Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

HANDLEIDING
ZWENKLADER
AZ 85t
Ahlmann Baumaschinen GmbH
Telefon 04331/351-325
Telefax 04331/351404
Am Friedrichsbrunnen 2 D-24782 Büdelsdorf
Internet: www.ahlmann-baumaschinen.de
E-Mail: info@ahlmann-baumaschinen.de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor ahlmann AZ 85t

  • Pagina 1 HANDLEIDING ZWENKLADER AZ 85t Ahlmann Baumaschinen GmbH Am Friedrichsbrunnen 2 D-24782 Büdelsdorf Telefon 04331/351-325 Internet: www.ahlmann-baumaschinen.de Telefax 04331/351404 E-Mail: info@ahlmann-baumaschinen.de...
  • Pagina 3: Inleiding

    Inleiding Voorwoord De zwenklader, de kniklader en de graaf-laadcombinatie van Ahlmann maken deel uit van het omvangrijke en veelzijdige aanbod van Ahlmann grondverzetmachines en kunnen in zeer uiteenlopende situaties worden gebruikt. Dankzij jarenlange ervaring in de fabricage van grondverzetmachines, een uitgebreid aanbod van aanbouwappa- ratuur, onze moderne constructie- en produktiemethoden, zorgvuldiguitgevoerde testprogramma's en hoge kwaliteitsnormen, kunt u volledig vertrouwen op uw Ahlmann laadschop.
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen: = Unfallverhutungsvorschrift (Regels ter voorkoming van ongelukken) StVZO = Strassenverkehrzulassungsordnung (Duitse verkeersregels) Uitgave: 09.2006 S05E/S06E...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Algemene veiligheidsvoorschriften Alarmsignalen en symbolen ..................... 1 - Het juiste gebruik van de machine ................... 1 - Organisatorische maatregelen ....................1 - Personeelsselectie en functiekwalificaties ................1 - Veiligheidsvoorschriften tijdens bepaalde werkzaamheden ............1 - 1.5.1 Normaal gebruik........................1 - 1.5.2 Specifieke werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine en opheffingen van storingen tijdens het werk;...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 5.2.5.2 Verwarming inschakelen ......................5 - Buiten bedrijf stellen ........................ 5 - 5.3.1 Machine parkeren ........................5 - 5.3.2 Dieselmotor afzetten ........................ 5 - 5.3.3 Verwarmings- en ventilatiesysteem uitschakelen ..............5 - 5.3.4 Machine verlaten ........................5 - Bestuurderszit instellen ......................5 - 10 5.4.1 Isri-zit ............................
  • Pagina 7 Verwarmings- en ventilatiesysteem 11 - 11.1.14 Hoofdstroom-aanzuigfiltratie 11 - 11.1.15 Elektrische verontreinigingsopgave 11 - 11.1.16 Oliekoeler m. d. temperatuur geregelde ventilator 11 - 11.2 AS 90/AZ 85t 11 - 11.2.1 Machine 11 - 11.2.2 Motor 11 - 11.2.3 Starter 11 - 11.2.4...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 12.2.3 Dieplepel 12 - 16 12.2.4 Grijpers 12 - 18 12.2.5 Lasthaak 12 - 20 Bijkomende speciale uitrustingen, veranderingen 13.1 Bijkomende speciale uitrustingen ..................13 - 13.2 Veranderingen ........................13 - S05E/S06E...
  • Pagina 9: Veiligheidsvoorschriften

    Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 10: Algemene Veiligheidsvoorschriften

    Veiligheidsvoorschriften Algemene veiligheids- voorschriften Alarmsignalen en symbolen In deze handleiding worden de volgende aanduidingen resp. tekens gebruikt om op bepaalde onderdelen extra aandacht te vestigen: OPMERKING speciale informatie betreffende economisch gebruik van de machine. LET OP speciale informatie en regels ter voorkoming van beschadigingen.
  • Pagina 11: Personeelsselectie En De Eisen Waaraan Het Personeel Moet Voldoen

    Veiligheidsvoorschriften 1.3.2 Als aanvulling op de handleiding (machine en motor) moeten de algemeen geldende wettelijke bepalingen met betrekking tot het voorkomen van ongevallen (met name de Arbo-wet), alsmede de wettelijke bepalingen ter voorkoming van milieuverontreiniging in acht worden genomen. Uiteraard dienen ook de geldende verkeersregels te worden nageleefd.
  • Pagina 12: Veiligheidsvoorschriften Tijdens Bepaalde Werkzaamheden

    Veiligheidsvoorschriften De personen moeten: - 18 jaar of ouder zijn - lichamelijk en geestelijk gezond zijn - geinstrueerd zijn over het gebruik of onderhoud van de machine en bewezen hebben over relevante kennis en vaardigheden te beschikken - de verwachting gestand doen dat hen deze taken kunnen worden toevertrouwd.
  • Pagina 13 Veiligheidsvoorschriften 1.5.1.9 Vermijd tijdens het werk alles wat gevaar kan opleveren! 1.5.1.10 Aanbouwapparatuur mag niet gebruikt worden om personen te vervoeren! 1.5.1.11 De machinist mag pas dan aan het werk gaan als er binnen de gevarenzone geen mensen meer aanwezig zijn.
  • Pagina 14 Veiligheidsvoorschriften 1.5.1.21 De persoon die de machinist begeleidt moet betrouwbaar en van te voren goed geinstrueerd zijn. 1.5.1.22 Gids en machinist moeten bepaalde tekens afspreken die zij alleen mogen gebruiken. 1.5.1.23 Gidsen moeten goed herkenbaar zijn aan hun kleding. Zij moeten zich binnen het gezichtsveld van de machinist bevinden.
  • Pagina 15: Specifieke Werkzaamheden In Het Kader Van Het Gebruik Van De Machine En

    Veiligheidsvoorschriften 1.5.1.34 Tijdens pauzes en bij beeindiging van het werk moet de machinist de machine op een stevige, en bij voorkeur vlakke ondergrond neerzetten om wegrollen te voorkomen. 1.5.2 Specifieke werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine en opheffing van storingen tijdens het werk;...
  • Pagina 16 Veiligheidsvoorschriften 1.5.2.9 Geef alleen ervaren personeel opdracht om ladingen te bevestigen. Ladingen moeten zodanig bevestigd zijn dat ze niet kunnen verschuiven of vallen. 1.5.2.10 Verplaats beladen machines alleen als de onder- grond egaal is. 1.5.2.11 Bij gebruik van hefwerktuigen, mogen beladers de kraanarm alleen vanaf de zijkant benaderen en pas nadat zij toestemming van de machinist hebben gekregen.
  • Pagina 17: Elektrische Energie

    Veiligheidsvoorschriften 1.5.2.22 Zorg voor een veilige en milieuvriendelijke afvoer van gebruikte brandstof en onderdelen. 1.5.2.23 De machine moet voordat deze voor het eerst wordt gebruikt en na ingrijpende veranderingen, worden getest door een ter zake kundig persoon. 1.5.2.24 De machine moet 1x per jaar door een ter zake kundig persoon worden gecontroleerd.
  • Pagina 18: Hydrauliek

    Veiligheidsvoorschriften 1.6.1.3 Wanneer de machine onder stroom komt te staan, moet de machinist de machine direkt uit te gevaren- zone brengen door de aanbouwapparatuur te heffen, te laten zakken, weg te zwenken of door weg te rijden. Als dit niet mogelijk is, gelden de volgende regels: - de kabine niet verlaten - mensen in de omgeving van de machine waarschuwen niet dichterbij te komen of de machine aan te raken...
  • Pagina 19: Olieen, Vetten En Andere Chemische Substanties

    Veiligheidsvoorschriften 1.6.4 Olieen, vetten en andere chemische substanties 1.6.4.1 Let bij het gebruik van olieen, vetten en andere chemische substanties altijd op de voor die produkten geldende veiligheidsmaatregelen! 1.6.4.2 Wees voorzichtig bij het gebruik van hete brand- stoffen (gevaar voor verbranding)! 1.6.4.3 Wees voorzichtig bij het gebruik van remvloeistof en accuzuur.
  • Pagina 20: Veiligheidsvoorschriften Voor De Ondernemer Of Bevoegd Personeel

    Veiligheidsvoorschriften 1.7.4 Tijdens het laden en het transport moeten de machine en de benodigde aanbouwapparatur beveiligd zijn tegen ongewenste bewegingen. Modder, sneeuw en ijs moeten van de banden verwijderd worden, zodat men zonder gevaar tegen hellingen kan oprijden. 1.7.5 Wanneer de machine weer in gebruik wordt genomen, dient men overeenkomstig de handleiding te handelen.
  • Pagina 21: Markering

    Markering...
  • Pagina 22: Waarschuwings- En Aanwijzingsborden

    Markering Markering Waarschuwings- en aanwijzingsborden 2,3,4 Afbeelding 2-1 1 - Typeplaatje machine ( rechter kant voertuig ) » met identificatienummer voertuig« 2 - Let op! Besturing alleen bij lopende motor gebruiksklaar! 3 - Let op! Tijdens rit op openbare weg alleen achterwielbesturing gebruiken! 4 - Let op! De verdeleraandrijving mag enkel in stilstand worden geschakeld.
  • Pagina 23: Zekeringen

    Markering Zekeringen (4-11/17) Zicht op de zekeringenkast: Rijaandrijving 10,0 A Knipperlicht 7,5 A Hydraulica, remlicht 20,0 A Verwarming 20,0 A Achterruitverwarming 20,0 A Groot licht 15,0 A Afbeelding 2-2 Dimlicht 15,0 A Achterlicht links, parkeerlicht links 5,0 A Achterlicht rechts, parkeerlicht rechts 5,0 A Noodknipperlicht...
  • Pagina 24 Markering Hendel voor extra hydraulica (4-9/5) Hendel voor extra hydraulica (4-9/5) Snelwisselinrichting Snelwisselinrichting 1 - Vergrendelen 1 - Vergrendelen 2 - Ontgrendelen 2 - Ontgrendelen Polyfunctionele shovel Polyfunctionele shovel 1 - Sluiten 1 - Sluiten 2 - Openen 2 - Openen Dieplepel Dieplepel 1 - Lepel uitkiepen...
  • Pagina 25 Markering Omschakeling besturing (4-9/4) Achterwielbesturing Besturing op alle wielen Afbeelding 2-11 Hydraulische rijtrappen (4-10/1) Symbool haas - snel Symbool slak - langzaam Rijrichting (4-10/3) - vooruit - achteruit Afbeelding 2-12 Aanslagpunten voor verlading via hijskraan Afbeelding 2-13 Aanslagpunten voor slepen/ sjorren Afbeelding 2-14 Snelwisselinstallatie gesperd...
  • Pagina 26 Markering Banddruk AS 90/AZ 85t 16/70 - 20 2,0 bar 550/45-22.5 2,5 2,5 bar 335/80 R 20 3,5 2,2 bar 365/80 R 20 3,5 2,2 bar 375/75 R 20 3,8 2,5 bar 405/70 R 20 3,0 2,0 bar 14.5 R 20 3,5...
  • Pagina 27 Markering UVV-plaquette (jaarlijkse controle volgens UVV) Afbeelding 2-28 Trek - geluidarme bouwmachine - Afbeelding 2-29 Werkplatform (SA): Kogelblokkraan bij gemonteerde werkplatform aan beide hefcilinders dwars van de doorstroomrichting omleggen. Afbeelding 2-30 Werkplatform (SA): De sleutelschakelaar moet afgetrokken zijn wanneer de werkplatform bezet is.
  • Pagina 29: Beveiliging Tegen Diefstal

    Beveiliging tegen diefstal...
  • Pagina 30: Herkenningskentekenen Aan De Machine

    Het aantal diefstallen van bouwmachines heeft in de laatste jaren aanmerkelijk toegenomen. Om het snellere terugvinden resp. identificeren door de onderzoeksinstanties (b.v. nationale recherche, douane) mogelijk te maken zijn Ahlmann-bouwmachines met de volgende herkenningstekenen uitgerust: Herkenningskentekenen aan de machine (1) Het typeplaatje machine (3-1/pijl). Het plaatje bevat...
  • Pagina 31: Transponder Startonderbreking Tegen Diefstal

    Beveiliging tegen diefstal Transponder startonderbreking tegen diefstal (speciale uitvoering) De “transponder startonderbreking tegen diefstal” is een elektronische startonderbreking tegen diefstal die belangrijke voertuigfuncties buiten werking zet. Als de transponder (b.v. hanger aan contactsleutel) van de ontvangende eenheid (in de onmiddelijke omgeving van het contactslot) verwijderd wordt worden deze functies onderbroken.
  • Pagina 33: Beschrijving

    Beschrijving...
  • Pagina 34: Overzicht

    Beschrijving Beschrijving Overzicht AZ 85t afbeelding 4-1 1 - Shovelbescherming 2 - Shovel/aanbouwapparatuur 3 - Kiephendel, kiepstang 4 - Omstuurhendel 5 - Kiepcilinder 6 - Shovelarm 7 - Hefcilinder 8 - Bestuurderskabine 9 - Hydraulica-olietank/invulstuk 10 - Aandrijfmotor 11 - Accubak (rechter voertuigkant)
  • Pagina 35: Machine

    Beschrijving Machine Onderstel De axiale zuigerpomp voor de rijhydraulica wordt door de dieselmotor aangedreven. Buizen voor maximale druk verbinden de axiale zuigerpomp met de axiale zuigermotor. De axiale zuigermotor is aan het asverdeeldifferentieel geflensd. Het draaimoment van de axiale zuigermotor wordt via de cardanas naar de vooras en achteras, beide voorzien van planetaire tandwieloverbrenging, overgedragen.
  • Pagina 36 Beschrijving Reminstallatie Bedrijfsrem / Instellen van de ventielen De met de voet bediende bedrijfsrem werkt via een dubbelpedaal (4-8/3). Het is een volhydraulisch werkende natte lamellenrem in de vooras. Door het pedaal te drukken wordt via een instelstangenstelsel de stuurdruk van de rijpomp naar de tank ontlast en daarna de hydraulische druk opgebouwd.
  • Pagina 37: Zwenkinrichting En Assteun

    Beschrijving Alle bewegingen van de shovelarm, de shovel, de aanbouwapparatuur en de snelwisselinrichting worden vanuit de bestuurderszit via de ventielgevers gestuurd. Deze ventielgevers maken het mogelijk traploos te besturen, van langzame tot een grotere bewegingssnelheid. Zwenkinrichting en assteun Door een seperate tandwielpomp worden via een stuurventiel twee eenvoudig werkende zwenkcilinders verzorgd.
  • Pagina 38 Beschrijving Hefsysteemvering (extra uitvoering) Als met de machine een grotere afstand wordt gereden, vooral met een gevulde shovel, is het zinvol de hefsysteemvering (4-11/15) in te schakelen om het slingeren van de machine te verminderen. Vooral als het terrein erg oneffen is en de machine met een grote snelheid wordt gereden.
  • Pagina 39: Wielen Vervangen

    Beschrijving Bestuurderszit De bestuurderszit is hydraulisch geveerd en met een gewichtscompensatie voorzien. Horizontale instelling, zithoogteinstelling en instelmogelijkheden voor rugleuning en kantelhoek maken een optimale individuele aanpassing mogelijk. De bekkengordel samen met de omklapbare armleuningen en de ergonomisch voordelig gevormde zitting- en rugkussens zorgen voor een veilige en comfortabel zitpositie.
  • Pagina 40 Beschrijving OPMERKING - Op de profielstelling letten. - Als de profielstelling van het nieuwe wiel niet passend is, dient het wiel zo snel als mogelijk door een geschikt wiel te worden vervangen. (14) Draai de wielmoeren met de hand vast. (15) Voor-/achteras met behulp van de krik neerlaten.
  • Pagina 41: Bedienelementen

    Beschrijving Bedienelementen 1 - Vergrendeling voor stuurkolom- verstelling - naar voren/achteren - in asrichting van stuurkolom 2 - Rijpedaal 3 - Duppelpedaal voor bedrijfsrem/ instelling van ventielen 4 - Voetpedaal voor zwenken 5 - Stuurschakelaar - naar voren: knipperlicht rechts - naar achteren: knipperlicht links - boven - dimlicht...
  • Pagina 42: Dashboard

    Beschrijving Dashboard afbeelding 4-11 1 - Kiepschakelaar voor werklicht 2 - Taster vrijgave snelwisselinstallatie 3 - Kiepschakelaar voor ruitewisser met intervalschakeling voren 4 - Kiepschakelaar voor ruitesproeier voren 5 - Kiepschakelaar voor ruitewisser/sproeier achter 6 - Kiepschakelaar voor verwarmbare achterruit 7 - Brandstofvoorraadmeter 8 - Motorolietemperatuurmeter 9 - Bedrijfsurenteller...
  • Pagina 43: Bediening

    Bediening...
  • Pagina 44: Bedienung

    Bediening Bedienung Controle voor ingebruikname - Stand motorolie (zie gebruiksaanwijzing motor ) - Stand remvloeistof - Stand hydraulica- olie - Bandendruk - Profieldiepte - Stand accuvloeistof - Verlichtingsinstallatie - Zitinstelling - Zwenkinstallatiebeveiliging (1-4/pijl) indien nodig verwijderen » alleen van toepassing vóór werkinzet « - Shovelarmsteun (1-1/pijl) indien nodig verwijderen - Kogelblokkranen voor werk- en extra hydraulica indien nodig ontgrendelen »...
  • Pagina 45: Winterbedrijf

    Bediening 5.2.2 Winterbedrijf ATTENTIE Als de buitentemperatuur tot onder het vriespunkt gedaald is, moet het toestel behoorlijk worden “warmgedraaid” om een beschadiging van bepaalde onderdelen te voorkomen. Breng hiervoor alle cilinders (zuig-, kip- en zwenkcilinders) bij nullastbedrijf van het toestel voor een bepaalde tijd (onafhankelijk van de omgevingstempertuur) in werking.
  • Pagina 46: Bescherming Tegen Bevriezing Van De Ruitesproeiinstallatie

    Bediening 5.2.2.4 Bescherming tegen bevriezing van de ruitesproeiinstallatie ATTENTIE Als er temperaturen van onder 0°C te verwachten zijn, moet het water van de ruitesproeiers (4-9/2) op tijd in voldoende mate met antivriesmiddel worden vermengd. Volg de aanwijzingen van de fabrikant m.b.t. de mengverhouding.
  • Pagina 47: Met Gemonteerde Shovel Met Dieplepel

    Bediening (3) Het zwenkmechanisme blokkeren door de blokkeerspie (1-3pijl) in de zwenkblokkering (1-4/pijl) te plaatsen en deze vervolgens vast te zetten met de springveer. (4) Shovelsnede en -tanden met shovelbescherming (5-3/ pijl) afdekken. (5) Stekker voor shovelbescherming (5-4/pijl) in stopcon- tact stekken.
  • Pagina 48 Bediening (5) Dieplepel op vaste bodem neerleggen (zie punt 6.2.2). (6) Dieplepel aan geschikt hijstuig bevestigen (5-5/2) en in vooraf geplaatste shovel neerlegen. (7) Dieplepel met twee spansloten aan shovel vastsjorren (5-6/pijlen). (8) Shovel met vastgesjorde dieplepel opnemen (zie punt 6.1.1 resp.
  • Pagina 49: Gebruik Van De Machine

    Bediening 5.2.4 Gebruik van de machine Principieel worden alle werkzaamheden in de hydraulische rijtrap „II“ (4-10/1) en de op het gebruik aangepaste aandrijftrap (4-11/13) (alleen geldig voor snellopende motoren) doorgevoerd. OPGELET De rijtrappen van het verdeeldifferentieel mogen alleen in stilstand worden geschakeld (4-10/3), wanneer de rijrichtingsschakelaar zich in "0"-positie bevindt (alleen geldig voor snellopende motoren).
  • Pagina 50: Verwarmings- En Ventilatiesysteem

    Bediening OPGELET - De hydraulische snelwisselinrichting mag alleen worden vergrendeld, waneer een aanbouwapparatuur ingehangd - Als tijdens het gebruik het controlelampje voor de hydraulica-olietemperatuur (4-11/23) begint te knipperen, dient de machine onmiddellijk uitgeschakeld te worden. De oorzaak dient door een vakkundige voor hydraulica onderzocht en verholpen te worden.
  • Pagina 51: Buiten Bedrijf Stellen

    Bediening Buiten bedrijf stellen 5.3.1 Machine parkeren (1) Machine op vaste ondergrond, als mogelijk niet aan een helling parkeren. (2) De shovel c.q. de aanbouwapparatuur op de grond neerlaten. (3) Rijschakelaar (4-10/3) in „0“-positie brengen. (4) Vastzetrem (4-10/8) trekken. VOORZICHTIG Als de machine aan een helling moet worden geparkeerd, dienen afgezien van de remming met de vastzetrem, voor de wielen van de vooras aan de kant van de daling keggen...
  • Pagina 52: Bestuurderszit Instellen

    Bediening Bestuurderszit instellen 5.4.1 Isri-zit (1) Met de hendel (5-11/2) neiging van de rugleuning instellen resp. rugleuning omklappen. (2) Door hoogtrekken van de hendel (5-11/3) zithoogte en zitneiging achteren instellen. (3) Door hoogtrekken van de hendel (5-11/4) zithoogte en zitneiging voren instellen. (4) De zitvering laat zich met behulp van een handwiel (5-12/1) instellen op het gewicht van de bestuurder (40...
  • Pagina 53 Bediening (2) Hoogte-instelling: De hoogte-instelling kan in meerdere trappen aangepast worden. Bestuurdersstoel naar behoefte tot hoorbaar inklikken omhoogbrengen. Als de bestuurdersstoel over de laatste trap (aanslag) omhoog wordt gebracht, zakt de bestuur- dersstoel naar de laagste stand (5-14). afbeelding 5-14 (3) Helling armsteun: De helling in lengterichting van de armsteunen kan door draaien van het wieltje (5-15/pijl) gewijzigd worden.
  • Pagina 54: Besturing Omschakelen

    Bediening (5) Instelling rugleuning: De verstelling van de rugleuning vindt plaats met de vergrendelingshendel (5-17/pijl). AANWIJZING De vergrendelingshendel moet in de gewenste positie inklikken. Na het vergrendelen mag de rugleuning zich niet meer in een andere positie laten verplaatsen. afbeelding 5-17 (6) Instelling in lengterichting: Door bediening van de vergrendelingshendel naar boven wordt de instelling in lengterichting vrijgegeven (5-18).
  • Pagina 55: Aanbouwapparatuur

    Aanbouwapparatuur...
  • Pagina 56: Aanbouwapparatuur Zonder Hydraulische Aansluiting Monteren En Demonteren

    Aanbouwapparatuur Aanbouwapparatuur Aanbouwapparatuur zonder hydrau- lische aansluiting monteren en demonteren 6.1.1 Standaard shovel/ lichtgoedshovel Montage (1) Shovelarm helemaal neerlaten en snelwisselinstallatie neerkiepen. (2) Met machine dicht aan de shovel rijden (6-1). afbeelding 6-1 (3) Met de snelwisselinrichting shovel opnemen en door tegelijkertijd de snelwisselinrichting te kiepen shovel optillen tot snelwisselinrichting eraan zit (6-2).
  • Pagina 57: Palletvork

    Aanbouwapparatuur 6.1.2 Palletvork OPMERKING De montage en demontage worden doorgevoerd als bij de standaard shovel en de lichtgoedshovel (punt 6.1.1). VOORZICHTIG - De twee bouten van de snelwisselinrichting moeten zich op beide kanten in de opnameboring van de shovelophanging bevinden en zijdelings duidelijk te zien zijn (6-4/2).
  • Pagina 58: Aanbouwapparatuur Met Hydraulische Aansluiting Monteren En Demonteren

    Aanbouwapparatuur Aanbouwapparatuur met hydrau- lische aansluiting monteren en demonteren 6.2.1 Polyfunctionele shovel Montage (1) Shovelarm helemaal neerlaten en snelwisselinstallatie neerkiepen. (2) Met machine dicht aan de shovel rijden (6-6). afbeelding 6-6 (3) Met de snelwisselinrichting shovel opnemen en door tegelijkertijd de snelwisselinrichting te kiepen, shovel optillen tot snelwisselinrichting eraan zit (6-7).
  • Pagina 59 Aanbouwapparatuur (6) Motor afzetten. (7) Druk uit de hydraulische slangen verwijderen door de hendel van de extra hydraulica heen en weer te bewegen (4-9/5). (8) Beschermkappen van buisleidingen snelwissel- installatie (6-9/1) aftrekken. (9) Beschermkappen van snelkoppelingen multifunctionele shovel (6-9/2) omhoogklappen en door krachtig drukken met de buisleidingen van de snelwisselinstallatie verbinden (6-9).
  • Pagina 60: Toepassingsmogelijkheden Voor Polyfunctionele Shovel

    Aanbouwapparatuur Toepassingsmogelijkheden voor polyfunctionele shovel De polyfunctionele shovel kan gebruikt worden om te: - schillen (6-10) afbeelding 6-10 - graven (6-11) afbeelding 6-11 - grijpen (6-12) - en om te shovelen. afbeelding 6-12 S05E/S06E...
  • Pagina 61: Dieplepel

    Aanbouwapparatuur 6.2.2 Dieplepel Montage De dieplepel wordt als de polyfunctionele shovel (punt 6.2.1) (1)...(9)) gemonteerd, met als uitzondering dat alle vier hydraulica-buisleidingen van de dieplepel met de vier snelkoppelingen van de snelwisselinrichting moeten worden verbonden. VOORZICHTIG De twee bouten van de snelwisselinrichting moeten zich op beide kanten in de opnameboring van de dieplepelophan- ging bevinden en zijdelings duidelijk te zien zijn (6-13/pijl).
  • Pagina 62: Grijpers

    Aanbouwapparatuur 6.2.3 Grijpers OPMERKING - Afbeelding 6-16 toont de machine met grijpers in de het meest naar buiten gezwenkte positie bij het graven in de bodem. - De bewegingsmogelijkheden van de grijper kunnen op het symboolplaatje van de extra hydraulica-hendel (pagina 2-3) nagelezen worden.
  • Pagina 63: Tijdelijke Inzet Van Een Werkplatform

    Aanbouwapparatuur Demontage De grijper wordt als de polyfunctionele shovel (punt 6.2.1) gedemonteerd. OPGELET - De grijper dient op effen ondergrond met gesloten grijper- schalen te worden neergezet om beschadigingen van de buisleidingen c.q. de schroefkoppelingen te vermijden (6-19). - De hydraulische snelwisselinrichting mag alleen worden vergrendeld, waneer een aanbouwapparatuur ingehangd OPMERKING afbeelding 6-19...
  • Pagina 64 Aanbouwapparatuur Montage van de werkplatform (1) Sleutelschakelaar (6-20/pijl) insteken. OPMERKING De sleutelschakelaar mag slechts ingesteekt worden als het toestel stilstaat. (2) Shovelarm in benedenste positie brengen, bediening van de kipblokkeerinrichting aan de ventielgever voor extra hydraulica (4-9/5) gedrukt houden en snelwisselinstallatie met ventielgever voor werkhydraulica (4-10/2) kippen.
  • Pagina 65: Gebruik Van Andere Aanbouwapparatuur

    Aanbouwapparatuur VOORZICHTIG - Tijdens het werk moet de sleutelschakelaar (6-20/pijl) afgetrokken zijn. - De machinebestuurder mag personen de toegang naar de platform alleen dan toestaan als de werkstappen van punt (1) tot (11) volledig uitgevoerd werden. - De machinebestuurder mag geen transportritten met het draagtoestel uitvoeren zolang de platform bezet is.
  • Pagina 67: Repareren, Slepen, Sjorren En Takelen

    Repareren, slepen, sjorren en takelen...
  • Pagina 68: Bergen, Wegslepen, Sjorren, Opladen Via Hijskraan

    Repareren, slepen, sjorren en takelen Bergen, wegslepen, sjorren, opladen via hijskraan Bergen, wegslepen, sjorren 7.1.1 Bergen/wegslepen van de zwenklader met defecte motor of defecte aandrijving OPGELET De zwenklader mag niet worden in gang getrokken. Het het in gang trekken leidt tot beschadigingen. VOORZICHTIG Plaats van berging op openbare weg beveiligen.
  • Pagina 69 Repareren, slepen, sjorren en takelen (8) Met behulp van geschikt hijsapparatuur, bijv. een tweede zwenklader met gemonteerde shovel, shovelarm van de zwenklader die weggesleept moet worden zo ver optillen, dat de zwenklader in de shovelarmsteunen gelegt kan worden (7-1). (9) Shovelarmsteunen monteren (1-1/pijl) en shovelarm tot op shovelarmsteun neerlaten.
  • Pagina 70: Wegslepen Van De Zwenklader Met Defecte Rijaandrijving

    Repareren, slepen, sjorren en takelen VOORZICHTIG - De stuurkrachten zijn bij niet werkende motor iets groter. - Machine in stapsnelheid (2 km/h) wegslepen. - De machine zou niet verder dan 1 km worden weggesleept. - Bij een grotere afstand dient de kapotte machine te worden verladen (bevestigingspunten vgl.
  • Pagina 71 Repareren, slepen, sjorren en takelen (8) Beide kogelblokkranen (1-2/pijlen) sluiten. (9) Het zwenksysteem door plaatsen van de blokkeerspie (1-3/pijl) in het blokkeersysteem blokkeren (1-4/pijl). (10) Trakstang aan de machine, welke weggesleept moet worden (7-2/1 - vooruit afslepen) c.q. (7-4/1-achteruit afslepen) en aan het wegslepende voertuig bevestigen. OPGELET Als de machine niet over een aanhangkoppeling beschikt, mag de machine alleen achteruit worden weggesleept.
  • Pagina 72 Repareren, slepen, sjorren en takelen (5) Shovelarm zo ver optillen tot de laagste punt van de shovelarm c.q. de shovel tenminste 30 cm boven de rijbaan staat (5-2). (6) Kogelblokkranen voor werken extra hydraulica sluiten (1-2/pijlen). (7) Het zwenksysteem door plaatsen van de blokkeerspie (1-3/pijl) in het blokkeersysteem blokkeren (1-4/pijl).
  • Pagina 73: Onderhoud

    Onderhoud...
  • Pagina 74 Onderhoud Onderhoud Onderhoudsaanwijzingen VOORZICHTIG - De motor moet zich in de stilstand bevinden. - Tijdens werkzaamheden onder de shovelarm - moet de shovel geledigd resp. het aanbouw- toestel ontlast worden, - moet de shovelarmsteun (1-1/pijl) ingelegd worden, - moeten de kogelblokkranen voor arbeids- en extrahydraulica gesloten worden (1-2/pijlen), - moet het draaimechanisme geblokkeerd worden (1-4/pijl).
  • Pagina 75: Onderhoudswerkzaamheden

    Onderhoud Onderhoudswerkzaamheden 8.2.1 Olieniveaucontrole motor Zie bedieningshandleiding motor. 8.2.2 Olieniveaucontrole assen 8.2.2.1 Achteras »Langzaam lopende motor 20 km/h« (1) Afsluitstoppen uit asbrug (8-1/pijl) en voorzetaandriving (8-2/pijl) schroeven. afbeelding 8-1 OPMERKING - Asbrug en voorzetaandrijving hebben geen gemeen- schappelijke oliehuishouding. - Olieniveau moet tot de gatten van de afsluitstoppen reiken.
  • Pagina 76: Planeetdrijfwerk

    Onderhoud OPMERKING - Asbrug en verdeleraandrijving hebben geen gemeen- schappelijke oliehuishouding. - Olieniveau moet tot de gatten van de afsluitstoppen reiken. - Evtl. ontsnappende olie opvangen. (2) Afsluitstoppen weer indraaien. afbeelding 8-4 8.2.2.3 Planeetdrijfwerk (1) Toestel zodanig bewegen dat de merklijn „OIL LEVEL“ loodrecht staat en de afsluitstop zich daarbij links boven deze merklijn bevindt (8-5/pijl).
  • Pagina 77: Olieverversing Motor

    Onderhoud 8.2.3 Olieniveaucontrole hydrauliekoliebak (1) Toestel in loodrechte positie stallen. (2) Shovelarm in onderste positie brengen. (3) Snelwisselinstallatie even kippen en met handhef- boom voor extra hydraulica (4-9/5) vergrendelingsbout uitschuiven. (4) Motorafdekkap openen. (5) Olieniveau in kijkglas controleren. OPMERKING Olieniveau moet in het bovenste kwart van het kijkglas afbeelding 8-7 (8-7/pijl) zichtbaar zijn.
  • Pagina 78 Onderhoud (3) Afsluitstoppen asbrug (8-9/1 en 8-9/2) en voorze- taandrijving (8-10/2) weer inschroeven. (4) Olie via gatten afsluitstop asbrug (8-9/3) en voorze- taandrijving (8-10/1) ingieten tot olie tot opening (8-9/4 resp. 8-10/1) reikt. OPMERKING - Asbrug en voorzetaandrijving hebben geen gemeen- schappelijke oliehuishouding.
  • Pagina 79: Vooras

    Onderhoud 8.2.5.3 Planeetdrijfwerk (1) Toestel zodanig bewegen dat de afsluitstop (8-13/pijl) in positie 6 uur staat. (2) Olieopvangbak met afvoergoot eronder plaatsen. (3) Afsluitstop uitschroeven en olie uitlekken. OPGELET Opgevangen afvalolie milieuveilig verwijderen! (4) Toestel zodanig bewegen dat de merklijn „OIL LEVEL“ loodrecht staat en de afsluitstop zich daarbij links boven afbeelding 8-13 deze merklijn bevindt (8-14/pijl).
  • Pagina 80: Olieverversing Hydraulisch Systeem

    Onderhoud (3) Afsluitstoppen (8-15/1 en 8-16/1) weer inschroeven. (4) Olie via gat afsluitstop (8-15/3) ingieten tot olie tot opening (8-15/2 resp. 8-16/2) reikt. OPMERKING - Inlichtingen over de oliehoeveelheid kunt u uit de onderhoudsplan (hoofdstuk 8.4) opmaken. - Na enige minuten, als olieniveau gedaald is, olie bijvullen tot het voorgeschreven niveau bereikt is en constant blijft.
  • Pagina 81: Hydrauliekoliefilterelementen Vervangen

    Onderhoud 8.2.7 Hydrauliekoliefilterelementen vervangen OPGELET Vervanging filterelementen volgens onderhoudsplan uitvoeren resp. als het controlelampje voor verstopping (4-11/23) oplicht. OPMERKING Na een koude start kan het controlelampje voor verstopping voortijdig oplichten. ‘t gaat echter tijdens het verwarmen van de hydrauliekolie uit. (1) Stoel in de voorste positie schuiven (5-12/2).
  • Pagina 82: Veiligheidspatroon Vervangen

    Onderhoud (3) Filterpatroon (8-22/pijl) met lichte draaibewegingen eruit trekken. (4) Filterpatroon reinigen. OPGELET - Ter reiniging zal een buis met een om ca. 90° gebogen einde op het luchtdrukpistool gezet worden. Het moet zo lang zijn dat het tot op de bodem van de patroon reikt.
  • Pagina 83: Brandstoffilter Uitwisselen

    Onderhoud 8.2.10 Brandstoffilter uitwisselen Zie bedieningshandleiding motor. 8.2.11 Startaccu uitwisselen OPMERKING De startaccu is onderhoudsvrij volgens DIN 72311 deel 7 en bevindt zich in de motorkamer op de rechte toestelkant. (1) Accuhoofdschakelaar (4-10/5) aftrekken. (2) Motorafdekkap openen. (3) Bevestigingsschroef (SW 17) (8-24/1) van het batterijrek afbeelding 8-24 lossen en verwijderen.
  • Pagina 84: Handrem (Vrije Slag) Controleren/ Bijstellen

    Onderhoud 8.2.13 Handrem (vrije slag) controleren/ bijstellen VOORZICHTIG - Werkzaamheden aan de reminstallatie mogen slechts door geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. - Olieverlies in de reminstallatie moet onmiddelijk aan het geautoriseerde personeel gemeld worden (lekkage!). (1) Vloeistofniveau remhydrauliekolie controleren (4-10/4), evtl. remhydrauliekolie bijvullen. (2) Handremhefboom (8-27/pijl) aantrekken en weer lossen afbeelding 8-27 (onderste positie).
  • Pagina 85: Vetafsmeerplaatsen/Oliesmeerplaatsen

    Vetsmeerplaatsen/ oliesmeerplaatsen - Pos. 8 van de onderhoudsplan. - Aan het toestel rood gemarkeerd. 8.3.1 Slingerbout achteras (8-30/pijlen) OPGELET - De slingerpen van de achteras moet om de 50 bedrijfsuren gesmeerd worden. afbeelding 8-30 - Voor het smeren van de achterasslingerpen moet de achteras worden ontlast.
  • Pagina 86: Kogeldraaiverbinding

    Onderhoud 8.3.4 Shovelaggregaat (8-33 en 8-34) OPGELET De lagerbouten/smeerplaatsen van het shovelaggregaat moeten om de 10 bedrijfsuren gesmeerd worden. Pos. 1 + 2 draaimechanisme/shovelaggregaat Pos. 3 kiphefboom Pos. 4 + 5 shovelaggregaat/wisselinrichting Pos. 6 + 7 bout kipstang Pos. 8 kiphefboom Pos.
  • Pagina 87 Onderhoud 8.3.6 Cabinedeur (8-36/pijlen) OPGELET De scharnieren van de cabinedeuren moeten om de 50 bedrijfsuren gesmeerd worden. OPMERKING Deurscharnieren an beide cabinedeuren smeren. afbeelding 8-36 8.3.7 Multifunctionele shovel OPGELET De lagerbouten van de multifunctionele shovel moeten om de 10 bedrijfsuren gesmeerd worden. OPMERKING - De bout (8-37/pijl) moet aan beide kanten van de multifunctionele shovel gesmeerd worden.
  • Pagina 88: Frontbaggerwerktuig

    Onderhoud 8.3.8 Frontbaggerwerktuig OPGELET De lagerbouten van het frontbaggerwerktuig moeten om de 10 bedrijfsuren gesmeerd worden. OPMERKING - De bouten (8-39/1, 8-39/2, 8-39/3, 8-39/5 en 8-39/7) moeten van beide kanten gesmeerd worden. - Pos. 8-39/4 toont de smeerplaats van de steel- cilinder.
  • Pagina 89 Onderhoud 8.3.9.2 Steunventielschakeling (8-42/pijl) OPGELET Het stangenstelsel van de steunventielschakeling moet om de 50 bedrijfsuren met motorolie gesmeerd worden. OPMERKING Slechts het zichtbare vlak van de zuigerstang van het veerhuis smeren. afbeelding 8-42 S05E/S06E 8-17...
  • Pagina 93: Storing, Oorzaak En Oplossingen

    Storing, oorzaak en oplossingen...
  • Pagina 94: Storing, Oorzaak En Oplossing

    Storing, oorzaak en oplossingen Storing, oorzaak en oplossing OPMERKING *) verhelpen van storingen alleen door bevoegd personeel laten doorvoeren Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Motor zie gebruiksaanwijzing Motor start niet Rijschakelaar (4-10/3) niet in Rijschakelaar in neutrale positie neutrale positie brengen Shovelarm laat zich niet heffen Overdrukventiel in stuurventiel Overdrukventiel compleet uitbouwen,...
  • Pagina 95 Storing, oorzaak en oplossingen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Storing in de rij- en Filterverstopping Filterinzetstuk vervangen werkhydraulica Gebrek aan olie in Olie opvullen hydraulica-olietank Elektrische aansluitingen aan Aansluitingen volgens elektrisch axiale zuigerpomp zitten niet schakelschema aansluiten vast, zijn onderbroken of zijn of reinigen geoxydeerd Hogedrukventiel is vuil...
  • Pagina 97: Schakelschema's

    Schakelschema’s...
  • Pagina 99: Elektrisch Schakelschema

    Schakelschema’s 10 10.1 Elektrisch schakelschema Pos. Benaming Pos. Benaming Startschakelaar Schakelaar filter hydraulica-olie Relais startblokkering Schakelaar temperatuur hydraulica-olie Waarschuwingszoemer parkeerlicht Temperatuurgever motorolie Stopcontact dashboard Duikbuisgever Stop (hoofdstuk 2.2 pos. 14) Dynamo Stop (hoofdstuk 2.2 pos. 8) Startmotor Stop (hoofdstuk 2.2 pos. 9) Accuhoofdschakelaar Stop (hoofdstuk 2.2 pos.
  • Pagina 100 10 Schakelschema’s Pos. Benaming Bediening werklicht Stop (hoofdstuk 2.2 pos. 13) Stop (hoofdstuk 2.2 pos. 12) Bediening vrijgave snelwisselinstallatie Stop (hoofdstuk 2.2 pos. 3) Bediening intervalwisser voren Stop (hoofdstuk 2.2 pos. 11) Bediening ruitesproeier voren Bediening wisser/sproeier achteren Bediening achterruitverwarming Stop (hoofdstuk 2.2 pos.
  • Pagina 103 23 Prioriteitsklep 24 Rijmotor A6VM 107 HA 25 Tandwielpomp (25 + 14) cm³/U (AS 70) Tandwielpomp (32 + 14) cm³/U (AS 90 / AZ 85t) 26 Rijpomp A4VG 56 DA 27 Aandrijfmotor KHD BF4L 1011 FT (AS 70) Aandrijfmotor KHD BF4L 1011F (AS 90 / AZ 85t)
  • Pagina 105: Technische Gegevens (Toestel)

    Technische gegevens (toestel)
  • Pagina 106: Technische Gegevens

    11 Technische gegevens (toestel) Technische gegevens 11.1 AS 70 OPMERKING De technische gegevens zijn van toepassing bij de banden 365/70 R18. 11.1.1 Machine - Hoogte 2720 mm - Breedte 1940 mm - Wielbasis 1900 mm - Spoor 1580 mm - Bedrijfsgewicht zonder aanbouwapparatuur 5430 kg - Bodemvrijheid - Differentieel...
  • Pagina 107: Asbelastingen

    Technische gegevens (toestel) 11 Uitvoering "35 km/h“ 1. versnelling -Rijtrap I 0 ..6 km/h -Rijtrap II 0 ..17 km/h 2. versnelling -RijtrapI 0 ...10,5 km/h -RijtrapII 0 ..35 km/h 11.1.6 Asbelastingen - toegelaten asbelasting volgens StVZO - voren 4500 kg - achteren 4500 kg - toegelaten totaal gewicht volgens StVZO...
  • Pagina 108: Zwenkinrichting

    11 Technische gegevens (toestel) 11.1.11.1 Zwenkinrichting - Transportstroom 35,0 l/min - Werkdruk max. 200 bar - 2 zwenkcilinders 100 mm - Zwenktijd 180° 7,0 s 11.1.11.2 Steuninrichting - Werkdruk afhankelijk van lading - 2 steuncilinders Plungerdiameter 50 mm 11.1.12 Brandstofsysteem - Inhoud Brandstoftank 75,0 l 11.1.13 Verwarmings- en ventilatiesysteem...
  • Pagina 109: As 90/Az 85T

    Technische gegevens (toestel) 11 11.2 AS 90/AZ 85t OPMERKING De technische gegevens zijn van toepassing bij de banden 365/80 R 20. 11.2.1 Machine - Hoogte 2770 mm - Breedte 2030 mm - Wielbasis 1900 mm - Spoor 1680 mm - Bedrijfsgewicht zonder aanbouwapparatuur...
  • Pagina 110: Asbelastingen

    11 Technische gegevens (toestel) Uitvoering "40 km/h“ 1. versnelling - Rijtrap I 0..6 km/h - Rijtrap II 0..17 km/h 2. versnelling - RijtrapI 0...10,5 km/h - RijtrapII 0..40 km/h 11.2.6 Asbelastingen - toegelaten asbelasting volgens StVZO - voren 4500 kg - achteren 4500 kg - toegelaten totaal gewicht volgens StVZO...
  • Pagina 111: Hydraulische Installatie

    Technische gegevens (toestel) 11 11.2.11 Hydraulische installatie - Inhoud 130 l - Hydraulica-olietank 86 l - Transportstroom 82,5 + 35,0 l/min - Werkdruk max. 200 bar - 2 Hefcilinders 90 mm - 1 Kiepcilinders 100 mm - Duur volgens DIN ISO 7131 Heffen (m.
  • Pagina 113: Technische Gegevens (Aanbouwtoestellen)

    Technische gegevens (aanbouwtoestellen)
  • Pagina 114 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.1 AS 70 OPMERKING - Alle technische gegevens hebben betrekking op bandenmaat 365/70 R 18. 12.1.1 Shovels - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-2 S05E/S06E...
  • Pagina 115 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.1.1 Shovels Shoveltype Standaard Shovel voor Polyfunctionel shovel minder gewicht shovel Shovelmaat volgens DIN/ISO 7546 m³ 0,70 0,60 Shovelbreedte 1950 2000 1950 Eigen gewicht Lasten volgens DIN 24094 Stortgoeddichtheid t/m³ 1,45 Kieplading - frontaal 3060 2900 2760 - gezwenkt 3040...
  • Pagina 116 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.1.2 Palettvork - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-4 S05E/S06E...
  • Pagina 117 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.1.2 Palletvork Tandlengte 1100 mm Tandhoogte 45 mm Afstand tanden (midden) - min. 216 mm - max. 1054 mm Eigen gewicht 210 kg toegelaten nominale lading N volgens DIN 24094 frontaal - effen terrein (factor standveiligheid 1,25) 2080 kg - oneffen terrein (factor standveiligheid 1,67) 1560 kg...
  • Pagina 118 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.1.3 Dieplepel - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-6 S05E/S06E...
  • Pagina 119 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.1.3 Dieplepel Losbreekkracht aan de lepelsnede max. 3200 daN Trekkracht met lepelsnede max. 2900 daN Lepelvolumen Lepelbreedte Eigengewicht volgens DIN ISO 7451 volgens DINISO 7451 0,16 m³ 600 mm 85 kg 0,21 m³ 800 mm 95 kg Eigen gewicht - Dieplepel zonder lepel 290 kg...
  • Pagina 120 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.1.4 Grijper - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-8 S05E/S06E...
  • Pagina 121 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.1.4 Grijper Grijpertype Grijpervolume Schaalbreedte Eigengewicht KM 626 0,05 m 250 mm 90 kg KM 626 0,07 m 350 mm 100 kg KM 626 0,09 m 250 mm 110 kg KM 626 0,10 m 450 mm 125 kg KM 626 0,125 m...
  • Pagina 122 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.1.5 Lasthaak - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-10 S05E/S06E...
  • Pagina 123 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.1.5 Lasthaak Toegel. nom. lading volgens DIN EN 474-3 (Meetmethode analoog ISO 8313) - grootste uitlading (factor standveiligheid 2) - frontaal 880 kg - gezwenkt 640 kg Eigen gewicht 162 kg Algehele lengte 5950 mm Uitlading min. 1940 mm Uitlading max.
  • Pagina 124 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.2 AZ 85t OPMERKING - Alle technische gegevens hebben betrekking op bandenmaat 365/80 R 20. 12.2.1 Shovels - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-12 S05E/S06E...
  • Pagina 125 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.2.1 Shovels Shoveltype Standaard Shovel voor Polyfunctionel shovel minder gewicht shovel Shovelmaat volgens DIN/ISO 7546 m³ Shovelbreedte 2100 2000 2100 Eigen gewicht Lasten volgens DIN 24094 Stortgoeddichtheid t/m³ Kieplading - frontaal 3240 3180 3140 - gezwenkt 3660 3460 3420...
  • Pagina 126 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.2.2 Palettvork - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-14 S05E/S06E...
  • Pagina 127 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.2.2 Palletvork Tandlengte 1100 mm Tandhoogte 45 mm Afstand tanden (midden) - min. 216 mm - max. 1054 mm Eigen gewicht 210 kg toegelaten nominale lading N volgens DIN 24094 frontaal - effen terrein (factor standveiligheid 1,25) 2300 kg - oneffen terrein (factor standveiligheid 1,67) 1725 kg...
  • Pagina 128 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.2.3 Dieplepel - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-16 S05E/S06E...
  • Pagina 129 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.2.3 Dieplepel Losbreekkracht aan de lepelsnede max. 3200 daN Trekkracht met lepelsnede max. 2900 daN Lepelvolumen Lepelbreedte Eigengewicht volgens DIN ISO 7451 volgens DIN ISO 7451 0,16 m³ 600 mm 85 kg 0,21 m³ 800 mm 95 kg Eigen gewicht - Dieplepel zonder lepel...
  • Pagina 130 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.2.4 Grijper - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-18 S05E/S06E...
  • Pagina 131 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.2.4 Grijper Grijpertype Grijpervolume Schaalbreedte Eigengewicht KM 626 0,05 m 250 mm 90 kg KM 626 0,07 m 350 mm 100 kg KM 626 0,09 m 250 mm 110 kg KM 626 0,10 m 450 mm 125 kg KM 626 0,125 m...
  • Pagina 132 12 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12.2.5 Lasthaak - Afmetingen volgens ISO 7131/35 12-20 S05E/S06E...
  • Pagina 133 Technische gegevens (aanbouwtoestellen) 12 12.2.5 Lasthaak Toegel. nom. lading volgens DIN EN 474-3 (Meetmethode analoog ISO 8313) - grootste uitlading (factor standveiligheid 2) - frontaal 960 kg - gezwenkt 780 kg Eigen gewicht 162 kg A Algehele lengte 5950 mm CC Uitlading min.
  • Pagina 135: Bijkomende Speciale Uitrustingen, Veranderingen

    Bijkomende speciale uitrustingen, veranderingen...
  • Pagina 136 13 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen Bijkomende speciale uitrus- tingen, veranderingen 13.1 Bijkomende speciale uitrustingen 13.2 Veranderingen 13-2 S05E/S06E...
  • Pagina 137 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13 S05E/S06E 13-3...
  • Pagina 138 13 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13-4 S05E/S06E...
  • Pagina 139 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13 S05E/S06E 13-5...
  • Pagina 140 13 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13-6 S05E/S06E...
  • Pagina 141 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13 S05E/S06E 13-7...
  • Pagina 142 13 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13-8 S05E/S06E...
  • Pagina 143 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13 S05E/S06E 13-9...
  • Pagina 144 13 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13-10 S05E/S06E...
  • Pagina 145 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13 S05E/S06E 13-11...
  • Pagina 146 13 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13-12 S05E/S06E...
  • Pagina 147 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13 S05E/S06E 13-13...
  • Pagina 148 13 Bijk. sp. uitrustingen, veranderingen 13-14 23103263 S05E/S06E...

Inhoudsopgave