
de hele hydraulische installatie buiten bedrijf werd gezet
of of er slechts de rijaandrijving defect is en de motor nog
de hydraulische installatie kan aandrijven.
7.1.1.1 Wegslepen van de zwenklader met
defecte motor
(1) Kiepschakelaar voor waarschuwingsknipperlicht
(4-11/10) drukken.
(2) Rijschakelaar (4-10/3) in „0"-positie brengen.
OPMERKING
De voorbereidingswerkzaamheden van punt (3), (5), (6) en
(11) moeten alleen worden uitgevoerd als zich de
bergingsplaats niet op een openbare weg bevindt.
(3) Omschakelhendel voor besturing (4-9/4) bij rechtuit
gestelde wielen van de vooras in positie „achterwiel-
besturing" schakelen.
(4) Vastzetrem (4-10/8) trekken.
OPGELET
Als zich de bergingsplaats aan een helling bevindt, dienen
afgezien van de vastzetrem vóór de wielen van de vooras
aan de kant van de daling keggen geplaatst te worden om
de machine tegen wegrollen te beveiligen.
(5) De shovelsnijde en de -tanden door shovelbescher-
ming beschermen (5-3/pijl).
(6) Stekker van de shovelbescherming in het stopcontact
stekken (5-4/pijl).
(7) Ventiegever voor de werkhydraulica ontgrendelen
(4-10/2) en via zijn drukpunt tot in de voorste positie
drukken.
S05E/S06E